Willen we onze economie draaiende houden, dan kunnen we maar beter genoeg vluchtelingen toelaten, meent Tweede Kamerlid Jan Paternotte van D’66. ‘Zonder vluchtelingen’, twittert hij, ‘zouden we nóg meer tekorten op de arbeidsmarkt hebben. Ongelooflijk dat sommige politici liever de grenzen sluiten en onze economie in de sloot rijden.’

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Bewering: Zonder vluchtelingen zouden we nóg meer tekorten op de arbeidsmarkt hebben.

Oordeel: Deels onwaar.

Bron van de bewering
Gevraagd naar de bronnen voor zijn claim stuurt Paternotte een wetenschappelijke publicatie, waaruit zou blijken dat de toestroom van asielzoekers een positief effect heeft op de economie. Ook wijst hij op een Amsterdams project om statushouders sneller uit de bijstand te krijgen.

Wat klopt er niet, en wat wel?

De publicatie betreft een macro-economisch onderzoek naar effecten van de komst van grote groepen migranten en asielzoekers in West-Europese landen in de jaren negentig. De wetenschappers kijken naar het effect op de overheidsuitgaven, de belastinginkomsten, het Bruto nationaal product per hoofd van de bevolking en de werkloosheid in de jaren die volgen op een grote instroompiek. Het onderzoek zegt dus niets over het al dan niet oplossen van tekorten aan arbeidskrachten. Bovendien blijkt uit de studie, die volgens econometrist Gerard Kuper van de Rijksuniversiteit Groningen degelijk in elkaar zit, dat de instroom van asielzoekers een verwaarloosbaar effect heeft op de economie. Alleen de komst van grote aantallen migranten heeft een positief effect gehad op de economie van de onderzochte landen. Het verschil tussen de twee groepen is niet zo opmerkelijk, omdat migranten vaak juist komen voor een baan.

Banen genoeg
Maar hoe zit het dan met al die openstaande functies, kunnen statushouders die niet vervullen? Er zijn ongeveer 264.000 openstaande vacatures in Nederland. Vooral in de handel, de zakelijke dienstverlening en de zorg is er behoefte aan werknemers, maar ook IT-bedrijven krijgen hun openstaande functies nauwelijks vervuld. Dat ligt echter niet aan een absoluut gebrek aan mensen: er zijn namelijk ook ongeveer 380.000 werklozen. De vraag is dus, of statushouders in staat zijn de arbeidsmarkt te betreden.

Het Centraal Bureau van de Statistiek volgt onder meer een grote groep vluchtelingen die in 2014 een verblijfsstatus hebben gekregen. Zij komen uit voornamelijk uit Syrië (52%), Eritrea (25%), Irak (3%), Afghanistan (3%), Iran (3%) en nog wat andere landen (14%). Momenteel betreft het 13.160 mensen, van wie ongeveer een kwart, 3.420 mensen, een baan van minimaal acht uur in de week heeft. Meer dan de helft van hen werkt in de horeca, een sector waar de werknemerstekorten een beetje gemiddeld zijn (20.900 vacatures). Verder werken velen in de handel en in uitzendbanen.

Tussen de verschillende nationaliteiten zijn wel verschillen. Zo heeft 35 procent van de Afghanen een baan, terwijl dat bij Syriërs en Eritreeërs 24 en 25 procent is. Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met hun slechte beheersing van het Nederlands en hun arbeidsmarktkwalificaties, vertelt Godfried Engbersen, hoogleraar Algemene Sociologie aan de Erasmusuniversiteit. Statushouders hebben vaak niet de erkende diploma’s die Nederlandse werkgevers verlangen, ook al wil dat niet altijd zeggen dat hun vaardigheden werkelijk tekortschieten. Maar hoe zit het dan met laaggeschoold werk? ‘We zien dat bij het uitzendwerk laaggeschoolden aan het werk komen,’ zegt Engbersen, ‘maar ook werk in de distributiesector veronderstelt enige talenkennis. Als het gaat om de tuinbouw zien we dat die sector vooral gedomineerd wordt door Poolse arbeiders.’ Daarbij spelen ook vooroordelen een rol. ‘Werkgevers denken vaak niet in de eerste plaats aan asielmigranten wanneer ze op zoek zijn naar werknemers.’

Sneller aan het werk

Engbersen deed namens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid uitvoerig onderzoek naar de grote groep vluchtelingen die in de jaren negentig naar Nederland kwam. Na acht jaar had ongeveer de helft van hen een baan. Op basis van het onderzoek adviseert Engbersen onder meer om veel sneller een realistische inschatting te maken van de arbeidsmarktkwalificaties van vluchtelingen. Niet alleen door te kijken naar een erkend diploma, maar vooral naar iemands kwaliteiten. Op basis daarvan zouden mensen gekoppeld kunnen worden aan een bepaalde gemeente – bijvoorbeeld aan de regio Eindhoven als ze geschikt zijn voor een technische functie. Ook verwijst hij naar de situatie in Duitsland, waar statushouders de benodigde vaardigheden op de werkvloer krijgen aangeleerd. ‘Er is nog wel een wereld te winnen’, aldus Engbersen.

Engbersen deed namens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid uitvoerig onderzoek naar de grote groep vluchtelingen die in de jaren negentig naar Nederland kwam. Na acht jaar had ongeveer de helft van hen een baan. Op basis van het onderzoek adviseert Engbersen onder meer om veel sneller een realistische inschatting te maken van de arbeidsmarktkwalificaties van vluchtelingen. Niet alleen door te kijken naar een erkend diploma, maar vooral naar iemands kwaliteiten. Op basis daarvan zouden mensen gekoppeld kunnen worden aan een bepaalde gemeente – bijvoorbeeld aan de regio Eindhoven als ze geschikt zijn voor een technische functie. Ook verwijst hij naar de situatie in Duitsland, waar statushouders de benodigde vaardigheden op de werkvloer krijgen aangeleerd. ‘Er is nog wel een wereld te winnen’, aldus Engbersen.

Dat blijkt ook uit de situatie in Amsterdam. Sinds 2016 worden vluchtelingen er sneller bijgeschoold en intensief begeleid om eerder te kunnen beginnen met werken. Dat lijkt inderdaad vruchten af te werpen: van de volwassen statushouders die tussen 2011 en 2013 naar Amsterdam kwamen, werkt 27 procent minimaal 12 uur per week, terwijl 14 procent minder dan 12 uur per week werkt. 59 procent is werkloos. Die cijfers zijn beter dan de landelijke cijfers, maar nog altijd niet ideaal.

Illusie

Engbersen denkt dat de rol die statushouders kunnen spelen bij het oplossen van de tekorten op de arbeidsmarkt ‘beperkt’ blijven. ‘Het idee dat je heel makkelijk asielmigranten zou kunnen plaatsen op de arbeidsmarkt, gegeven de tekorten die er zijn, is een illusie. Overal in West-Europa zie je dat het heel veel inspanningen kost om die inpassing te realiseren. En heel veel middelen.’

Conclusie 

‘Zonder vluchtelingen meer tekorten op de arbeidsmarkt’? Een deel van de statushouders vindt werk, dus van hen kun je zeggen dat ze een tekort op de arbeidsmarkt oplossen. Maar – al zijn er nog mogelijkheden tot verbetering – het merendeel van de statushouders is werkloos.

Placeholder-female-2x

Enith Vlooswijk

Freelance journalist

Profiel-pagina