Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Omdat je meer bonen moet eten dan vlees om aan je dagelijkse eiwitbehoefte te voldoen, betekent dit dat overschakelen van vlees naar bonen leidt tot meer landgebruik.
Oordeel
Deels onwaar
Bron van de bewering
Tijdens een debat in de Tweede Kamer tussen Lammert van Raan van de PvdD en Caroline van der Plas van de BBB op 7 oktober 2021, deed Van der Plas een aantal uitspraken over eiwitgehalte en landgebruik. Er ontstond een discussie naar aanleiding van een motie van Van der Plas, waarin ze voorstelt dat de regering boeren niet moet onteigenen, omdat er nog heel veel mensen in de wereld honger lijden doordat er voedselschaarste is. Vervolgens stelt Van Raan dat het voeden van de wereldbevolking alleen maar kan als veel meer mensen plantaardig voedsel gaan eten. Van der Plas bestrijdt dat vervolgens:
“Kijk, om te voldoen aan de eiwitbehoefte moet je veel meer bonen eten. De hoeveelheid eiwitten die je inneemt door het eten van een bordje bonen staat niet gelijk aan de hoeveelheid eiwitten die je inneemt door het eten van een biefstuk. Ik noem even bonen, maar het kan van alles plantaardigs zijn. Meer bonen betekent meer landgebruik.”
Drie beweringen
De uitspraken van Van der Plas kunnen als drie afzonderlijke beweringen worden gezien: 1. over de hoeveelheid eiwitten in vlees en bonen, 2. over de dagelijkse eiwitbehoefte, en 3. over het landgebruik. We bekijken deze drie beweringen hieronder afzonderlijk.
Bewering 1
De hoeveelheid eiwitten in een bord bonen staat niet gelijk aan de hoeveelheid eiwitten in een biefstuk.
Oordeel
Waar
Waarom is dit waar?
Een van de meest uitgebreide databases over wat we eten en drinken is die van FoodData Central van het Amerikaanse ministerie van landbouw. In deze database is van duizenden soorten eet- en drinkwaar vastgesteld wat er allemaal in zit.
100 gram biefstuk (gebakken) bevat volgens deze database 29,2 gram eiwit.
Het eiwitgehalte in ‘bonen’ hangt sterk af van wat voor soort boon er wordt bedoeld. In nierbonen (kidneybonen), een van de meest gegeten bonen in Nederland, zit bijvoorbeeld 8,7 gram eiwit per 100 gram.
In sojabonen is dit 16,9 gram eiwit per 100 gram, het hoogste van alle gekookte bonen. Wanneer de sojabonen geroosterd worden, kan de hoeveelheid eiwit oplopen tot 43,3 gram eiwit per 100 gram. Dit komt doordat het water in de bonen verdampt, waardoor het totale gewicht van de bonen afneemt maar de hoeveelheid eiwit vrijwel constant blijft.
Aangezien het niet gebruikelijk is om de bonen op deze manier te eten als vleesvervanger bij het avondeten, laten we de geroosterde bonen verder buiten beschouwing. In de bewering van Van der Plas wordt niet benoemd om welke soort boon het gaat, maar elk soort bonen in blik of gekookt bevat minder eiwit per 100 gram dan biefstuk. Zie de onderstaande tabel voor het eiwitgehalte van enkele veel gegeten peulvruchten en van biefstuk.
Bewering 2
Je moet meer bonen eten dan biefstuk om aan je dagelijkse eiwitbehoefte te voldoen.
Oordeel
Waar
Waarom is dit waar?
Aangezien bonen per 100 gram minder eiwit bevatten dan biefstuk, lijkt het logisch dat hier meer van gegeten moet worden om aan de dagelijkse eiwitbehoefte te voldoen. Deze dagelijkse eiwitbehoefte is volgens de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) vastgesteld op 0,83 gram per kilogram lichaamsgewicht voor volwassenen. Voor kinderen en zwangere vrouwen ligt deze behoefte wat hoger. Een volwassene van 70 kg (en die niet zwanger is) heeft dus dagelijks 58,1 gram eiwit nodig.
Als we de cijfers van FoodData Central die hierboven genoemd zijn gebruiken, kunnen we berekenen dat je van biefstuk, sojabonen en kidneybonen respectievelijk 199 gram, 344 gram en 668 gram moet eten om aan je dagelijkse eiwitbehoefte te voldoen. Je moet dan dus meer dan drie keer zoveel kidneybonen eten als biefstuk.
Afgezien van de absolute hoeveelheid eiwit, is het ook van belang wat om wat voor soort eiwit het gaat. Eiwitten uit plantaardige producten zijn soms lastiger te verteren dan die uit dierlijke producten. Hierdoor moet je van plantaardige bronnen ongeveer 20-30% meer eiwitten eten om aan de eiwitbehoefte te voldoen, zo staat op de website van het Voedingscentrum. Als we dit ook meenemen in de berekening, dan betekent dit dus dat je niet drie, maar ongeveer vier keer zoveel kidneybonen moet eten als biefstuk en ongeveer twee keer zoveel sojabonen.
Bewering 3
Omdat er meer bonen nodig zijn om aan de eiwitbehoefte te voldoen, is er meer landbouwgrond nodig.
Oordeel
Onwaar
Waarom is dit onwaar?
Tot slot de bewering over het landgebruik. Om hier data over te vinden, duiken we de wetenschappelijke literatuur in. Een handige website die op een begrijpelijke en toegankelijke manier wetenschappelijke data presenteert is ourworldindata.org. Op deze website kunnen we een overzicht vinden van de impact die verschillende voedselwaren hebben op het milieu.
Hieronder valt ook het landgebruik. Deze data komen uit een studie uit 2018 waarin de voedselproductie is onderzocht van 38,700 boerderijen in 119 verschillende landen. Het landgebruik drukken de onderzoekers uit als de oppervlakte (in vierkante meter) die nodig is om één kilogram van een bepaald voedselwaar te produceren (zie figuur hieronder).
De onderzoekers vonden dat voor 1 kg soja, er 3,52 vierkante meter land nodig is. Kidneybonen of bruine bonen zijn niet afzonderlijk onderzocht, maar vallen in het onderzoek onder ‘other pulses’ (andere peulvruchten). Hiervoor is per kilogram 15,57 vierkante meter land nodig. Voor een kilogram rundvlees is veel meer land nodig: 326,21 vierkante meter. Dat is dus bijna honderd keer zoveel als voor een kilogram soja.
Om te weten hoeveel landbouwgrond nodig is per voedselwaar om aan de dagelijkse eiwitbehoefte te voldoen, moeten we nog even een kleine berekening uitvoeren, met alle cijfers die hierboven besproken zijn:
Ook wanneer rekening wordt gehouden met het feit dat je meer bonen moet eten dan biefstuk om aan je dagelijkse eiwitbehoefte te voldoen, is er nog steeds veel meer land nodig om dat biefstuk te produceren dan dat bordje bonen. Overschakelen van het eten van rundvlees naar het eten van bonen zorgt dus niet voor meer landgebruik, maar juist voor minder landgebruik.
Conclusie
Hoewel het klopt dat vlees per 100 gram meer eiwit bevat dan bonen en er dus meer bonen nodig zijn dan vlees om aan de dagelijkse eiwitbehoefte te voldoen, zorgt het overstappen van het produceren van vlees naar het produceren van bonen niet voor meer landgebruik. Dit komt doordat voor de productie van een kilo vlees veel meer land nodig is dan voor een kilo bonen.
Bronnen
- Verslag van het Tweede Kamerdebat
- Voedingsdata biefstuk
- Voedingsdata sojabonen, gekookt
- Voedingsdata sojabonen, geroosterd
- Voedingsdata kidneybonen
- Voedingsdata kikkererwten
- Voedingsdata linzen
- Richtlijn gemiddelde eiwitbehoefte van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid
- Richtlijn gemiddelde eiwitbehoefte van het Voedingscentrum
- Data van Our World in Data over milieu-impact van voedingsmiddelen