De Volkskrant stelde op 29 september het tekort aan artsen in Nederland aan de kaak. Lange wachttijden in ziekenhuizen en bliksembezoekjes bij de dokter zouden symptomen zijn van het probleem. Oplossing: schaf de numerus fixus af voor medicijnen-studenten. Waarom put de krant voor zo’n verstrekkende conclusie maar uit één bron: consultancybureau Roland Berger? Nieuwscheckers stuit op een primeurdeal. De consultant: “Dit is voor ons beiden een win-win situatie.’’ De redacteur: “We doen onze lezers niet tekort door maar één bron te gebruiken, als die ene bron maar goed is.’’ Maar is die bron wel zo goed?

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Verplicht voorpaginanieuws

“Nederland heeft te weinig medisch specialisten en één van de oplossingen daarvoor is het afschaffen van de numerus fixus.’’ Zo opent het artikel Tekort artsen is barrière markt’ in de Volkskrant van 29 september. De journaliste, Carlijne Vos, baseert zich op de Zorgstudie 2009 die is uitgevoerd door consultancybureau Roland Berger uit Amsterdam. De insteek voor het artikel was volgens Vos vrij snel gevonden: “Samen met het consultancykantoor hebben we ervoor gekozen om één concrete aanbeveling uit het rapport te gebruiken voor het Volkskrant-artikel. Waar de andere aanbevelingen vrij algemeen van aard zijn, was de aanbeveling over de numerus fixus juist erg duidelijk.”

Robin Alma, projectmanager en medeoprichter van het Healthcare Competence Center van Roland Berger in Nederland, vertelt Nieuwscheckers dat hij wel vaker ‘samenwerkt’ met kranten: “Het artikel van Carlijne Vos is het resultaat van een samenwerkingsverband tussen ons kantoor en de Volkskrant. Een soortgelijke deal hebben we vorig jaar gemaakt met het Financieele Dagblad. Carlijne Vos is bij ons op kantoor op bezoek geweest en heeft gesproken met de mensen die zijn bezig geweest met deze zorgstudie.’’

Maar wat hield die deal nou exact in? “Dat de Volkskrant de primeur zou krijgen over de resultaten van de zorgstudie en dat wij een publicatie over het rapport op de voorpagina van de Volkskrant kregen’’, aldus Alma. “Dit is voor ons beiden een win-win situatie.’’

Het eindresultaat is dus een deal tussen een ‘onafhankelijke’ kwaliteitskrant en een commerciële onderneming.  (En Roland Berger profiteerde niet voor de eerste keer van de samenwerking met Carlijne Vos. ) Zitten de Volkskrant lezers wel te wachten op dergelijke deals of hechten zij meer waarde aan objectiviteit en hoor en wederhoor? Vos laat in haar artikel namelijk alleen Tijo Collot d’Escury, partner bij Roland Berger, aan het woord, terwijl toch meer bronnen een mening over dit onderwerp hebben. “Natuurlijk hadden we wel andere bronnen aan het woord willen laten, maar als we dat hadden gedaan, waren zij met de scoop aan de haal gegaan”, zegt Vos. Fokke Obbema, chef van de redactie economie bij de Volkskrant, ziet geen probleem: “We doen onze lezers niet te kort door maar één bron te gebruiken, als die ene bron maar goed is.’’ Hij ziet het nut ook niet in van het raadplegen van andere bronnen: “Met wie zou je hier wederhoor moeten plegen?’’ Vos reageert tot slot: “Wel hebben we geprobeerd in een vervolgstuk de volgende dag de mensen uit de beroepsgroep en van de overheid aan het woord te laten.”

Numerus fixus
Toch zijn ook bij de inhoud van het artikel kanttekeningen te plaatsen. Een aandachtspunt uit het rapport van Roland Berger luidt: “De introductie van marktwerking zal leiden tot het einde van de numerus fixus en afschaffing van de beperking van het aantal opleidingsplaatsen.’’  Ten onrechte concludeert Vos hieruit dat de numerus fixus te koppelen is aan het aantal medisch specialisten.

Je kunt de numerus fixus niet koppelen aan  het aantal medisch specialisten, vindt Kees van Dorp, lid van de directie beleidsontwikkeling hoger onderwijs van het ministerie van OCW en bovendien werkzaam op het gebied van het ‘medisch cluster’: “Niet elke basisarts wordt specialist.’’ Bovendien vindt Van Dorp, die zegt niet voor het hele ministerie te spreken, afschaffing van de numerus fixus een ‘radicaal statement’. Opleidingen hebben volgens hem te weinig capaciteit om afschaffing op te vangen en dit zal leiden tot hogere kosten voor universiteiten. Afschaffing gaat volgens Van Dorp ook ten koste van de kwaliteit van onderwijs. Daarnaast vindt hij het financieel onaantrekkelijk omdat er meer werklozen zullen komen: “Je moet de poort niet aan het begin openzetten, als deze aan het eind gesloten is.’’

Creatief met cijfers
Tot slot zijn de cijfers en de grafiek in het Volkskrant-artikel afkomstig van Roland Berger, Vos heeft ze direct overgenomen. Volgens haar gaat het om een rapport van een gerenommeerd consultancykantoor waarbij zij er vanuit gaat dat de cijfers kloppen.’

Toch wijken de getallen af van de officiële cijfers zoals ze in eerste instantie door de internationale economische denktank OESO zijn berekend. “In de cijfers van Roland Berger zijn de arts-assistenten, zowel die in opleiding als niet in opleiding, meegenomen in de berekening’’, aldus Robin Alma. “Dit heeft tot resultaat dat onze grafiek van specialisten 0,4 hoger ligt dan de officiële OECD-cijfers.’’ Alma verklaart dit verschil als volgt: “De reden hiervoor was dat arts-assistenten in Nederland een groot deel van het werk in ziekenhuizen opknappen en voor een representatief beeld moeten worden meegenomen in de berekening.’’

Volgens Niels Oerlemans, senior beleidsmedewerker van NVZ ziekenhuizen, is de lage hoeveelheid specialisten in Nederland in vergelijking tot andere OECD-landen niet problematisch. “Dat het aantal specialisten per hoofd van de bevolking in landen als Tsjechië en Griekenland hoger ligt dan in Nederland, zegt niet zoveel over de kwaliteit van de zorg’’, aldus Oerlemans. “Het niveau van de specialisten in deze landen is een stuk lager’’, vermoedt hij. “Daarbij is ook de vraag hoe zij de zorg hebben georganiseerd. Wij richten ons op taakherschikking en bepleiten dat veel routinewerkzaamheden worden verricht door gespecialiseerde verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten, en physician assistants. De specialist moet er zijn voor het complexe en moeilijke werk’’, concludeert Oerlemans tot slot.

Hoor en wederhoor: Robin Alma (consultancybureau Roland Berger) en Willem van der Ham (Orde van Medisch Specialisten) in De Praktijk (AVRO, 29 september 2009).