In 2016 ging er veel nepnieuws rond tijdens de verkiezingsstrijd tussen Hillary Clinton en Donald Trump om het Amerikaanse presidentschap. Zo ook op Facebook. Daarom begon het socialmediaplatform vanaf eind 2016 een samenwerking met factcheckers om des- en misinformatie terug te dringen. Voortaan werden nepnieuwsberichten op Facebook als zodanig gelabeld met een verwijzing naar de desbetreffende factcheck.
In het begin deden Nederlandse factcheckers van Nieuwscheckers en NU.nl daar ook aan mee, maar Nieuwscheckers stopte daarmee in 2018 en NU.nl in 2019. Tegenwoordig zijn het Belgische magazine Knack, het Franse persbureau AFP en het Duitse persbureau DPA verantwoordelijk voor het factchecken van Nederlandstalige berichten op Facebook.

Begin 2025 kondigde Mark Zuckerberg, de grote baas van Meta, het moederbedrijf van Facebook, het einde aan van dit factcheckprogramma in de Verenigde Staten. In andere landen, inclusief de leden van de Europese Unie, gaat Meta vooralsnog door met factcheckers.
Critici waarschuwden dat Meta met dit besluit de poorten voor desinformatie wijd openzet. Maar hoe effectief is het factcheckprogramma van Facebook eigenlijk? Zorgen de factcheckers ervoor dat onjuiste posts in grote getalen een waarschuwingslabel krijgen? Om dit te onderzoeken hebben we gekeken hoe vaak Facebook posts die factcheckers hebben aangemerkt als (deels) onwaar, voorziet van een waarschuwingslabel.
Selectie van de factchecks
Om te beginnen hebben we een selectie gemaakt van factchecks. Er is gekozen voor factchecks van drie Nederlandstalige organisaties die als factcheckers actief zijn voor Facebook: het Belgische Knack, de Nederlandse tak van Deutsche Presse-Agentur (DPA) en de Nederlandse tak van Agence France-Presse (AFP).
Verder hebben we ervoor gekozen om te kijken naar factchecks uit een periode van drie maanden: november 2024 tot en met januari 2025. Daaruit hebben we de factchecks gekozen die minstens één Nederlandstalige Facebookpost checken. Posts in andere talen zijn buiten beschouwing gelaten om een beeld te krijgen van de manier waarop Facebook factchecklabels inzet tegen Nederlandstalige mis- en desinformatie.
Dit leverde 114 factchecks op over veel verschillende onderwerpen. Klimaatverandering, corona en vaccins in het algemeen en de oorlog in Oekraïne komen het vaakst voor. Maar er zitten ook checks tussen die te maken hebben met de val van het regime van Bashar al-Assad in Syrië, de Amerikaanse presidentsverkiezingen, chemtrails en aliens.
Het verzamelen van gegevens
Op basis van de 114 factchecks zijn Facebookposts met nepnieuws verzameld. Om te beginnen zijn de links naar de posts die in de factchecks stonden genoteerd. Vervolgens is gezocht naar posts met dezelfde beweringen. We hebben alleen Nederlandstalige posts verzameld, of posts met bijvoorbeeld afbeeldingen met Engelstalige tekst die geplaatst zijn door Nederlandstalige accounts.
We zochten posts met vergelijkbare bewoordingen of links naar dezelfde artikelen via het zoeksysteem van Facebook en posts met dezelfde afbeeldingen via Google Lens. De posts zijn op Facebook geplaatst tussen 1 januari 2024 en 28 februari 2025. Die periode is ruimer dan die van november 2024 tot januari 2025, de maanden waarin de factchecks werden gepubloiceerd. In sommige gevallen deed bepaald nepnieuws namelijk al eerder de ronde dan dat het gecheckt was of was er later weer een opleving van.
Ook zijn alleen ‘primaire’ posts meegenomen in de selectie. Posts op Facebook kunnen gedeeld worden door andere accounts als nieuwe posts, maar in zulke gevallen hangt de oorspronkelijke post er nog onder. Dit is vergelijkbaar met quote-posten op X. Factchecklabels op de oorspronkelijke post worden automatisch meegenomen in de gedeelde post, waardoor deze posts niets vertellen over hoeveel posts Facebook labelt.
Het valt op dat de meeste posts minder dan tien keer gekopieerd worden. Wel zijn er drie berichten die op dit gebied met kop en schouders boven de rest uitsteken. Een bericht over het graven van gaten in de duinen bij Castricum om overstromingen te veroorzaken, werd 77 keer geplaatst. Er werd 56 keer beweerd dat de ‘levensgevaarlijke’ mammografie in Zwitserland verboden zou zijn. Een artikel van complotsite Frontnieuws over de Amish, de Amerikaanse geloofsgemeenschap waarin bepaalde aandoeningen niet zouden voorkomen omdat de Amish vaccinaties afwijzen, spant de kroon: 95 berichten.
Welke labels zijn er?
Facebook hanteert een aantal labels op berichten die door factcheckers als onjuist zijn aangewezen. Hun plaats en tekst variëren. Labels kunnen worden aangebracht onder een post of over een post. In dat laatste geval hangt het af van de inhoud van een post hoe het label er precies uitziet. Als een label over een post geplaatst wordt, wordt de inhoud daarvan namelijk (deels) verborgen. Posts die alleen uit tekst bestaan worden helemaal verborgen, terwijl bij posts met een foto, video of geëmbedde link alleen die content verborgen wordt. Het is niet duidelijk hoe Facebook bepaalt of een label op of onder een post moet komen.

Qua inhoud hanteert Facebook ruwweg vier soorten labels. Posts kunnen gemarkeerd worden als geheel (“false information”) of gedeeltelijk onwaar (“partly false”). Daarnaast is er een label voor ontbrekende context (“missing context”) als de inhoud direct als zodanig is gemarkeerd door factcheckers of als de inhoud lijkt op die van andere posts die gefactcheckt zijn.


Op de website van Meta valt te lezen dat er ook labels zijn voor satire en correcte informatie (“true”), maar zulke berichten worden niet als zodanig gelabeld. Ook zijn op deze pagina uitgebreide definities te vinden voor welke labels verschijnen bij welke soort berichten.
Hoeveel wordt er gelabeld?

Er zijn 746 Facebookposts verzameld die Facebook had kunnen labelen op basis van factchecks door Facebook-factcheckers. Op 18 maart 2025 hebben we geteld hoeveel daarvan daadwerkelijk een label hadden gekregen, hoeveel verwijderd waren en met hoeveel niks gedaan was. De groep posts met een label plus posts die verwijderd zijn, wordt gedefinieerd als de groep waarover actie ondernomen is, dezelfde definitie die ook gebruikt wordt in een vergelijkbaar maar grootschaliger onderzoek naar de acties die Facebook en andere sociale media ondernamen tegen desinformatie over de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2024.
Uit deze telling blijkt dat van de 746 posts, er 238 posts een label van Facebook hebben gekregen. Dat is dus 32 procent. Tellen we verwijderde posts mee, dan komen we uit op 264 posts waarbij actie ondernomen is (35 procent). Het is alleen niet zeker of Facebook deze berichten verwijderd heeft of dat de auteurs dit zelf hebben gedaan nadat ze gefactcheckt waren.
Ongeveer een derde van de door factcheckers weerlegde posts wordt dus gelabeld. Welke labels komen hoe vaak voor? In 61 procent van de gevallen is de inhoud van een post (deels) verborgen door een label boven op de post en in 38 procent van de gevallen is er onderaan de post een label gehangen. De overige 1 procent betreft grensgevallen waarin beide soorten labels zijn toegepast.
Als we kijken naar de inhoud van de labels, zien we dat 62 procent van de gelabelde posts is bestempeld als helemaal onwaar. 29 procent is beoordeeld met ‘ontbrekende context’ en 4 procent is aangeduid als deels onjuist. 3 procent betreft gemanipuleerde content, wat overeenkomt met het beeld dat bijvoorbeeld deepfakes weinig voorkomen in vergelijking met andere vormen van nepnieuws. De overige 1 procent betreft weer grensgevallen waarbij meerdere soorten labels zijn toegepast.
Reactie van Meta
Meta is om een reactie gevraagd, maar heeft daar niet op gereageerd.
Wat doet Meta tegen desinformatie op Facebook?
Factchecker Wolf France van Knack vertelt aan Nieuwscheckers dat hij zelf weinig zicht heeft op de mate waarin Meta posts labelt die hij heeft gefactcheckt. Hij weet wel dat auteurs van posts met desinformatie op de hoogte worden gebracht. Die reageren dan vaak door hun post te verwijderen. Ook geeft Meta de factcheckers soms suggesties van posts die ze dan kunnen beoordelen op basis van bestaande factchecks.
Factcheckers van DPA en AFP zijn ook benaderd voor commentaar, maar gaven geen inhoudelijke reactie of gaven aan niets te kunnen zeggen over de samenwerking met Meta, omdat hun organisatie een geheimhoudingsovereenkomst met Meta heeft getekend.
Op de website van Meta staat wel een kort stuk over hoe het bedrijf actie onderneemt tegen berichten die door factcheckers als onwaar zijn aangemerkt. Naast labelen kan Meta het bereik van nepnieuwsberichten beperken, maar van buitenaf kan niet geverifieerd worden in welke mate dit gebeurt. Daarnaast staat op de pagina dat berichten die (bijna) identiek zijn aan berichten die gecheckt zijn, een label krijgen en automatisch worden opgespoord met ‘technologie’. Dit wordt niet gedaan voor berichten met vergelijkbare beweringen, omdat kleine verschillen in bewoording er voor kunnen zorgen dat een bewering niet langer (on)waar is.
Dat die automatische detectie te wensen overlaat, blijkt bijvoorbeeld uit deze post over niet-bestaande hondenvrije zones om rekening te houden met moslims. Een post kreeg het label onwaar, maar deze en deze post met identieke foto en dezelfde startzin kregen geen label. In het geval van de tweede post is de tekst zelfs identiek, op een regeleinde na. De definitie van ‘bijna identiek’ die Meta hanteert op Facebook is kennelijk erg strikt.

Volgens Cameron Martel, een misinformatie-onderzoeker aan het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT), kan de taal een oorzaak zijn. Het zou kunnen dat het automatisch opsporen van gefactcheckte posts in het Nederlands minder goed werkt dan in het Engels.
Iets soortgelijks bleek uit een inventarisatie van mensenrechtenorganisatie Avaaz, die in 2020 in kaart bracht hoe vaak misinformatie over corona werd gelabeld door Facebook. Engelstalige posts met onjuiste informatie over corona bleken veel vaker een waarschuwingslabel te krijgen dan posts in het Spaans, Portugees of Italiaans. Ook in dit onderzoek kregen lang niet alle Facebookposts die waren weerlegd door factcheckers een waarschuwingslabel.
Het labelen van onwaarheden op sociale media is zeker nuttig, benadrukt Martel. Hij heeft hier zelf onderzoek naar gedaan en vertelt Nieuwscheckers: “Er is solide bewijs dat waarschuwingslabels effectief kunnen zijn om het geloof in en het delen van gelabelde onwaarheden te verminderen.” Dit geldt volgens onderzoek van Martel en David Rand zelfs voor mensen die factcheckers wantrouwen. Hij meent dan ook: “Waarschuwingslabels zijn waarschijnlijk heel nuttig en kunnen een echte impact hebben op het geloof in en de verspreiding van onjuiste informatie, zolang ze daadwerkelijk zichtbaar zijn voor gebruikers die onjuiste of misleidende inhoud onder ogen krijgen.”