Mensen met een verminderde weerstand kunnen maar beter geen broodjes döner kebab eten,waarschuwde de Consumentenbond op 26 oktober. Meer dan de helft van de onderzochte broodjes zit vol met bacteriën en op 5 van de 49 zat zelfs een ‘poepbacterie’. Maar zo bijzonder en gevaarlijk is die bacterie helemaal niet. Met het döneronderzoek wil de Consumentenbond ook de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onder druk zetten om inspectie-gegevens openbaar te maken. Maar het rapport van de bond zelf mag Nieuwscheckers niet zien. “Onze eigen testmethodes maken wij niet openbaar.”

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Het onderzoek van de Consumentenbond bestrijkt 49 kebabzaken in vijf grote steden in Nederland. 27 van de 49 broodjes werden door de bond bestempeld als ‘te vol’ met bacteriën. Daarbij benadrukt de Consumentenbond dat op vijf broodjes de darmbacterie Escherichia coli (E. coli) werd aangetroffen.

Media smullen van poepbacterie

Vrijwel alle nationale media schrijven dezelfde dag nog over het onderzoek. Waar de Volkskrant nog redelijk trouw blijft aan het persbericht (‘Helft broodjes döner kebab volgens Consumentenbond vol bacteriën’), dikt Sp!ts het nieuws een beetje aan (‘Döner kebab stikt van de bacteriën’). De Telegraaf spant de kroon met de kop ‘Broodje kebab vaak broodje poep’. Zelfs het Jeugdjournaal besloot niet zo ver te gaan, zo meldt eindredacteur Joris Marseille op Twitter.

Robbert Ophorst, de internetredacteur van De Telegraaf die het bewuste artikel heeft geschreven, reageert: “Ik kon hem niet weerstaan. E. coli is natuurlijk niet letterlijk poep, maar ja: een kop wil je toch een beetje vettig en prikkelend aanzetten. Een kop over het aantal bacteriën zou wellicht feitelijker zijn geweest, maar in dit geval beleefde ik te veel plezier aan de poep-analogie.”

Ook de rest van de media volgt het persbericht en schrijft over de poepbacterie en de grote risico’s voor zwakkeren. Google indexeert maar liefst 571 resultaten (van traditionele nieuwsmedia tot blogs en tweets) die melding maken van deze vieze vondst in broodjes kebab.

Zwartmakerij van gehele sector

Kebabproducenten organiseerden op 5 november een bijeenkomst om de aantijgingen te bestrijden. Abdurrahman Akbulut (Helal Food) heeft niets tegen het onderzoek van de Consumentenbond, maar werd kwaad omdat de media te veel de nadruk legden op het negatieve. Faruk Halici (Jilpaq Holding): “Wij kebabproducenten zijn tegen de overdreven generalisatie die de Nederlandse pers maakt, wij verzetten ons tegen de zwartmakerij van de volledige kebabindustrie. Het is niet fair om een sector, waar jaarlijks vijftig miljoen euro in wordt omgezet, over dezelfde kam te scheren. Uit drie à vijf slechte voorbeelden de conclusie trekken dat alle gevallen zo zijn, is onlogisch en onbegrijpelijk.”

“Onderzoek is uit de context geplukt, met een enorme beschuldiging eronder”
Hoe gevaarlijk is die ‘poepbacterie’ nu eigenlijk? Escherichia coli is een goedaardige darmbacterie die bij alle mensen voorkomt. In bijzondere gevallen kan hij ziektes veroorzaken: volgens het RIVM is e. coli jaarlijks de oorzaak van 625 tot 1125 voedselinfecties. Maar deze nuancering maakt de Consumentenbond niet.

Ivan Wolffers, bijzonder hoogleraar Gezondheidszorg en Cultuur aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, vindt de ophef rondom de bacterie enorm overdreven. “Het klinkt onfris, maar in het echt valt het mee. Hier wordt niemand ziek van, die bacterie hebben we allemaal. Zwakkeren kunnen altijd wel iets oplopen omdat zij nu eenmaal minder weerstand hebben.” De hoogleraar stelt vooral dat het onderzoek aan context mist: “Dit onderzoek is gedaan op basis van een vooraf gegeven stelling dat deze bacteriën er niet in mogen zitten, terwijl ze zich ook op toetsenborden, deurklinken en bankbiljetten bevinden. De belangrijkste vraag is dan ook niet welke bacteriën er in een broodje kebab zitten, maar welke bacteriën er absoluut niet in zouden mogen zitten. Als er bijvoorbeeld salmonella was aangetroffen, was het een heel ander verhaal.”

Het is een algemeen waanbeeld dat er vreselijke ziektemakers op zo’n Turks broodje kunnen zitten, vindt Wolffers: “We hebben een rare fobie ten opzichte van dergelijk voedsel, dat maakt dat onze perceptie een graadje gespannener is om iets te ontdekken. Ik wil niet zeggen dat het een tendentieus onderzoek is, maar ik zou hierom graag een breder onderzoek gezien hebben.” Hij oppert dat er naast broodjes kebab ook broodjes gezond onderzocht hadden kunnen worden, iets dat men van nature wellicht meer vertrouwt, maar waar evengoed deze bacteriën op zitten. Ook laakt de hoogleraar het feit dat het aantal bacteriën niet gekwantificeerd wordt en dat er nu enkel geroepen wordt dat de broodjes ‘vol zitten met’.

Sensatie

Volgens Wolffers zijn zowel de bond als de media zelf schuldig aan de overdrijving rondom het onderzoek. Om media-aandacht te genereren leggen onderzoekers te vaak de nadruk op het sensationele aspect, maar journalisten moeten op hun beurt weer wat kritischer zijn. Het artikel van De Telegraaf vindt Wolffers dan ook getuigen van slechte smaak en hij is van mening dat dit soort berichtgeving niemand helpt.

De Telegraaf-journalist zelf, Robbert Ophorst, vindt dat het aan de lezer is om bij het lezen van een dergelijk nieuwsbericht de betrouwbaarheid van de Consumentenbond te wegen: “In het verleden hebben ze wel een paar pijnlijke missers gehad, waaronder hun onderzoek naar printercartridges, maar dit was een dusdanig opvallend bericht met de juiste mix van luchtigheid, herkenbaarheid en aansprekendheid dat alle media het onmiddellijk oppikken.” Omdat op de bewuste vrijdagochtend drie media het nieuws publiceerden (AD, ANP en de Consumentenbond) vond Ophorst het niet nodig om het bericht te checken bij de bond of bij een externe deskundige om meer context te bieden.

Lobby tegen NVWA

Het grote verhaal achter het kebabonderzoek, vertelt woordvoerder Babs van der Staak, is dat de Consumentenbond wil benadrukken dat de Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) haar gegevens openbaar moet maken over onhygiënische horecagelegenheden.  De bond wil al jaren dat consumenten precies weten waar ze aan toe zijn als ze ergens eten. Zelf weigert de Consumentenbond echter haar eigen onderzoeksgegevens vrij te geven: “Onze eigen testmethodes maken wij niet openbaar.” De bond publiceert een persbericht waarin staat dat de helft van alle broodjes vol zit met bacteriën, maar Van der Staak reageert met de mededeling dat het niet de taak van de bond is om te melden om hoeveel en welke bacteriën het hier gaat. Dit zou de NVWA juist moeten doen.

Conclusie

Hoewel de Consumentenbond aangeeft vaker dergelijk onderzoek te doen, lijkt de uitkomst van de dönertest haar erg goed uit te komen. Om nogmaals te benadrukken dat de NVWA-gegevens openbaar moeten worden gemaakt, scoort de bond met nieuws over ‘poepbacteriën’ in een sector die toch al niet door iedereen vertrouwd wordt. Doordat context en nuancering ontbreken, worden consumenten onterecht bang gemaakt. Kebabzaken lijden onder de generalisatie door de bond en de media. Iedereen kan gerust een broodje kebab eten, de poepbacterie is namelijk ongevaarlijk. Het klinkt onfris, dat wel. Maar daar proef je niks van.