7000 euro, dat is wat de overheid per jaar investeert in iedere student, zelfs na de invoering van het leenstelsel. Dat is althans wat PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher afgelopen maandag beweerde tijdens het debat De Student Kiest. Nieuwscheckers ging na of deze uitspraak klopt. Uitkomst: Asscher heeft gelijk.
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
De PvdA-lijsttrekker baseert zijn cijfers op de begroting [pdf] voor 2017 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In dit document staat inderdaad dat dit jaar de onderwijsuitgaven per hbo- en wo-student jaarlijks 6800 euro zijn. Vanaf 2018 moet daar nog eens 200 euro bijkomen, wat dus neerkomt op een investering van 7000 euro per student per jaar.
“Met een snelle rekensom kom ik op overeenkomstige bedragen uit”, vertelt Bas Jacobs, hoogleraar economie en overheidsfinanciën aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. “De uitgaven bestaan uit twee onderdelen: het bedrag dat het rijk betaalt aan de hogere onderwijsinstellingen en de kosten van de ov-jaarkaart. Voor de invoering van het leenstelsel kwamen de kosten voor de basisbeurs daar ook nog bij, toen sprak je over een ruime 10.000 euro per student per jaar.”
Het geld dat de overheid betaalt aan onderwijsinstellingen gaat onder meer naar het salaris van docenten, de aanschaf van apparatuur, vernieuwing van gebouwen en de scholing van docenten. Kortom, geld dat geïnvesteerd wordt in het onderwijs voor studenten.
Ook volgens Lex Borghans, hoogleraar arbeidseconomie en sociaal beleid aan de Universiteit Maastricht, is die 7000 euro een aardige benadering van de werkelijkheid: “Het idee achter de investering van geld in studenten door de overheid is simpel: wie nu studeert, verdient later waarschijnlijk een hoger inkomen dan iemand die niet naar de hogeschool of universiteit is geweest. Dat betekent ook dat ze meer belasting gaan betalen.” Op deze manier verdient de overheid haar investering uiteindelijk weer terug. Voor zowel student als samenleving is deze regeling dus voordelig.
Conclusie
Asschers claim dat er jaarlijks ongeveer 7000 euro in iedere student geïnvesteerd wordt door de overheid, klopt. “We betalen dit met z’n allen, omdat het belangrijk is dat we alles uit iedereen halen”, sprak Asscher, alsof die uitgaven uit pure liefdadigheid door de regering worden gedaan. Dat is natuurlijk niet helemaal waar, want uiteindelijk moeten die investeringen weer terug in de staatskas komen door de hogere belastingopbrengsten van afgestudeerden die aan het werk gaan.