Op 26 oktober brengen Leeuwarder Courant en NRC een stuk over het hoge aantal vluchtelingen bij Couvée en de druk die dat met zich meebrengt. De volgende dag kopt het ANP ‘Daklozenopvang kan mensenstroom niet aan’. Al snel volgen andere media:  ‘Daklozenopvang in problemen’, ‘Opvangcentra kunnen mensenstroom niet aan’,  ‘Daklozenopvang kan toestroom vluchtelingen niet aan’.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Couvée vergelijkt de situatie met de jaren negentig. Toen hadden de grote steden te maken met een groot aantal dak- en thuislozen.  Door de jaren heen hebben verschillende organisaties (gemeenten, Leger des Heils, CBS) een poging gedaan het aantal in beeld te brengen (er zijn zo’n 40 stichtingen die zich bezig houden met opvang). Het nadeel is dat ze allemaal een andere definitie gebruiken als het gaat om ‘daklozen’. Zo maakt het CBS verschil tussen mensen die een aanvraag doen voor een nacht of voor langdurige opvang (het gaat hierbij om unieke aanvragen, geen dubbeltellingen). Het Leger des Heils verwerkt in de cijfers ook de aanvragen voor psychische hulp en de gemeenten doen voornamelijk tellingen in koude winters als de daklozen (verplicht) in de opvang zitten.

Toch laten de cijfers een overeenkomende, dalende trend zien. Het CBS geeft aan dat er in 2003 65.000 dak- en thuislozen waren. In 2007 waren dit er 42.000 en in 2009 nog maar 35.000. De schattingen voor 2011 zijn dat 0,2% van de Nederlandse bevolking dak- of thuisloos is, wat neerkomt op 33.312 mensen  (op basis van 16.655.799 inwoners in 2011, CBS). De vier grote steden hebben tijdens de koude winter van ’11/’12 gemeten hoeveel daklozen een aanvraag deden voor een of meerdere nachten onderdak. Deze aantallen waren in alle vier de steden lager dan de winter hiervoor (pdf, figuur 1, pagina 11). In deze periode deden de politie en de gemeente zoveel mogelijk om daklozen in de opvang te laten slapen.

Permanent of nachtopvang

Het CBS heeft voor de cijfers van 2009 en 2011 een splitsing gemaakt tussen het aantal mensen dat op straat leeft en het aantal mensen dat in een opvang verblijft. Van de ongeveer 33.000 dak- en thuislozen bevinden er zich 18.000 permanent in een opvangcentrum. In 2009 waren dat er 17.500. Een lichte stijging over twee jaar.

Het aantal dak- en thuislozen daalt, terwijl het aantal in een opvang stijgt. Hoe is dit te verklaren? Hiervoor moeten we terug naar eind jaren negentig. De vier grote steden zijn toen samen met het Leger des Heils een project gestart om mensen van straat te halen. In de eerste fase van dit project (2006-2010) zijn actief 10.000 dak- en thuislozen van straat gehaald en begeleid naar een zelfdstandige woning, tot 2014 krijgen deze mensen nog begeleiding. Doordat de eerste fase is afgelopen, valt te verwachten dat het aantal dak- en thuislozen in 2011 iets hoger uit zal vallen dan in 2009.

Asielzoekers

Dominee Couvée van de Rotterdamse Pauluskerk dicht de stijging toe aan migranten zonder verblijfsvergunning. Dit is lastig te checken. De IND (Immigratie en Naturalisatiedienst) houdt vanaf 2009 digitaal bij hoeveel aanvragen er zijn gedaan en of deze zijn toegekend. Ieder jaar worden er ongeveer 10.000 aanvragen afgewezen. Deze mensen hebben drie opties. Een tweede aanvraag indienen, het land verlaten of de illegaliteit in. In het rapport (figuur 6, pagina 19) van de  vier grote steden is te lezen dat negen procent van de daklozen afgelopen winter dakloos is geworden na ontslag uit een instelling. Dit kunnen instellingen zijn van bijvoorbeeld de GGZ (geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg) maar ook asielzoekerscentra. Wel blijkt dat de ‘nieuwe daklozen’ (korter dan een jaar dakloos) vooral mensen zijn uit EU-landen, die geen asiel hoeven aan te vragen in Nederland als zij beschikken over een baan, een studie of voldoende middelen om een bestaan op te bouwen. Europese burgers vallen dus niet onder de noemer asielzoekers.

Gezinnen

Naast de ‘standaard’-groep dak- en thuislozen maken ook anderen gebruik van de diensten van opvangcentra. In een uitzending van EenVandaag is te zien dat steeds meer gezinnen door de crisis hun huis uit moeten en in een opvang belanden. Daarnaast ziet Johan Gortworst, directeur van Federatie Opvang, een andere trend. ‘Twee jaar geleden was er wel een stijging te zien bij de zogenaamde Moelanders: de Midden- en Oost-Europeanen, die een groeiend beroep deden op dagopvang. Maar dat is dus enkel de dagopvang, en het ging maar om 2 of 3 procent, alweer zo’n twee jaar geleden.’

Reactie Leger des Heils en Federatie Opvang

Nieuwscheckers sprak met Gerrie van den Berg van het Leger des Heils. Zij kon ons niets vertellen over de aantallen asielzoekers in de opvang, ook wist zij niet zeker of we wel kunnen spreken van een toename: ‘We zien altijd pieken en dalen in het aantal daklozen en vooral ook veel variaties in de afkomst van de daklozen, maar dat wisselt te veel om er iets concreets over te kunnen zeggen.’

Ook Federatie Opvang zag geen duidelijke stijging in het aantal opvangaanvragen. Gortworst: ‘Omdat de cijfers van het aantal daklozen maar eens per jaar worden verzameld, kun je niet zomaar een stijging traceren. Bij ons zijn er in ieder geval geen signalen en getallen dat het aantal heel erg aan het toenemen is. Daarnaast zijn de aanwezige cijfers nooit compleet: niet alle daklozen worden geregistreerd, want niet iedere dakloze meldt zich bij de gemeente.’

Al zou er werkelijk een stijging zijn, dan kan Gortworst zich niet voorstellen dat deze stijging te wijten is aan uitgeprocedeerde asielzoekers. ‘Uitgeprocedeerden komen amper in de opvang terecht, omdat zij officieel helemaal niet in de opvang mogen komen. Alleen wanneer er een speciale situatie is, bijvoorbeeld in geval van medische noodzaak. En dat is bijna nooit.’ Hij ziet wel in dat er in de ogen van Couvée sprake kan zijn van een stijging: ‘De Pauluskerk is een speciaal geval: Deze wordt deels door kerkelijke fondsen en deels door de gemeente gesponsord. Daardoor kunnen zij meer mensen toelaten en is het logisch dat het aantal bij hen toeneemt.’

Conclusie

Voor zover de cijfers uitkomst bieden is er over de jaren heen een daling te zien in het aantal dak- en thuislozen in Nederland. Daarnaast is er wel een toename te zien in opvangcentra waaronder veel gezinnen die door de crisis uit huis worden gezet. Het totale aantal dak- en thuislozen is gedaald, wat dat betreft heeft dominee Couvée geen gelijk.

Aan de andere kant zien we een lichte stijging in de opvang, maar die zou met het tweede deel van het opvangproject moeten gaan dalen. Nieuwscheckers kan concluderen dat Couvée mogelijk bij zijn eigen opvang een stijging ziet in het aantal asielzoekers, maar dat hij dat niet kan generaliseren naar andere steden. Dominee Couvée wilde geen commentaar leveren.