Kinderen die elke dag snoepen, hebben meer kans om later in hun leven veroordeeld te worden wegens geweldpleging. Zo vatten Nederlandse en Britse media begin oktober een onderzoek samen van psycholoog Simon C. Moore van de universiteit van Cardiff.  Een onderzoek onder 17.500 mensen, aldus De Telegraaf. Zo’n grote groep, dat moet wel betrouwbaar zijn, dacht de journaliste. Maar Moore turfde slechts 19 gewelddadige snoepers.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Groeien kinderen die elke dag snoepen op tot gewelddadige volwassenen?, wilde Moore weten. Hij gebruikte voor zijn onderzoek gegevens over 17.500 Britse kinderen die vanaf hun geboorte in 1970 zijn gevolgd tot in hun 34e levensjaar. Uit de resultaten, gepubliceerd in de oktobereditie van het British Journal of Psychiatry, bleek dat 69 procent van degenen die op latere leeftijd crimineel gedrag vertoonde, vroeger dagelijks snoepte.

De oorzaak? Kinderen die elke dag mogen snoepen, leren niet om de bevrediging van hun behoeften uit te stellen, veronderstelt Moore. Het snoepen werkt gevoeligheid voor verslaving in de hand, die vervolgens weer kan leiden tot gewelddadig gedrag op latere leeftijd.

Aprilgrap

De media smulden ervan. ‘Elke dag snoep leidt tot geweld’, kopte De Telegraaf op 1 oktober. Ook Trouw gebruikte met ‘Snoepende kinderen vaker gearresteerd’ een stellige kop, evenals het Reformatorisch Dagblad in zijn papieren editie. Opvallend is dat Britse media de conclusies veel voorzichtiger presenteren. De BBC zet het ‘verband’ tussen aanhalingtekens (‘Daily sweets ‘linked’ to violence’). En de Britse gezondheidsorganisatie National Health Service (NHS) heeft van de kop een vraag gemaakt (‘Can sweets turn you sour?’).

De NHS laat bovendien twee critici aan het woord, onder wie Julian Hunt, directeur van het Britse Food and Drink Federation: “Dit moet wel een één april-grap zijn. Onsociaal gedrag ontstaat uit psychologische en andere diepgewortelde sociale oorzaken, zoals een slechte opvoeding. Dat komt echt niet doordat je als kind dagelijks een snoepje kreeg.” Die mening is misschien te verwachten van een snoepverkoper. Maar ook Nederlandse onderzoekers zijn sceptisch.

Te veel aandacht
Volgens Frits Muskiet, hoogleraar klinische chemie en pathophysiology aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, maakt deze studie een causaal verband tussen snoepen en agressief gedrag niet overtuigend aannemelijk: “Er is gekeken of mensen op 34-jarige leeftijd gewelddadig gedrag vertonen en dat werd in verband gebracht met hun (zelf gerapporteerde) snoepen op 10-jarige leeftijd.” De uitkomsten van Moores studie zijn volgens Muskiet slechts ‘hypothesevormend’. Hij gelooft dan ook dat de conclusies te veel aandacht krijgen in dit stadium en dat het publiek de uitkomsten niet op hun bewijzende kracht kan schatten.

Veelzeggend is ook dat de geraadpleegde deskundigen niet bekend zijn met vergelijkbare onderzoeken die Moores resultaten zouden kunnen ondersteunen. Muskiet kent geen onderzoeken naar de relatie tussen voeding en gedrag die gehouden worden met dieren.

Meer vragen dan antwoorden
Ap Zaalberg, onderzoeker op het gebied van voeding en gedrag aan het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Justitie, kent wel studies die een verband onderzochten tussen suikerconsumptie en antisociaal gedrag. Deze studies vormen echter niet voldoende ondersteuning voor Moores theorie omdat volgens deze niet het eten van suiker zelf agressiviteit veroorzaakt maar dat kinderen niet leren om hun behoeftebevrediging uit te stellen.

Zaalberg wijst op een fundamenteel probleem van dit type onderzoek, namelijk dat het niet experimenteel is: dat wil zeggen dat er geen controlegroep is gebruikt en dat de onderzochte personen niet willekeurig zijn geselecteerd en vergeleken met een controlegroep.  Deze onderzoeksgroepen worden vervolgens aan verschillende behandelingen en omstandigheden blootgesteld, zodat eventuele invloeden van buitenaf willekeurig over de verschillende proefpersonen worden verdeeld. Zaalberg:

“Alleen dan kun je met enige zekerheid iets zeggen over oorzaak en gevolg. Er zijn bij Moores onderzoek heel goed alternatieve verklaringen mogelijk. Er kan zelfs sprake zijn van omgekeerde oorzakelijkheid. Bij zo’n verklaring is het snoepen niet de oorzaak van het latere antisociale gedrag, maar het gevolg. Het is goed denkbaar dat moeite hebben met impulscontrole en met uitstellen van behoeftebevrediging de oorzaak is van zowel een verhoogde kans op antisociaal gedrag, als het snoepgedrag in het verleden. Maar er zijn veel meer verbanden mogelijk, zoals de auteurs ook zelf aangeven in hun artikel. Het zou namelijk ook kunnen zijn dat mensen die veel snoepen er ook andere, minder gezonde leefgewoontes op nahouden.”

Overigens stelt Zaalberg dat het feit dat dit onderzoek niet per se bewijst dat snoepen antisociaal gedrag veroorzaakt, niet wil zeggen dat het omgekeerde waar is. “Ooit, meer dan een halve eeuw geleden, is het verband tussen roken en longkanker in een soortgelijk onderzoek voor het eerst zichtbaar gemaakt. Dit was het startpunt van ander onderzoek dat gaandeweg oorzakelijkheid heeft aangetoond.”

Onoplettende media
Nieuwscheckers vroeg onderzoeker Simon Moore naar zijn reactie op de kritiek. Over de ‘1 april’-opmerking van Julian Hunt zegt hij: “Het is niet eens april… Dit soort opmerkingen neem ik uiteraard niet serieus. Degenen wier kritiek ik wel vrees, zijn de belangrijke wetenschappers die ook in mijn vakgebied opereren. Gelukkig hebben we veel positieve geluiden over ons onderzoek gehoord.

Ook hebben we het voor elkaar gekregen dat er weer veel gepraat wordt over voeding. Waar ik me wel zorgen over maak, is de kritiek dat wij een onlosmakelijk verband zouden leggen tussen het eten van snoep en gewelddadig gedrag. Veel wat in de media wordt gerapporteerd, verschilt ontzettend veel van ons gepubliceerde onderzoek. Zelfs eenvoudige dingen, als de omvang van onze steekproef.”

Ook vroegen we Moore naar alternatieve verklaringen voor de onderzoeksresultaten. Zou het snoepgedrag bijvoorbeeld niet het gevolg kunnen zijn van agressiviteit? Moore:

“Dat lijkt er niet op, aangezien we ook het agressief gedrag tijdens de kindertijd hebben onderzocht. Het belangrijkste is dat onze bevindingen interessant zijn en meer aandacht verdienen. Begrijpen hoe factoren uit de jeugd kunnen leiden tot agressief gedrag kan belangrijk zijn in de vermindering van geweld. Dit onderzoek kan bijvoorbeeld verbreed worden tot een ruim onderzoek waarin het opgroeiproces van kinderen op lange termijn wordt gevolgd. Dus niet alleen voeding en dergelijke, maar ook andere factoren.”

Moore geeft ook direct aan dat het snoepen niet dé oorzaak is van geweld op latere leeftijd: “Het is een ingewikkeld onderzoeksgebied. Het snoepen alleen kan niet de schuld krijgen.”

19 van de 7.000
De website van Science laat echter zien dat de conclusies van Moores onderzoek niet alleen vergezocht zijn, maar ook dat deze zijn gebaseerd op wel heel kleine aantallen. Niet 17.000, maar de gegevens van slechts 7.000 personen zijn opgenomen in het onderzoek – de rest kwam niet in aanmerking voor data-analyse. Slechts 38 personen bleken op latere leeftijd gewelddadig gedrag te vertonen, waarvan de data van 28 ook daadwerkelijk geanalyseerd konden worden. Van hen at 69 procent vroeger dagelijks snoep. Een snelle rekensom leert ons dat maar 19 personen – van de 7.000 – dus het verband tussen het snoepen als kind en gewelddadig gedrag op latere leeftijd aantoonden. Kan je dit magere resultaat dan wel zo groot publiceren?

Die vraag stelden we ook aan onderzoeker Moore. “In het onderzoek waren er uiteindelijk 38 proefpersonen die gewelddadig gedrag vertoonden. Mijns inziens is dit aantal groot genoeg om iets nuttigs te kunnen zeggen over welk effect voeding in de jeugd kan hebben op latere leeftijd – zolang je voorzichtig bent met de statistieken. Daarbij moet je in het achterhoofd houden dat gewelddadig gedrag iets is wat niet erg vaak voorkomt, wat het lastig maakt om dit onderwerp op grote schaal te onderzoeken. Als je het onderzoek anders uitvoert, bijvoorbeeld door volwassenen die gewelddadig gedrag vertonen te vragen naar hun voedingspatroon als kind, zijn de resultaten minder betrouwbaar, omdat mensen zich dat niet meer precies kunnen herinneren. De resultaten uit ons onderzoek zijn dan wellicht wat minder significant, maar wél honderd procent betrouwbaar.”

“Dit is wel De Telegraaf
Hoewel het snoeponderzoek veel vragen onbeantwoord laat en hoewel ook de onderzoekers zelf tot voorzichtigheid manen, presenteerden Nederlandse kranten het verband tussen snoepen en geweld zonder andere bronnen te raadplegen en het onderzoek in een bredere context te plaatsen. Het Reformatorisch Dagblad heeft het artikel overgenomen van het persbureau AP en aanzienlijk ingekort wegens ruimtegebrek. Redacteur Anton Stam heeft het artikel niet zelf samengesteld, maar licht toe waarom er verder geen achtergrondinformatie is gebruikt en geen andere bronnen zijn geraadpleegd: “We hebben een kleine redactie en weinig tijd.”

Chantal Anthonio (De Telegraaf) baseerde zich op de BBC.  Het onderzoek leek haar geloofwaardig “omdat er veel mensen bij betrokken waren.” Daarnaast beschouwt zij de BBC als een betrouwbare bron. De kop ‘Elke dag snoepen leidt tot geweld’ is volgens haar in de eerste plaats gekozen vanwege zijn aansprekendheid. De BBC liet twee critici aan het woord, Anthonio niet: “Dit is wel De Telegraaf.”

Hoe dan ook, het lijkt erop dat Moore zijn conclusies iets te snel en onzorgvuldig heeft getrokken. Dagelijks snoepen zal er dus niet voor zorgen dat je in de gevangenis terechtkomt: de tandartsstoel lijkt een veel zekerder gevolg.