Het afschaffen van het eigen risico in de zorg is een van de grote verkiezingsthema’s. Elke partij heeft er een uitgesproken mening over. Maar wat kost het eigenlijk per Nederlander, als we het eigen risico afschaffen?

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

In aanloop naar de verkiezingen ligt het eigen risico in de zorg onder vuur. De zorg is te duur, de marktwerking heeft gefaald en het eigen risico moet worden afgeschaft. Dit is de insteek van het Nationaal Zorgfonds, dat eind vorig jaar op de barricade stapte om het SP-initiatief een stem te geven. Aan tafel bij Tijd voor Max noemt minister Schippers van Volksgezondheid de mogelijke keerzijde: de jaarlijkse premie moet per persoon 284 euro omhoog. Het eigen risico terugbrengen naar nul is een mooi streven, maar wat betekent het voor onze portemonnee? Nieuwscheckers maakt voor u de nota op.

De rekensom van Schippers

De berekening van minister Schippers is in principe simpel. Het jaar 2017 telt naar verwachting 13,7 miljoen verzekerden.[[Risicoverevening 2017: Berekening normbedragen (tabel 5.1).]] Deze hebben elk een verplicht eigen risico van 385 euro, maar niet iedereen spendeert evenveel. Een chronisch zieke zal elk jaar zijn gehele eigen risico betalen, maar een topfitte twintiger zal niks aan eigen risico hoeven betalen. Gemiddeld besteden wij zo’n 240 euro van ons eigen risico, laat een woordvoerder van Schippers weten.

Daar komen volgens het ministerie van Volksgezondheid nog zogenaamde ‘remkosten’ bovenop. Deze kosten staan ons te wachten wanneer het eigen risico wegvalt als drempel voor doktersbezoeken, waardoor het aantal doktersbezoeken zal stijgen. Naar schatting bedragen de extra ‘remkosten’ 600 miljoen euro. [[Zorgkeuzes in Kaart  van het CPB.]] Als het eigen risico wordt afgeschaft, moeten ook deze kosten verdeeld worden. Dit zal zo’n 44 euro per verzekerde extra bedragen.

Dit bedrag plus de gemiddeld besteedde 240 euro aan eigen risico brengt ons per persoon op de 284 euro van Schippers. Hoewel de minister dit bedrag bovenop de premie rekent, laat haar woordvoerder weten dat 22 euro hiervan via de belasting zou worden geïncasseerd. [[De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet zou met 22 euro omhoog moeten. Bij werknemers gaat dat via de loonstrook, zzp’ers en gepensioneerden betalen deze bijdrage zelf.]]

De rekensom van het Zorgfonds

De kostenteller van het Nationaal Zorgfonds staat op een totaal van 3,2 miljard euro om het eigen risico af te schaffen. Dit is 234 euro per verzekerde, aanzienlijk lager dan de rekening van het ministerie van Volksgezondheid. [[Het Rapport Nationaal Zorgfonds verkondigt “3.200 miljoen nodig voor het afschaffen van het eigen risico” (pagina 3). Gedeeld door de verwachte 13,7 miljoen verzekerden in 2017 is dit afgerond 234 euro per verzekerde.]] Waar Schippers ‘remkosten’ begroot, zien we dit niet terug op het bonnetje van het Zorgfonds. Het Centraal Planbureau rekent met de aanname dat mensen voor hun lol naar de dokter gaan, vindt een woordvoerder van SP. De partij ziet ‘remgeld’ bovendien als ‘mijdgeld’: het prijskaartje van zorg die nodig is, maar met het eigen risico te duur om te bekostigen. Maar hoe je het ook noemt, ‘remgeld’ of ‘mijdgeld’, de rekening moet wel betaald worden.

Ook het Zorgfonds wil een deel van de kosten via de belasting afrekenen. Een groter deel van de kosten wil zij compenseren door onderlinge concurrentie tussen verzekeraars op te heffen. Het Nationaal Zorgfonds pleit dan ook voor één centrale Rijksverzekeraar. Er worden dus niet alleen kosten, maar ook een aantal baten op de bon gezet. Een groot deel van de premies verdwijnt volgens het Fonds nu in de zakken van zorgverzekeraars. Daarentegen meldt de woordvoerder van Schippers dat de zorgkosten torenhoog zijn en verzekeraars hun handjes mogen dichtknijpen als er iets overblijft. Een kijkje in hun jaarverslagen maakt ons wijzer.

De Consumentenbond vergelijkt jaarverslagen van de grote vier: Achmea, Menzis, CZ en VGZ. Samen beslaan zij 90% van de zorgverzekeringsmarkt. In 2015 hebben zij gezamenlijk 9 miljard euro aan reserves opgebouwd. Europese toezichtregels[[Verplicht volgens de Europese richtlijn Solvabiliteit II. Zie ook De Nederlandsche Bank.]] verplichten echter een aanzienlijk deel hiervan: bij elkaar 5,6 miljard euro. Daarmee blijft afgerond 3,4 miljard euro aan restanten liggen. Hiermee kunnen verzekeraars weliswaar de premies laag houden en kosten dekken, maar in de praktijk verdwijnen er daarnaast jaarlijks nog miljoenen in hun spaarvarken. De premietekortvoorziening van 2014 bleek bijvoorbeeld ruim voldoende om de tekorten te dekken, maar stijgt desondanks het volgende jaar met 40 procent.[[In 2014 reserveerden de zorgverzekeraars 1.24 miljard euro ter premietekortvoorziening. Met dit bedrag konden de premietekorten ruim gedekt worden. Toch wordt het jaar erna een hoger bedrag gereserveerd, namelijk 1.75 miljard euro. Dit is een stijging van 40 procent. Zie ook Zorgverzekeraars in 2015 (Campagne 2016).]] Daarnaast potten de verzekeraars in 2015 met elkaar zo’n 307 miljoen euro op, noch als verplichte buffer noch ter premietekortvoorziening.

Eigen risico op nul: de rekening

Het eigen risico op dit moment afschaffen, zou ons om en nabij 280 euro per persoon kosten. Maar afschaffen hoeft niet te betekenen dat de volledige rekening bovenop uw premie komt. Op basis van jaarcijfers blijft een deel van de reserves onaangetast in de spaarpotten van verzekeraars achter. Er moet ook geld uit andere potjes komen, zoals de belasting. Daarmee is het eigen risico afschaffen naast een financiële, bovenal een politieke keuze.

Placeholder-female-2x

Jasmijn Missler

Student Master Journalistiek en Nieuwe Media (2016-2017)

Profiel-pagina
Placeholder-female-2x

Marieke Nieuwstraten

Student Master Journalistiek en Nieuwe Media (2016-2017)

Profiel-pagina