In de Volkskrant beweerde historicus Willem Melching dat de mensen die in 2018 asiel zochten in Nederland, zullen leiden tot een totaalaantal nieuwe Nederlanders van minstens 100 duizend. Melching baseerde dit naar eigen zeggen op cijfers van het CBS. Nieuwscheckers controleerde deze cijfers en riep de hulp in van een migratie-expert. De realistische verwachting blijkt een stuk lager te liggen en is onderhevig aan veel verschillende factoren. Daarom beschouwen wij de bewering als onwaar.
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Het aantal asielzoekers in 2018 leidt tot minstens 100 duizend nieuwe Nederlanders.
Oordeel
Onwaar
Bron van de bewering
Op 24 november publiceerde de Volkskrant een opiniestuk van Willem Melching met de titel ‘Politici lopen met een grote boog om de hete brij van migratie heen’. De historicus bekritiseert in het artikel het migratiebeleid van Europa en Nederland. Melching noemt de volgende cijfers ter illustratie van het volgens hem gebrekkige beleid:
“Het CBS telde in 2018 bijna 27 duizend asielzoekers. Wanneer we daar een ‘nareizende’ partner en wat nakomelingen bij optellen, is elk cohort asielzoekers goed voor minstens 100 duizend nieuwe Nederlanders.”
Waarom klopt dit niet?
Op de website van het CBS staat dat in 2018 20,5 duizend asielzoekers naar Nederland kwamen. Het totale aantal asielverzoeken in 2018 (dus inclusief aanmeldingen van voorgaande jaren die nog niet verwerkt zijn) lag dat jaar op 24 duizend. Geen van beide komt overeen met de 27 duizend die Melching noemt.
Het kan tot anderhalf jaar duren voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een aanvraag behandelt. Volgens cijfers van de Rijksoverheid wordt echter slechts een kwart van die eerste aanvragen daadwerkelijk ingewilligd: van de in 2019 behandelde aanvragen was dit bijvoorbeeld 26 procent en van die in 2018 zelfs maar 21 procent.
Binnen drie maanden nadat asielzoekers een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd hebben gekregen, mogen partners, ouders of (pleeg)kinderen – ‘nareizigers’ dus – een aanvraag voor een afhankelijke asielvergunning indienen. De aantallen nareizigers lopen per jaar flink uiteen: in 2017 waren dat er bijvoorbeeld 14,5 duizend, maar in 2018 slechts 6.500.
Flip van Dyke, onafhankelijk expert op het gebied van migratiecijfers, legt uit dat deze uiteenlopende cijfers vooral te maken hebben met verwerkingsachterstanden. “Eind 2015 kregen we bijvoorbeeld tienduizenden asielzoekers. Besloten werd toen dat eerst de aanvragen worden afgehandeld, en dan pas de nareizigers. Dat had een duidelijk effect: in 2016 werden meer aanvragen afgehandeld en in 2017 meer de nareis. Verschillende jaren met elkaar vergelijken is dus moeilijk.”
Van Dyke zegt dat met het volgende sommetje een grove schatting gemaakt kan worden van het aantal vergunningen en nareizigers per groep asielzoekers:
20.500 * 50% toekenning = 10.250 + 100% nareis en reguliere migratie = 20.500.
“Anders gezegd: 20,5 duizend asielzoekers geven zeer ruim genomen 20,5 duizend verblijfsvergunningen. Je houdt dan geen rekening met achterstanden”, aldus Van Dyke.
Melching telt ook de nakomelingen van asielzoekers mee als ‘nieuwe Nederlander’. Moeders met een niet-westerse migratieachtergrond (eerste generatie) in Nederland krijgen volgens het CBS gemiddeld circa twee kinderen. Gaan we uit van de hypothetische, extreme situatie dat alle nieuwe vergunninghouders uit 2018 vrouwen in de vruchtbare periode van hun leven zijn en kinderen nemen, dan nog haalt dit niet de 100 duizend nieuwe Nederlanders (20.500 * 3 [één moeder en twee kinderen] = 61.500).
Deze schatting is natuurlijk veel te ruim, omdat we onder andere mannen, oudere vrouwen en kinderen niet meerekenen. In realiteit is minder dan de helft van alle asielzoekers vrouw, inclusief nareizigers. Van Dyke vult aan: “Niet weinig [van deze] vrouwen naderen of zijn al over de vruchtbare leeftijd. Het vruchtbaarheidscijfer daalt wereldwijd en vrouwen van buitenlandse herkomst nemen al snel de gewoontes van de lokale bevolking over.”
Reacties
Tijdens contact met Nieuwscheckers herinnert Willem Melching zich niet precies de bron van zijn startaantal van 27 duizend asielzoekers. Hij geeft aan dat de berekening niet de kern van het betoog vormde, maar het gebrek aan regie van EU-landen rond migratiekwesties. “Aan dat probleem doen uw berekeningen en correcties niets af”, aldus Melching. De realiteit is volgens hem dat afgewezen asielzoekers niet vertrekken. Ook uitgeprocedeerde migranten zonder verblijfsvergunning beschouwt Melching dus als ‘nieuwe Nederlander’.
Een recent onderzoek van Maastricht University wijst uit dat Nederland 44 procent van de afgewezen asielzoekers terugstuurt naar het land van herkomst. De overige 56 procent (op basis van de 20,5 duizend nieuwe asielzoekers in 2018 zo’n 11,5 duizend extra mensen) blijft, maar heeft geen nareizigers. Melching stelt in zijn reactie dat het krijgen van een verblijfsvergunning “niet of minder relevant [is] voor hun aanspraken op woonruimte”. Alleen de uitgeprocedeerde asielzoekers met kinderen hebben echter recht op opvang in een Gezinsopvanglocatie; de rest wordt in detentiecentra geplaatst of belandt op straat.
Van Dyke legt uit dat de IND niet het daadwerkelijke aantal asielzoekers telt, maar het aantal ingevulde formulieren. “Die staan niet aan elkaar gelijk: er zijn veel meer formulieren dan mensen.” Als een eerste aanvraag wordt afgewezen, komt er bijvoorbeeld vaak een tweede, maar dan dus wel voor dezelfde persoon. “Ook vullen velen een nareizigersformulier in, zonder daadwerkelijk naar Nederland te komen. En naast de mensen die na afwijzing terug worden gestuurd zijn er een hoop die niet in Nederland blijven, maar hun geluk beproeven in bijvoorbeeld Duitsland. Het lastige is dat daar geen officiële cijfers over zijn; de grens ga je immers zo over, zonder controle. Wat het meest van belang is voor migratiecijfers zijn degenen die wel een verblijfsvergunning krijgen. Alleen zij hebben recht op huisvesting, school, werk et cetera.”
Frank van Zijl, hoofdredacteur Opinie van de Volkskrant, geeft aan dat er simpelweg geen tijd is om alle artikelen voor publicatie te factchecken. “We zijn maar een kleine redactie. Als er echt alarmbellen afgaan bij een bepaald stuk, controleren we het natuurlijk wel. Dat is in dit geval niet gebeurd.”
Conclusie
Het is lastig het aantal asielzoekers over een bepaalde periode concreet te berekenen. Hoeveel nieuwe Nederlanders een groep asielzoekers uiteindelijk voortbrengt, is een kwestie van speculeren. De berekeningen van migratie-expert Flip van Dyke en Nieuwscheckers zijn gebaseerd op concrete cijfers van betrouwbare bronnen en zeer ruim genomen. Toch vallen zij aanzienlijk lager uit dan de door Willem Melching genoemde minstens 100 duizend nieuwe Nederlanders. Zijn bewering beschouwen wij dus als onwaar.