Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Opgelegde rolpatronen bij jonge adolescenten (10-14 jaar) kunnen blijvende schade veroorzaken op hun gezondheid.
Oordeel
Grotendeels onwaar
Bron van de bewering
Op 20 september 2017 verscheen in het Journal of Adolescent Health het onderzoek ‘It Begins at 10: How Gender Expectations Shape Early Adolescence Around the World’. Dit artikel is onderdeel van de Global Early Adolescent Study, waarin de invloed van rolpatronen op de ontwikkeling van adolescenten wereldwijd wordt bestudeerd. Initiatiefnemers Robert W. Blum, Kristin Mmari en Caroline Moreau (allen werkzaam aan de Johns Hopkins University, Baltimore) kijken in het artikel terug op het gedane onderzoek en trekken hun conclusies. Verschillende binnenlandse en buitenlandse nieuwswebsites gaven er aandacht aan, zoals NU.nl en CNN.
Gedurende het onderzoek zijn in vijftien landen wereldwijd 450 jonge adolescenten geïnterviewd, evenals hun verzorgenden. Het onderzoek gaat nauwelijks specifiek in op de invloed van rolpatronen op de gezondheid van adolescenten. Toch stellen de initiatiefnemers in hun concluderende artikel dat rolpatronen bij meisjes ervoor zorgen dat ze een grotere kans hebben op geslachtsziekten, blootstelling aan geweld en depressies. Jongens zouden sneller betrokken zijn bij en slachtoffer worden van geweld, sterven aan onnodige verwondingen, vatbaar zijn voor drugsgebruik en eerder tot zelfmoord neigen. Ze benadrukken dat dergelijke verschillen ‘sociaal, niet biologisch bepaald’ zijn.
Wat klopt er wel en wat niet?
Wat klopt er wel?
Het samenvattende artikel maakt onderscheid tussen gezondheidsproblemen waar mannen c.q. vrouwen meer risico op lopen. Uit eerdere publicaties blijkt inderdaad dat de genoemde problemen meer bij een van beide seksen voorkomen. De World Health Organization toont bijvoorbeeld aan dat mannen vaker zelfmoord plegen dan vrouwen. Ook dat vrouwen vaker depressies krijgen klopt. Dit blijkt onder meer uit de gegevens van WomenInc.
Janneke van Mens-Verhulst, onder meer lid van de alliantie ‘Gender & Gezondheid’ en van 1995 tot 2006 hoogleraar Vrouwenhulpverlening aan de Universiteit voor Humanistiek, bevestigt aan Nieuwscheckers de invloed van rolpatronen op de gezondheid. Een deel van de gezondheidsproblemen is te herleiden tot biologische oorzaken, zoals de aanwezigheid van testosteron, maar het zijn volgens haar ook zeker gevolgen van gedrag dat is opgelegd door genderrollen. Mannen nemen bijvoorbeeld meer risico’s, omdat dit bij hen gestimuleerd wordt vanuit de samenleving.
Wat klopt er niet?
De conclusies in het samenvattende artikel over de invloed van rolpatronen op gezondheid zijn opvallend. Het eigenlijke onderzoek gaat namelijk vrijwel niet in op de gevolgen van genderpatronen voor gezondheid. Daarnaast missen de conclusies die in het artikel getrokken worden enige nuance die in het verdere onderzoek wel aanwezig is.
Bovendien zitten ook aan het onderzoek zelf haken en ogen. Judi Mesman, hoogleraar in The Interdisciplinary Study of Societal Challenges aan de Universiteit Leiden, laat aan Nieuwscheckers weten dat het onderzoek op zichzelf best kan kloppen en dat er al andere onderzoeken zijn die sommige gevolgen uitwijzen. ‘Het betreft alleen wel een kwalitatief onderzoek, waardoor het wetenschappelijk gezien totaal niet verantwoord is om te spreken over effecten van bepaalde genderrollen. Je kan gerust aan jongens en meisjes vragen hoe zij bepaalde rolpatronen ervaren, maar de resultaten van deze interviews kunnen niets meer zijn dan een basis voor verder onderzoek.’
Uit de verantwoording van de methode blijkt ook dat het onderzoek pas voor een deel is afgerond: in de komende drie jaar zullen adolescenten nog worden gevolgd om te onderzoeken hoe gendernormen de gezondheid en het gedrag beïnvloeden. Logischerwijs zijn pas daarna dit soort conclusies te trekken en lijken de huidige conclusies overhaast. Bovendien stelt Van Mens-Verhulst dat het van belang is om te weten in hoeverre de ondervraagde jongens mannelijk willen zijn en de meisjes vrouwelijk. Dit soort variatie is volgens haar belangrijk voor de interpretatie van de antwoorden. Uit de methode blijkt niet dat hier onderzoek naar is gedaan.
Daarnaast is de grootte en achtergrond van de ondervraagde populatie twijfelachtig. Uit het onderzoek blijkt dat alle ondervraagden afkomstig zijn uit de armere stedelijke en voorstedelijke wijken van de onderzochte gebieden, waarin er weinig onderlinge verschillen bestaan tussen de bewoners. Mesman stelt dat er echter substantiële verschillen zijn tussen stadse en plattelandse populatie. Vaak is er binnen een land meer verschil tussen deze populaties dan tussen populaties uit twee steden in verschillende landen. Hierdoor is het onderzoek volgens Mesman niet representatief voor iedereen. Daarbij is de steekproef van vijftien landen met in elk land gemiddeld dertig ondervraagde adolescenten volgens haar niet groot genoeg om conclusies te trekken die gelden voor de gehele wereld.
Er zijn dus zowel kanttekeningen te plaatsen bij de methode en het onderzoek, als bij het samenvattende artikel. Doordat de media, waaronder NU.nl, in hun berichtgeving over dit onderzoek slechts verwijzen naar het samenvattende artikel, kan er bij de lezer een onjuist en ongenuanceerd beeld ontstaan over de invloed van rolpatronen op kinderen.
Nieuwscheckers heeft ook de onderzoekers zelf benaderd. Zij lieten in eerste instantie weten dat ze het gesprek wilden aangaan, maar hebben tot op heden nog geen antwoord gegeven op de vragen.