Het moet anders in de landbouw, schrijft GroenLinks in het verkiezingsprogramma. ‘Het is absurd dat 80 procent van het Europese landbouwgeld naar 20 procent van de boeren gaat; een klein aantal grote boerenbedrijven ontvangt dus de bulk van het geld.’ Als het aan de Europese Groenen ligt, waar GroenLinks deel van uitmaakt, gaat een groter deel van dat geld naar boeren die hun bedrijfsvoering willen verduurzamen, of die investeren in duurzame plattelandsontwikkeling.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Bewering:
Tachtig procent van het Europese landbouwgeld gaat naar 20 procent van de boeren.

Oordeel: ongefundeerd

Bron van de bewering
GroenLinks baseert de claim op een brief [pdf] van de Europese Commissie aan het Europees parlement. In dit document staat welke prioriteiten de Commissie de komende jaren wil stellen voor de besteding van het budget. Over de landbouwgelden staat te lezen:

‘Today, 80% of direct payments go to 20% of farmers’.

Wat klopt er niet, en wat wel?

Een Europese boer maakt aanspraak op zogenaamde ‘directe betalingen’: inkomenssteun op basis van het aantal hectaren en het aantal dieren die een boer bezit. De steun is bedoeld om boeren wat bestaanszekerheid te geven en zo de productie van voldoende voedsel in Europa veilig te stellen. Hoe groter de agrarische onderneming, des te meer geld de boer ontvangt.

In 2018 verdeelde de Europese Unie op deze wijze bijna 42 miljard euro over alle agrarische bedrijven. De meeste boeren ontvangen niet de hoofdprijs, blijkt uit een overzicht van de kerngetallen uit 2017 (pdf):

  • 76 procent van de boeren krijgt minder dan 5000 euro per jaar, goed voor 14 procent van alle directe inkomenssteun die de Unie verdeelt.
  • Maar liefst 58 procent van het totale budget gaat naar betalingen tussen de 10.000 en 100.000 euro. Daarvan profiteert echter maar 14 procent van de boeren.
  • Alleen de allergrootste agrarische bedrijven krijgen meer dan 100.000 euro per jaar. Zij vormen slechts een half procent van de totale boerenpopulatie in Europa, maar ontvangen daarmee wel 16,4 procent van het totale budget.

Al met al gaat zo ruwweg tachtig procent van het budget naar twintig procent van de boeren.

Overigens is in Nederland de situatie iets anders: de variatie in bedrijfsomvang (in hectares) is beperkt, waardoor de verdeling van de directe inkomenssteun relatief gelijkmatig is. De 20% grootste ontvangers kregen in Nederland in 2015 niet 80%, maar 54 % van het budget.

Plattelandsontwikeling

Maar: de directe inkomenssteun beslaat maar zeventig procent van het totale landbouwbudget (bijna 59 miljard euro). Van die 70 procent gaat 80 procent naar 20 procent van de boeren in de EU, maar dat is dus slechts 56 procent van het totale landbouwbudget – niet 80.

Het overige geld gaat zitten in marktmaatregelen (zoals het tijdelijk opkopen van agrarische producten wanneer de marktprijzen extreem laag zijn) en met name in ‘plattelandsontwikkeling’: projecten die, bijvoorbeeld, ten goede komen aan dierenwelzijn, bescherming van eco-systemen, kennisoverdracht en armoedebestrijding. Niet ieder boerenbedrijf neemt aan die projecten deel, dus de verdeling van deze subsidies is per definitie ongelijkmatig. Als vooral kleinere bedrijven dit soort steun ontvangen, zou dat de scheve verdeling van het Europese landbouwbudget wel iets kunnen bijstellen. Helaas wordt dit niet centraal bijgehouden.

‘Er zijn allerlei programma’s waarvoor je subsidie kunt krijgen’, zegt Siemen van Berkum, onderzoeker van de Universiteit Wageningen. ‘Dat gebeurt op basis van allerlei verschillende criteria, niet simpelweg op basis van het aantal hectares van een bedrijf, zoals bij de inkomenssteun. Dat maakt het lastig om het in beeld te brengen.’

Conclusie

Het is onbekend hoe ongelijk het totale landbouwbudget van de Europese Unie wordt verdeeld. Wel is duidelijk dat ruwweg tachtig procent van de directe Europese inkomenssteun aan landbouwbedrijven naar slechts twintig procent van de boeren gaat. Maar omdat die steun slechts 70 procent van het totale landbouwbudget beslaat, weten we alleen zeker dat 20 procent van de Europese boeren minimaal 56 procent van de landbouwsteun krijgt.

Inmiddels heeft GroenLinks de tekst in het verkiezingsprogramma aangepast. (15 mei 2019)


Wil je geen enkele factcheck van ons missen? En wil je op de hoogte blijven van nieuws en onderzoek naar nepnieuws, desinformatie en factchecken? Meld je dan aan voor de wekelijkse nieuwsbrief van Nieuwscheckers.

Placeholder-female-2x

Enith Vlooswijk

Freelance journalist

Profiel-pagina