Gisteren maakte CDA-lijsttrekker Buma zich tijdens het lijsttrekkersdebat op NPO Radio 1 hard voor een maatschappelijke dienstplicht voor jongeren. Maar is daar wel animo voor? En is dat zomaar in te voeren?

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Het CDA voert nadrukkelijk campagne met het plan, maar ook een aantal andere partijen is volgens de Stemwijzer voorstander van het invoeren van een maatschappelijke dienstplicht voor jongeren. Dat zijn onder meer PvdA, PVV, Christen Unie en SGP.

Tijdens het lijsttrekkersdebat op NPO Radio maakt CDA-leider Sybrand Buma nog maar eens van de gelegenheid gebruik om de stelling te poneren dat er een maatschappelijke dienstplicht voor jongeren moet komen. En hij geeft dit als reden:

“Het merendeel van de mensen ziet het gebrek aan normen en waarden als het grootste probleem van dit moment. Wij willen dat drastisch veranderen, met de dienstplicht. Iedere jongere, of je nu Roderik of Ahmed heet, gaat hetzelfde doen. Werken voor een ander en niet voor jezelf.”

D66-lijsttrekker Alexander Pechtold reageert tijdens het debat meteen met de opmerking dat hij het “een raar idee” vindt. “Laten we niet doen alsof alle jongeren in Nederland niet deugen. Ik snap nu wel waarom zo weinig jongeren op het CDA stemmen.”

Voor- en tegenstanders

In de media is de afgelopen tijd het een en ander gepubliceerd over de maatschappelijke dienstplicht. Zo noemt econoom Mathijs Bouman in het FD de invoering van de maatschappelijke dienstplicht “slavernij-light” en hij geeft vijf economische argumenten om het plan naar de prullenbak te verwijzen. In het NRC schrijft Louise Fresco, voorzitter van de Universiteit Wageningen, daarentegen dat de dienstplicht cohesie en saamhorigheid met zich mee kan brengen.

7Days somt zowel voor- als nadelige aspecten op. Zo is de invoering mogelijk positief voor het tegengaan van oorlogsdreigingen, het disciplineren van jongeren en het opvangen van het personeelstekort bij defensie. Maar ook zijn er mogelijke nadelen: dienstplicht lijkt op slavernij, is te dwingend en te duur.

Wat jongeren willen

Uit een onderzoek door Maurice de Hond, op verzoek van het CDA, blijkt dat een meerderheid van de Nederlanders het een goede maatregel vindt om dienstplicht in te voeren.

Maar wat is de mening van jongeren zelf? Door Generation What is onder ruim tienduizend respondenten gepeild of zij voor of tegen de invoering van de dienstplicht zijn. Hieruit bleek dat een meerderheid van jongeren voorstander is van de dienstplicht voor zowel mannen als vrouwen, en met de optie om niet-militair werk te verrichten.

Een deel van de jongeren lijkt het dus geen probleem te vinden om in dienst te gaan. Hoogleraar sociologie Tanja van der Lippe vindt het echter een beperking dat de dienstplicht alleen geldt voor jongeren: “Het blijkt maar steeds dat jongeren het in onze maatschappij niet per se gemakkelijk hebben. De druk wordt al hoog ervaren in hun leeftijdsgroep, en ze kennen meer dan vroeger kansen op een burn-out. Waarom dus ook niet de ouderen betrekken bij de dienstplicht?”

Wat organisaties willen

Naast de jongeren, kan er gekeken worden naar de wenselijkheid van de dienstplicht door organisaties. Metro schrijft dat militaire vakbonden, organisaties voor vrijwilligers en instellingen in de zorg niet enthousiast zijn over het plan. De organisaties noemen dat het lastig is om jongeren, mogelijk ongemotiveerd, zo lang te begeleiden en vinden het gebrek aan vakkundigheid problematisch.

Igor Petrovic, die aan de VU promotie-onderzoek doet naar arbeidsgerelateerde onvrede binnen Defensie,  beaamt dat militaire vakbonden het plan niet als haalbaar zien. “Zo’n twintig jaar geleden is de dienstplicht in Nederland afgeschaft. Je kunt dit niet zomaar terugdraaien, want alle capaciteiten en doelen zijn veranderd. De afgelopen decennia was er sprake van militaire professionalisering. Mensen volgen tegenwoordig een lange opleiding om militair te worden.” Jongeren zonder dergelijke professionele kennis zouden moeilijk mee kunnen draaien.

En dat is niet het enige praktische probleem, noemt Petrovic. “Er is heel veel geld voor nodig om de dienstplicht plotseling weer in te voeren. De financiële last voor de organisatie zou te groot zijn.”

Ook hoogleraar sociologie René Bekkers ziet beren op de weg. “Voor maatschappelijke organisaties is het een grote uitdaging te werken met tijdelijke krachten van wie een deel een zinvolle besteding van de tijd verwacht en van wie een ander deel helemaal geen zin heeft. Het is niet eenvoudig dit plan tot een succes te maken,” legt hij uit.

Een gunstigere invulling

De overheid moet er volgens Petrovic beter bij stilstaan “welke problemen ze met de dienstplicht nu eigenlijk willen oplossen”. Mocht het doel van de dienstplicht zijn om jongeren ‘op te voeden’, dan moet er vanwege de praktische problemen voor organisaties misschien een andere oplossing gezocht worden.

Petrovic noemt als voorbeeld een vorm van dienstplicht die mogelijk gunstig is voor zowel jongeren als organisaties: “Scholen zouden ervoor kunnen zorgen om studiepunten te geven wanneer studenten werken bij bijvoorbeeld een vrijwilligersorganisatie. Dan kunnen jongeren zelf kiezen of en hoe ze de maatschappij willen dienen. En kunnen organisaties zelf bepalen of ze hiervoor jongeren willen uitnodigen.”

Conclusie

Er lijkt sprake te zijn van een tweedeling. Uit peilingen blijkt het merendeel van de Nederlandse burgers voorstander te zijn van het invoeren van de maatschappelijke dienstplicht. Maar organisaties waar deze jongeren voor zouden moeten gaan werken, zitten er niet op te wachten.

Placeholder-female-2x

Anna Schouten

Student Master Journalistiek en Nieuwe Media (2016-2017)

Profiel-pagina