Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
50 procent van de woningen waarin 65-plussers nu wonen blijkt ongeschikt om oud in te worden.
Wat is de bron van de bewering?
50PLUS presenteerde op 9 november 2020 haar verkiezingsprogramma. Onder het kopje ‘wonen’ staat:
“Iedereen wil zelfstandig en met behoud van eigen regie oud kunnen worden in bij hem of haar passende woning. Dat is niet noodzakelijkerwijs het huis waar men nu woont. 50 procent van de woningen waarin 65-plussers nu wonen blijkt zelfs ongeschikt om oud in te worden.”
Precies de helft van woningen waarin ouderen wonen zou dus ongeschikt zijn.
Oordeel
Onwaar
Waarom is de bewering onwaar?
Desgevraagd verwijst 50PLUS-woordvoerder Bernadet Naber als bron voor de bewering naar het onderzoek Gebrekkig woningbeleid voor ouderen gaat gemeenten miljarden kosten, in 2019 uitgevoerd door ouderenbond ANBO en branchevereniging van zorgorganisaties ActiZ. In de infographics in het onderzoek staan cijfers die gebaseerd zijn op het gemiddelde van heel Nederland, aldus Paul Reijn van Sinfore, de maker van de infographics.
Een eerste staafdiagram laat zien hoeveel ouderen er in Nederland wonen in 2020 en 2040. Onder ‘ouderen’ verstaat het onderzoek 65-plussers, inderdaad de groep uit de bewering van 50PLUS.
Een snelle rekensom met de cijfers uit het rapport leert dat er in totaal in 2020 3.391.000 ouderen zijn. Volgens cijfers van het CBS zijn er echter in totaal 3.419.268 65-plussers per 7 september 2020. Dit verschil is opmerkelijk, maar omdat 50PLUS zich op het onderzoek van ANBO en ActiZ baseert, is het logisch om de verdere berekeningen daarop te baseren. Vervolgens toont het onderzoek een staafdiagram waarin de woonsituatie van ouderen wordt beschreven.
In totaal wonen er 720.000 ouderen in 2020 in een geschikte woning, dat is 21 procent van het totaal. 2.330.000 ouderen wonen in 2020 in een woning die aanpasbaar is tot 10.000 euro, dit is 69 procent van het totaal. 341.000 ouderen wonen in een woning die niet aanpasbaar tot maximaal 10.000 euro is, dit is 10 procent van het totaal. Uit deze cijfers is op te maken dat er dus slechts 10 procent woont in een woning die meer dan 10.000 euro kost om aangepast te worden.
Alles wat in de categorie ‘niet aanpasbaar tot max. €10.000’ valt, is te bestempelen als ongeschikt, volgens Femke Daalhuizen. Daalhuizen doet voor het Planbureau voor de Leefomgeving onderzoek bij de sector Verstedelijking en Mobiliteit, en deed ook specifiek onderzoek naar wonen bij ouderen.
“De specifieke grens van 10.000 euro wordt gehanteerd, omdat de meeste gemeenten dit bedrag kunnen financieren bij de Wmo, de Wet maatschappelijke ondersteuning. Door deze wet wordt hulp en ondersteuning geregeld voor burgers, zodat ze zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en deel kunnen nemen aan de maatschappij. “Als je als oudere slecht ter been bent, dan kun je bijvoorbeeld financiële ondersteuning aanvragen bij de gemeente omdat je een traplift nodig hebt.”
Een woning die meer dan 10.000 euro kost om te veranderen, is dus simpelweg te duur en daarom ongeschikt.
Beschouwt 50PLUS de categorie ‘aanpasbaar tot max. €10.000’ als geschikt of ongeschikt? Aanpasbaar zou kunnen betekenen dat de huidige woning geschikt te maken is, dus niet per definitie ongeschikt is om oud in te worden, maar het zou ook kunnen betekenen dat de woning op dit moment niet geschikt is om oud in te worden. Het ANBO-onderzoek concludeert slechts: 90-95% van alle ouderen woont zelfstandig thuis, deels in woningen die niet levensloopbestendig zijn en ver van voorzieningen die ouderen op loopafstand nodig hebben.
Maar er lijkt sowieso iets niet te kloppen, omdat de categorie ‘aanpasbaar tot max. €10.000’ euro’ zo groot is. Als 50PLUS bedoelt dat onder ‘ongeschikt’ ook de aanpassingen die nog gedaan moeten worden vallen, dan zou dus 90 procent van de ouderen in een ongeschikte woning wonen. Omdat een groot deel ‘aanpasbaar is tot maximaal 10.000 euro’, zijn deze woningen dus geschikt te maken. Als dit deel bij de geschikte woningen wordt geteld, woont dus slechts 10 procent van de ouderen in een woning die ongeschikt is om oud in te worden.
Dat dit niet klopt, ziet ook Femke Daalhuizen: “Die 50 procent kan niet kloppen als het slechts om de woningen gaat: het grootste gedeelte is inderdaad geschikt of geschikt te maken. Maar er is ook nog zoiets als de woonomgeving, dan gaat het om voorzieningen voor ouderen die binnen wandelafstand bereikbaar zijn. Daarvan kun je wel zien dat ongeveer in de helft van de gevallen er slechts een of zelfs geen voorziening bereikbaar is binnen de wandelafstand. Het gaat hierbij om een gezondheidsinstituut, dus bijvoorbeeld een huisarts en een supermarkt.”
De voorzieningen staan ook beschreven in het rapport van ANBO en ActiZ. Hieruit blijkt dat 1.245.000 ouderen voorzieningen nabij hebben, dit is 37 procent van het totaal. 2.146.000 hebben geen voorzieningen nabij, dit is 63 procent van het geheel. Een grote meerderheid heeft dus geen voorziening nabij, en dat telt ook mee voor een geschikte woonomgeving van de bewoner, volgens Femke Daalhuizen:
“Deze voorzieningen heb je ook nodig om zelfredzaam te zijn, al woon je in een geschikte woning. Het zou dus kunnen zijn dat 50PLUS kijkt naar de woonsituatie: de woning en de woonomgeving.”
Heeft 50PLUS cijfers over geschiktheid van de woning zelf en van de voorzieningen in de omgeving gecombineerd en daar het ronde getal van ‘50 procent ongeschikte woningen’ uit gedestilleerd? Paul Reijn van Sinfore:
“Het is waarschijnlijk makkelijk afgerond op basis van de woningen en de voorzieningen. Bij het maken van de infographics is nooit ergens een percentage van 50 procent voorbij gekomen.”
Maar het programma van 50PLUS rept niet van voorzieningen.
Reactie 50PLUS
De partij heeft niet toegelicht hoe het percentage van 50 procent tot stand is gekomen. [Update, 28/1/2021] Na publicatie van deze factcheck stuurde woordvoerder Bernadet Naber nog een link naar een ANBO-peiling onder ouderen uit 2017, geïnitieerd door een fabrikant van trapliften en een verkopert van persoonsalarms. De kop waarmee ABO het presenteerde luidt: ‘Helft senioren vindt huidige woning niet geschikt om te blijven wonen’, maar het onderzoek gaat uitsluitend over de perceptie van senioren en over hun gebrek aan kennis van subsidieregelingen. Ook deze peiling ondersteunt de bewering uit het verkiezingsprogramma dus niet.
Conclusie
De bewering van 50PLUS dat 50 procent van de woningen waarin 65-plussers nu wonen ongeschikt is om oud in te worden, is onwaar. De bewering vindt geen steun in het rapport dat de partij zelf als bron noemt. Het percentage kan nooit kloppen, in ieder geval niet als het slechts gaat om de woningen van 65-plussers. Met het hoge percentage van 69 procent van de woningen in de categorie ‘aanpasbaar tot max. €10.000’ zou het percentage ongeschikte woningen sowieso hoger of lager uit moeten vallen.