Na een reeks schiet- en steekincidenten onder Antillianen bracht het ANP op 23 september opvallend goed nieuws: ‘Criminaliteit onder Antillianen en Marokkanen daalt’. Volgens een onderzoek van de Erasmus Universiteit zouden Antillianen en andere minderheden in Rotterdam in 2009 minder vaak verdacht zijn van een misdrijf dan in 2008.  Een van de onderzoekers zelf wil harde conclusies liever een jaar uitstellen. Nieuwscheckers zoekt de nuances. 

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Eerst was er de steekpartij tussen twee Antillianen op 19 augustus dit jaar. Drie dagen later een nieuwe schietpartij, waarvoor twee Antillianen zijn opgepakt. Twee weken daarna, op donderdag 2 september, werd de 16-jarige Quincy Schumans in Amsterdam doodgeschoten door een achttienjarige jongen, vermoedelijk een vriend. Slachtoffer en dader waren beide van Antilliaanse afkomst. Het weekend daarna was het weer raak: een 22-jarige Antilliaanse Rotterdammer werd doodgeschoten op een feestje in Rotterdam.

De Antillianen kwamen hierdoor zo negatief in het nieuws dat een meerderheid van CDA, VVD en PVV in de Kamer pleitte om leden van deze bevolkingsgroep die veroordeeld zijn voor ernstige geweldsdelicten terug te sturen naar de Antillen. Ook Antillianen zelf spraken zich uit tegen het geweld en er kwam op 3 oktober een protestmars, Stop the violence.

Na alle negatieve berichtgeving volgde op 23 september een opvallend ANP-bericht: ‘Criminaliteit onder Antillianen en Marokkanen daalt’. ‘Steeds minder Rotterdammers van Antilliaanse en Marokkaanse komaf worden verdacht van een misdrijf’, zo meldde het nieuwsbericht. Het artikel geeft een daling van de van misdrijf verdachte Antillianen weer: van 8,8 procent in 2008, naar 7,2 in 2009. Ook bij andere minderheden is sprake van zo’n daling, aldus het ANP onder verwijzing naar de Monitor Antilliaanse en Marokkaanse Rotterdammers 2010. Dit onderzoek werd uitgevoerd door het Risbo, het onderzoeksbureau verbonden aan de Erasmus Universiteit, in opdracht van de gemeente Rotterdam.

Toch ontbreekt het een en ander in het nieuwsbericht. Zo zijn de cijfers uit de monitor gebaseerd op registratie van verdachten in het Herkenningsdienstsysteem (HKS) van de politie Rotterdam-Rijnmond en aangevuld met gegevens van de KLPD, het Korps landelijke politiediensten. Deze gegevens kunnen een vertekend beeld geven, zoals de onderzoekers zelf opmerken in de methodologische bijlage van het rapport: ‘Deze daling is mogelijk (deels) het gevolg van een andere werkwijze in de registratie van verdachten in HKS.’

Maar dat roept vragen op over de berichtgeving. Joanne van der Leun, hoogleraar criminologie aan de Universiteit Leiden en gespecialiseerd in grote steden en migratie, was in eerste instantie verrast door het artikel. ‘Normaal zie ik vooral negatieve trendlijnen. Toen ik het onderzoek verder ging bekijken, bleek echter dat het eigenlijk helemaal niet zo’n opvallende daling illustreert.’ De daling is volgens haar veel te zwaar aangezet: ‘Eigenlijk is er geen sprake van een daling, maar zijn de cijfers nu juist op een “normaal” niveau.’  Hiermee doelt zij op volledigheid van de registratie van het HKS-systeem sinds 2009. Verdachten die later vrijgesproken zijn, werden voorheen vaak dubbel geteld in het systeem.  Dat betekent een mogelijke vertekening van de cijfers. Van der Leun: ‘Als onderzoeker zou ik een daling zo dan ook niet naar buiten hebben durven brengen.’

Volgens Jan de Boom, een van de onderzoekers van de monitor, klopt de berichtgeving wel, maar moet er eerder gesproken worden van een voorzichtige daling.  Ten opzichte van 2007 hebben we over 2008 ook al een lichte daling kunnen constateren, aldus De Boom. Voor meer zekerheid had hij liever wel nog tot volgend jaar willen wachten met het publiceren van de cijfers. ‘Als de cijfers dan weer op zo’n niveau zijn, dan pas zou ik daar definitieve conclusies aan willen verbinden zoals een daling.’

Toch verscheen de daling als een nieuwsfeit in diverse media. Niet alleen nu.nl, maar ook NOS headlines, De Pers, RTV Rijnmond en  Spits namen het nieuws onmiddellijk over. De schrijvers van het ANP-bericht, Robert Verkerk en Ruben Murk, geven zelf aan dat ze het gehele onderzoek hebben gelezen voor zij hun artikel publiceerden: ‘Uiteraard hebben wij de rapporten ook ingezien, gelezen en beoordeeld. Dat lijkt ons nodig om een artikel te kunnen schrijven. Wij hebben beide rapporten in ons bezit en hebben daarover naar aanleiding met twee van de vier onderzoekers uitgebreid contact gehad. Bovendien hebben wij de verantwoordelijke bestuurders van de gemeente Rotterdam geconfronteerd met de uitkomsten van het onderzoek.’

‘Een mogelijke daling’ 
Maar wat ging er dan mis? Monique Koemans, criminoloog aan de Universiteit Leiden en vroeger werkzaam geweest als journalist bij Het Parool, stelt: ‘Het gaat vaak fout omdat het nieuws naar buiten wordt gebracht alsof het een feit is. In dit geval spreken de onderzoekers over een mogelijke daling en durven zij hier zelf nog geen conclusies aan te verbinden. Een mogelijke daling was een betere omschrijving, maar natuurlijk een minder sprekende kop. In dit geval zou ik als journalist de onderzoekers hebben nagebeld of het bericht niet geplaatst. Maar goed, ik ben zelf al tien jaar geen journalist meer.’

Nabellen hebben Verkerk en Murk in ieder geval wel gedaan. Zij spraken met twee van de vier onderzoekers. Deze reacties zijn echter niet terug te zien in het stuk en ook de ‘uitvoerige gesprekken in de stad’, die de auteurs naar eigen zeggen hebben uitgevoerd, zijn in het stuk niet terug te vinden. Een laatste reactie van de ANP-auteurs: ‘De daling is een trend van de afgelopen jaren, zowel ten tijde van het nieuwe als oude systeem, zoals ook uit het rapport blijkt.’ De veranderingen in het systeem waardoor de daling mogelijk niet zo groot is als in het bericht staat, daar hebben de journalisten het, naar eigen zeggen, niet meer met de onderzoekers over gehad.