Het aantal bezoekers bepaalt het succes van een evenement, zo lijkt de gemiddelde journalist te denken. In Het Parool: Record voor grachtenfestival: 53.000 bezoekers, op NU.nl: Festival Incubate trekt twee keer zoveel bezoekers, en in Trouw: 24 Uur Cultuur trekt bijna 15.000 bezoekers naar Rotterdam. Maar de cijfers zijn lang niet altijd betrouwbaar. In veel gevallen wordt het bezoekersaantal bepaald door een grove schatting die de kranten klakkeloos overnemen. Zo kan een organisatie ongestraft naar boven afronden: “Je mag best wat breder schatten.”
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Simpele vraag
Onze vraag aan organisatoren van evenementen was simpel: “Hoe berekenen jullie het aantal bezoekers?” De antwoorden die we kregen liepen behoorlijk uiteen. Aan de ene kant zijn er evenementen zoals de HISWA en De Parade. Deze vinden plaats op een besloten terrein en zijn alleen toegankelijk voor wie een kaartje heeft gekocht. Op deze manier is het bezoekersaantal vrij precies vast te stellen. Doorvragen leert dat vrijkaarten bij dat aantal inbegrepen zijn. Zo trok De Parade dit jaar 267.000 bezoekers, maar slechts twee derde van dat totaal was een betalende bezoeker. Ongeveer 89.000 mensen (kinderen, 65+ers en relaties) kregen dus gratis toegang.
Aan de andere kant zijn er vrij toegankelijke, (grotendeels) gratis evenementen, zoals 24 Uur Cultuur in Rotterdam, het Grachtenfestival in Amsterdam of VJ op de Dom in Utrecht. De organisatie van dit soort festivals komt tot het bezoekersaantal door te schatten.
Het Utrechtse VJ op de Dom trok zo’n 6.500 bezoekers. Namens het festival licht Annemarie de Jong toe: “Het is een ruwe schatting. We hebben elk uur vanuit een hoger gelegen pand op het Domplein uitgekeken en samen met de politie en beveiligers een inschatting gemaakt. Maar dat is lastig, zeker door de in- en uitloop.” Ook het Grachtenfestival werkt met schattingen, aldus organisator Wim van de Laak: “Ons bezoekersaantal van 53.000 bestaat voor 30 procent uit verkochte toegangsbewijzen en voor 70 procent uit schattingen van het publiek dat op de gratis, openbaar toegankelijke programmaonderdelen afkomt.”
Geen flauw idee
Persvoorlichter Derrick Smittenaar van 24 Uur Cultuur noemt het aantal van 15.000 bezoekers “een voorzichtige optelsom van schattingen”. Het festival bestaat uit ongeveer 160 betaalde en onbetaalde voorstellingen op 70 verschillende locaties in Rotterdam. De organisatie vroeg de grootste locaties om een schatting en telde die cijfers bij elkaar op. Dubbeltellingen zijn dus niet uitgesloten: omdat het festival programmaroutes voorstelt, trekken mensen langs meerdere locaties op een dag, en kunnen ze op elke plek opnieuw weer meegerekend worden. Opvallend is bovendien dat de persvoorlichter geen informatie heeft over het aantal verkochte kaarten voor besloten voorstellingen: “Ik heb echt geen flauw idee.”
Niemand checkt
Onze vraag aan de nieuwsmedia die berichten over bezoekersaantallen publiceerden was eveneens simpel: “Controleren jullie het vermelde bezoekersaantal?” Eensgezind wezen de media die wij benaderden (De Telegraaf, Trouw, Het Parool, NU.nl) naar het ANP. “Voor ons is het ANP een betrouwbare bron met kundige journalisten – zoals het dat is voor veel kranten en omroepen”, aldus adjunct-hoofdredacteur Gert-Jaap Hoekman van NU.nl. “Als we verder geen aanleiding zien, laten wij het checken van cijfers en andere informatie dan ook over aan hen”, Het ANP controleert de bezoekersaantallen echter ook niet. Rob van Rooijen, chef Binnenland: “Nee, ik zou niet weten hoe we dat moeten controleren. Kijk, we verwijzen altijd: ‘dat maakt de organisatie bekend’, maar we gaan niet zelf dingen doen.” Het komt wel eens voor – vooral bij demonstraties – dat het ANP conflicterende cijfers van de organisatie afzet tegen cijfers van gemeente en politie. Dat zijn uitzonderingen: doorgaans neemt het ANP geen contact op met organisatie of gemeente en geeft het door het evenement gerapporteerde bezoekersaantal door. Deze situatie werd bevestigd in ons onderzoek: geen enkel evenement is benaderd door het ANP of een ander medium met een vraag over het bezoekersaantal.
Aura van betrouwbaarheid
We ontdekten een patroon in de vertaling die het ANP maakt van persbericht naar nieuwsbericht. Evenementen brachten persberichten uit met koppen als: “Geslaagde opening cultureel seizoen Rotterdam” (24 Uur Cultuur) en “Grachtenfestival verbindt Amsterdam met klassieke muziek”. In het nieuwsbericht dat het ANP ervan maakt wordt dat: “24 Uur Cultuur trekt bijna 15.000 bezoekers” en “Record voor Grachtenfestival: 53.000 bezoekers”. Derrick Smittenaar (24 Uur Cultuur) noemt de focus op cijfers “echt een ANP-ding”: “Alsof dat het enige is wat belangrijk is.” Willem Koetsenruijter geeft in zijn boek Cijfers in het nieuws een verklaring. Volgens hem hebben cijfers een aura van betrouwbaarheid, maar onthouden tegelijkertijd maar weinig mensen iets van al die cijfers. Cijfers hebben daarmee een speciale functie in het nieuwsbericht: “ze onderstrepen de betrouwbaarheid van de bron”.
Het blijkt lastig om de bezoekersaantallen van organisatoren te vergelijken met cijfers van gemeente of politie. Sandra Geskes, persvoorlichter van politiekorps Rotterdam-Rijnmond meldt desgevraagd dat de politie géén cijfers bijhoudt op dit vlak. (De gemeente Rotterdam reageerde niet op vragen om toelichting.) Iris Reshef, bestuursvoorlichter bij de gemeente Amsterdam, deelt mee dat het meten van bezoekersaantallen voor veel gemeenten problematisch is. Alleen bij evenementen die de gemeente (mede-)organiseert wordt er van het bezoekersaantal een schatting gemaakt.
“Een riedeltje cijfers”
Het ANP en andere media controleren bezoekersaantallen niet en gemeente en politie hebben geen vergelijkbare cijfers. Tegelijkertijd weten evenementen dat cijfers het goed doen in het nieuws. “Als een persbericht in de smaak moet vallen, dan geven we ze een riedeltje cijfers. Dat vinden ze prettig, dat verteert blijkbaar makkelijk”, zegt Wim van de Laak (Grachtenfestival). In combinatie met de wetenschap dat publieksbereik steeds belangrijker is geworden bij subsidieverstrekkers en sponsoren, is er een prikkel om bezoekersaantallen te overdrijven of kunstmatig hoog te houden. Van de Laak erkent dat het in het huidige culturele klimaat heel belangrijk is dat er ‘een markt’ voor het evenement is, maar zegt dat zijn festival zo eerlijk mogelijk de bezoekersaantallen rapporteert. Annemarie de Jong van VJ op de Dom stelt echter: “Je mag wel wat breder schatten. Dat helpt bij de verantwoording naar de gemeente en fondsen.”
Conclusie
Onze rondvraag leverde twee inzichten op. Ten eerste controleren ANP en andere media de bezoekersaantallen die evenementen rapporteren niet of nauwelijks. Dat is vreemd, juist omdat ze dat cijfer vaak als het belangrijkste nieuws brengen. Met de mededeling: ‘dat maakt de organisatie bekend’ leggen media de verantwoordelijkheid bij de bron en onthouden ze zich van het geven van context bij het bezoekersaantal. Want is het cijfer gebaseerd op een ruwe schatting of op exacte kaartverkoop? En hoeveel betalende bezoekers waren er eigenlijk? We lezen het nergens terug.
Daaruit vloeit voort dat evenementen slecht gefundeerde ramingen kunnen rapporteren. Media controleren namelijk niet en er zijn geen vergelijkbare cijfers. Het noemen van hoge bezoekersaantallen levert twee voordelen op: het creëert nieuwswaarde en het voorziet het festival van mooie veren om mee te pronken bij geldverstrekkers. Hoewel er evenementen zijn die de manier waarop ze hun bezoekersaantal berekenen goed kunnen verantwoorden, maken andere evenementen gebruik van een tamelijk grove schatting. Daarbij was er in één geval (het Utrechtse VJ op de Dom) duidelijk sprake van overdrijving.