Tijdens de zomervakantie ontstaat er een “tsunami aan seksueel overdraagbare aandoeningen bij jongeren”, kopte Sp!ts op 2 september 2011. Zij zouden te gemakkelijk vrijen zonder condoom en zich daarna niet regelmatig laten testen. Deze stevige uitspraak werd door verschillende bronnen in het stuk ondersteund, maar cijfer-materiaal kwam er niet aan te pas. Reden tot schrik? Niet na wat nader onderzoek door Nieuwscheckers: jaarlijks gaat het aantal soa-besmettingen wel iets omhoog, maar dat heeft weinig te maken met de zomerperiode en er is al helemaal geen sprake van een vloedgolf.
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
In het Sp!ts-artikel neemt Bram ter Harmsel, voorzitter van stichting SoaCare en gynaecoloog bij de Reinier de Graaf Groep in Delft en Voorburg, het voortouw. Zijn stichting claimt dat er een ‘sterke toename van besmettingen’ is tijdens de zomervakantie, maar onderbouwt dit niet met cijfers. Die cijfers zijn er ook niet, bekent Ter Harmsel: “Er is geen onderzoek gedaan en daarom wil ik hierbij de term tsunami relativeren. Maar er zijn ook relatief weinig cijfers, want die worden niet goed verzameld en opgeslagen. Soa Aids Nederland, de andere bron in het stuk, heeft ook geen concrete cijfers, noch de GGD.” Dus waarom dit bericht? “We willen aandacht vestigen op dit probleem. Mensen zijn niet voorzichtig genoeg tijdens het vrijen, het hoeft maar een keer onbeschermd te zijn en je kan besmet zijn met een soa. Dit is op zich niet erg, mits mensen zich regelmatig laten testen.”
Goedkope aandacht
En juist om die testen gaat het volgens dokter Ter Harmsel. “De meeste testen verkocht via de drogist zijn maar voor 40 procent betrouwbaar en dat betekent dat er een gevaar is dat er mensen een negatieve uitslag hebben terwijl ze juist wel besmet zijn.” En precies in deze niche springt SoaCare door op hun vernieuwde website achtergrondinformatie te geven over soa’s en thuistesten aan te bieden die wel betrouwbaar zijn. Ook via Twitter en Facebook, allebei opgericht in de week van de publicatie van het artikel, wil SoaCare hun cliënten te woord staan.
“We hebben een persbericht de deur uit gedaan naar specifieke media om te kijken of ze het verhaal zouden oppikken. Je kunt allerlei advertenties zetten, maar nu schrijven journalisten stukjes voor ons. Zeker voor een stichting met weinig middelen is dit een goedkope manier om in het nieuws te komen. Binnenkort gaan we het weer proberen.”
Kansberekening
Naast Ter Harmsel komt ook de medicus Koen Quint voor in het artikel. Gepromoveerd op een proefschrift over chlamydia, is hij nu dermatoloog in opleiding bij het LUMC. Opvallend genoeg is Quint ook op vrijwillige basis betrokken bij stichting SoaCare als adviseur. Dit vermeldt Sp!ts niet, wat de illusie wekt dat er vier in plaats van drie bronnen zijn gebruikt.
Toen Nieuwscheckers contact zocht met Quint, wilde hij geen telefonisch interview afleggen. “Tot nu ben ik vier keer geïnterviewd door de media, waaronder Sp!ts, en twee keer onjuist geciteerd zonder inzage vooraf.” Ook in dit artikel waren zijn woorden verdraaid, aldus Quint: “De cijfers van chlamydiabesmetting in de stad en op het platteland liggen genuanceerder: die soa komt bij 8 pocent van de bevolking in de grote steden voor en in het platteland ligt dit percentage tussen de 1 en 4. Bovendien is de 100 procent zekerheid van besmetting bij vrijen met een persoon die besmet is met chlamydia onjuist; het risico wordt geschat op 50 procent bij eenmalig sexueel contact, indien een van de twee partners besmet is, maar dat houdt niet in dat met twee keer vrijen het percentage op 100 procent ligt.”
Lichte stijging
De derde bron die wordt genoemd is de GGD, dit keer mét concrete data. “Bij jongeren is het de belangrijkste soa: één op de tien jongeren krijgt na een test bij de GGD de diagnose chlamydia, dat tot onvruchtbaarheid kan leiden.” Henny Vermaas, communicatieadviseur van GGD Hollands Midden bevestigt dat dit uit hun cijfers blijkt. “Bij ons had 11 procent van de jongeren chlamydia als uitslag van een soa-test.” Vermaas laat weten dat Sp!ts voor deze gegevens geen contact heeft opgenomen met de overkoepelende organisatie GGD Nederland of de afdeling Hollands Midden. “Maar het zou kunnen dat een van de andere regionale kantoren is benaderd.”
Vermaas legt uit dat het aantal consulten niet opvallend omhoog gaat in de zomerperiode. Volgens de GGD Hollands Midden is er in elk geval geen sprake van een tsunami, maar wel van een lichte stijging: het aantal diagnoses chlamydia is gestegen van ongeveer 80 in 2006 naar 155 in 2010. Meer en meer jongeren laten zich testen, dus het zou kunnen dat zo ook meer besmettingen worden ontdekt.
“Er is wel een lichte stijging in september. Mensen hebben natuurlijk meer wisselende contacten en seks in de zomer”, liet Paul Zantkuijl namens Soa Aids Nederland weten, de vierde bron in het artikel van Sp!ts. Zantkuijl ziet het soa-probleem zeker als nieuwswaardig, maar vindt het niet correct wanneer het als plotselinge stijging wordt gepresenteerd. Een tsunami is in elk geval overdreven: “Wij werden gebeld en de journalist van Sp!ts legde ons wat informatie voor, met de vraag wat wij er van vonden. Dat is heel netjes. Met de formulering van stichting SoaCare hebben wij verder niets te maken; het was de keuze van Sp!ts om die ’tsunami’ zo prominent neer te zetten.”
Advertentieafdeling
De keuze voor het woord ‘tsunami’ en de manier waarop het Sp!ts-artikel tot stand is gekomen, wilde Nieuwscheckers graag bespreken met de schrijfster ervan, Annette Karimi. Karimi liet via Twitter weten dat “De Sp!ts hier [factchecken] niet aan mee doet”. Een telefoontje met de redactie maakte duidelijk dat de Sp!ts wel degelijk meedoet met factchecken, zolang “de vragen maar ergens op slaan”. Nieuwscheckers heeft vervolgens meerdere malen contact gezocht met Karimi, maar een reactie bleef uit.
Sp!ts heeft met het artikel een valse tsunamiwaarschuwing afgegeven; er was misschien sprake van een klein golfje, geen vloedgolf. Het persbericht, duidelijk bedoeld als marketingmiddel, berust niet op onderzoek en vestigt zo aandacht op een gefabriceerd probleem. Soa-voorlichting blijft belangrijk, maar daar moeten journalisten zich niet voor laten gebruiken. Karimi had het persbericht door moeten sturen naar de advertentieafdeling, waar het volgens Nieuwscheckers thuishoort.