Tien weken lang dook journalist Sebastiaan van der Lubben als factchecker in de Leidse politiek. Hij woonde commissie- en raadsvergaderingen bij, noteerde opmerkelijke uitspraken en schreef daar voor het Leidsch Dagblad wekelijks een factcheck over. Factcheck071 groeide in korte tijd uit tot een begrip in de Leids politiek.
Het journalistieke project Factcheck071 is voorgekomen uit een behoefte en een mogelijkheid, zegt mede-initiatiefnemer Peter Burger, universitair docent Journalistiek en Nieuwe Media aan de Universiteit Leiden en medeoprichter van het factcheckproject Nieuwscheckers.nl:
“Er wordt veel geklaagd over de afkalving van de lokale en regionale journalistiek. Wij zagen een kans om Nieuwscheckers in te zetten voor het factchecken van beweringen door politici in raads- en commissievergaderingen. Dat zou naar ons idee iets nieuws en verdiepends toevoegen aan de Leidse politieke verslaggeving.”
Bekend terrein
Met ‘we’ bedoelt Burger zichzelf
en collega-docent en factcheck-expert Alexander Pleijter, met wie hij
Nieuwscheckers runt. “We vinden dat uitspraken van politici in het algemeen te
veel worden gerapporteerd door journalisten in plaats van gecontroleerd.
Bovendien kenden we nog geen Nederlandse gemeente waarin dat was geprobeerd.
Vandaar Factcheck071”, verklaart Burger.
Met het plan voor een uniek lokaal factcheckproject, opgezet in samenwerking met het Leidsch Dagblad, stapten Burger en Pleijter naar het Leids Mediafonds. De subsidieaanvraag werd gehonoreerd en Factcheck071 kon van start gaan.
Sebastiaan van der Lubben, (freelancejournalist, onderzoeker en docent aan de School voor Journalistiek in Utrecht) nam de uitvoering voor zijn rekening: tien factchecks, waarvan zeven gebaseerd op uitspraken uit commissie- of raadsvergaderingen en drie van anderszins (bijvoorbeeld via Twitter) verspreide claims.
Van der Lubben studeerde politicologie in Leiden en is naar zijn eigen zeggen in de stad “blijven hangen”. Hij was docent Journalistiek en Nieuwe Media aan de Universiteit Leiden en volgde de afgelopen jaren de lokale politiek al voor diverse projecten bij het Leidsch Dagblad. Het gemeentehuis was bekend terrein.
Organisch
En zo fietste Van der Lubben
minimaal zeven keer op donderdagavond naar het gemeentehuis om een commissie-
of raadsvergadering bij te wonen. ’s Middags had hij de agenda’s van de vergaderingen
al doorgespit om te weten wat hij die avond kon verwachten.
“De tien factchecks die we hebben gedaan zijn heel organisch tot stand gekomen”, vertelt Coen Polack, chef van de stadsredactie van het Leidsch Dagblad:
“De verslaggever heeft uit elke bijgewoonde vergadering meerdere opties voor factchecks gehaald en we hebben steeds gezamenlijk – Sebastiaan van der Lubben, onze raadsverslaggever, Alexander Pleijter en ik – besloten welke claim de interessantste check zou opleveren.”
Tijdens de vergaderingen schreef Van der Lubben dus mee met het debat, wachtend op checkbare uitspraken. “Maar dat was niet altijd makkelijk”, erkent hij. “In Leiden zijn poltici genuanceerd. De ‘Leidse debatmethode’ voorkomt felle discussies. Er worden vooral vragen gesteld en standpunten gegeven, maar echt felle discussies met dito uitspraken zijn er weinig.”
Met lege handen kwam Van der Lubben gelukkig nooit thuis, maar veel scheelde het vaak niet: “Ik heb wel eens een inspreker gecheckt, omdat dat het enige interessante punt op de agenda was.”
Haastige klus
Omdat de factcheck steeds in de zaterdagkrant verscheen, had Van der Lubben slechts één dag om een van de genoteerde bevindingen na te trekken. Een haastige klus, zeker wanneer de beoogde experts niet bereikbaar zijn voor verdiepend commentaar. Over de check over geveltuintjes vertelt Van der Lubben:
“Ik had de afdeling ecologie op de universiteit gebeld, maar iedereen was weg! Dan is het ineens drie uur en staat het angstzweet tot in je bilnaad. Om half vier werd ik door een ecoloog teruggebeld, die gelukkig het hapklare antwoord had.”
Uiteindelijk zijn alle tien de factchecks op tijd in de krant verschenen. Van der Lubben: “Het is virtu et fortuna: kunde en geluk. Ik was ook eens om elf uur al klaar.”
Factcheck071 richtte zich op verschillende maatschappelijke en politieke thema’s. Zo is er geschreven over bomen, geveltuintjes, parkeerplaatsen, de ‘vrijheid’ van de Leidse markt en de toestand van plaatselijke sportverenigingen. Check hier alle checks van Factcheck071.
Een factchecker op de perstribune
Vanaf de eerste check waren politici zich ervan bewust dat er een factchecker op de perstribune zat. Van der Lubben vertelt: “Een wethouder zei eens tijdens een vergadering dat ze niet precies wist hoe iets zat, maar er wel vertrouwen in had dat ze gelijk had. ‘En anders horen we het wel van de factchecker’, zei ze toen.”
Ook Coen Polack zag dat de
factchecks iets teweegbrachten in de gemeenteraad: “De verslaggever kreeg
reacties, de factchecks werden genoemd in de beraadslaging en er waren zelfs
raadsleden die probeerden de factchecker op in hun ogen leugenachtige collega’s
af te sturen.”
“Gemeenteraadsleden zeiden regelmatig tegen elkaar
dat uitspraken gefactcheckt kunnen worden”, bevestigt Arjen Liemburg,
gemeenteraadslid van de PvdA. “Als dat tot wat meer voorzichtigheid en
zorgvuldigheid leidt onder politici is dat alleen maar goed.”
Ook fractievoorzitter van GroenLinks, Ashley North, volgde de wekelijkse factcheckrubriek met belangstelling. “In het begin dacht ik: is het niet wat ouderwets, zo’n factcheck? Maar het werkte wel!” Hij vervolgt:
“De factchecker koos onderwerpen die je niet direct aan zag komen en lichtte kleinere thema’s uit. Zo merkten we dat best veel uitspraken die in de gemeenteraad worden gedaan niet gefundeerd zijn en snel weerlegd kunnen worden. Dat levert gespreksstof op binnen de fractie. Hij trok zijn eigen agenda, waardoor iedereen er scherper van werd.”
Waakhondfunctie
Wethouder Paul Dirkse (Kennis, Onderwijs, Sport en Financiën; D66) werd met zijn uitspraak over bouwkosten (“gebrek aan geschoold personeel drijft de bouwkosten van Leidse projecten op”) zelf onderwerp van een factcheck. Hij reageert:
“Mijn indruk is dat feiten tegenwoordig minder populair zijn, maar daarmee niet minder belangrijk voor goede besluitvorming. Het is dus goed dat feiten centraal staan bij Factcheck071, offline en online voor iedereen toegankelijk.”
Dirkse vindt het project een waardevol initiatief: “Ik zie ook dat het iets losmaakt in de raad en in de stad. Het houdt politici en bestuurders scherp. En als het dan ook nog bijdraagt aan een groeiende interesse in gemeentelijke politiek dan is dat mooi meegenomen.”
“Het is een mooi voorbeeld van directe verslaggeving van de lokale politiek op een innovatieve manier”, reageert Bob Nieman van het Leids Mediafonds, dat de financiering van het project verzorgde. Volgens hem past het format van Factcheck071 goed bij een lokaal medium: “Door direct uitspraken uit te zoeken wordt de waakhondfunctie van de journalistiek op een mooie, nuttige manier vervuld.”
Dat vindt ook Dorien Verbee, fractievoorzitter van de VVD in Leiden: “Het is de taak van een journalist om de politiek te controleren.”
Context
Maar juist die waakhondfunctie is
voor Van der Lubben niet het belangrijkste nut van een factcheckrubriek. Hij
ziet zichzelf niet als scheidsrechter die louter politici op hun vingers tikt
wanneer ze een ongefundeerde uitspraak doen. Zijn doel is om de politiek aan de
man te brengen, om burgers te mobiliseren. “Het debat wordt door checks
verbreed naar de samenleving. Dat is een kernwaarde van de journalistiek.”
Naast het beoordelen van de claim met ‘waar’, ‘onwaar’ of iets ertussenin, informeren de factchecks de lezer over de complexe context waarin de claim wordt geponeerd en de afwegingen die eraan voorafgaan. “In de krant lees je het nieuws, het product van een politiek debat,” verklaart Van der Lubben, “maar je leest niet over het debat zelf, over de tegenstellingen die aan bod zijn gekomen.”
Arjen Liemberg (PvdA) onderschrijft die opvatting: “Factchecks leiden tot handzame overzichten van nuttige feiten en tot het inzicht dat veel dingen genuanceerder zijn dan de enkele oneliner soms doet vermoeden.” Tot dat inzicht kwam hij zelf ook, toen een van zijn uitspraken op Twitter (“hoe lager het inkomen, hoe minder auto’s”) door Van der Lubben onder de loep werd genomen en, in de context van Leiden, onwaar werd bevonden. Daarover zegt Liemberg:
“Ik vond het een interessante conclusie om te lezen, die mij dan ook tot verder onderzoek stimuleerde. Want als de uitspraak voor heel Nederland wel opgaat – volgens het CBS – ben ik benieuwd waarom het in Leiden dan anders zou zijn.”
Een type zoals Van der Lubben
Van der Lubben ziet de voortzetting van een wekelijkse factcheckrubriek wel zitten, maar het liefst met wat meer tijd voor de productie. “Anders blijven misschien onderwerpen liggen, die meer diepgang vergen en niet in een dag te onderzoeken zijn.” En of hij in het vervolg auteur zou willen blijven? “Zeker, ik heb het erg leuk gevonden en zou het zo weer doen. Je hebt een type nodig zoals ik”, verklaart de journalist met een knipoog.
Drie eigenschappen van een goede lokale factchecker (volgens Sebastiaan van der Lubben)
1. Je bent niet bang van complexe (veelal Engelse) wetenschappelijke teksten en onderzoek.
2. Je hebt er geen moeite mee om mensen met de nodige expertise op te bellen en stevig te bevragen.
3. Je hebt ervaring en een netwerk opgebouwd binnen de lokale politiek.
Ook Bob Nieman zegt namens het Leids Mediafonds blij te zijn dat Factcheck071 is gerealiseerd. “Als ik het Leids Dagblad was, zou ik ermee doorgaan!” Of het Mediafonds in dat geval weer een subsidie zou verlenen mag hij niet zeggen, maar “de beoordeling van het project nu zal in de toekomst worden meegewogen bij een potentiële nieuwe aanvraag”, bevestigt Nieman.
Mogelijke uitbreiding
Tot dusver lijkt het oordeel overwegend positief te zijn. Er is lokaal behoefte aan verdieping en verbreding van het politieke debat, en daarin wil het Leidsch Dagblad naar eigen zeggen blijven voorzien. Coen Polack:
“Ik ben heel tevreden over hoe de factchecks zijn uitgepakt. Het was een experiment en ik had, voor we van start gingen, best wat vragen en enige scepsis. Want: is er genoeg interessants te checken in een gemeenteraad? Heeft het zin om te doen? En voor later: is het zonder steun van een Mediafonds ook te doen qua tijd en kosten? Maar nu aangetoond is dat het kan en dat het werkt, moeten we het naar mijn idee blijven doen en ik ben ervan overtuigd dat dat gaat lukken.”
Daarnaast spreekt Polack van een mogelijke uitbreiding naar andere lokale media:
“Er is een vervolg afgesproken, waarbij Peter Burger en Alexander Pleijter een groep redacteuren van onze regionale kranten de werkwijze gaan uitleggen om tot dit soort factchecks te komen. Daarmee komen binnenkort hopelijk meer gemeenteraden onder dit haarscherpe vergrootglas te liggen.”