Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Het aantal zelfdodingen onder boeren in Nederland stijgt.
Oordeel
Waar.
Bron van bewering
In de uitzending van 4 juli van het Vlaamse tv-programma Terzake, uit Caroline van der Plas haar zorgen over zelfdoding in de agrarische sector: “Het aantal zelfdodingen loopt op in Nederland onder boeren. Wekelijks zijn er een aantal boeren die een einde aan zijn of haar leven maakt”.
Waarom is dit waar?
Zorgen om zelfdoding onder Nederlandse boeren spelen al langer. Stichting 113 Zelfmoordpreventie en LTO publiceerden in 2019 een factsheet over “suïcidaliteit onder agrariërs”. Gebaseerd op microdata van het CBS brachten zij in kaart hoe de situatie in de agrarische sector eruitzag van 2013 tot 2016. Met de agrarische sector bedoelden zij mensen die werkzaam zijn “in de akker- en weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw, hoveniersbedrijf, bijenteelt, bosbouw, griend- en rietcultuur, grasdrogerijen, aardappelsorteer inrichtingen, jacht, cultuurtechnische werken en in de visteelt.” Deze categorisering door de Belastingdienst is gebaseerd op deze sectorindeling.
Wat zeggen de statistieken in absolute en relatieve cijfers? In 2016 overleden in Nederland 1893 mensen door zelfdoding, waarvan 33 in de agrarische sector. Omgerekend per 100.000 bleken er in de agrarische sector aanzienlijk meer zelfdodingen voor te komen: 17,4 per 100.000 tegenover het landelijke suïcidecijfer van 10,6. Ook steeg het aantal zelfdodingen onder agrariërs tussen 2013 en 2016, van 12,5 naar 17,4 per 100.000. Het zijn deze cijfers waar Van der Plas en anderen zich waarschijnlijk op baseerden.
De agrarische sector stond daarmee in 2016 in de top 10, achter de uitzendsector (24,0 per 100.000), taxi- en ambulancevervoer (27,2) en werk en (re)integratie (36,1).
Recent onderzoek
In de week van 18 juli 2022 publiceerden Stichting 113 Zelfmoordpreventie en LTO een factsheet met geüpdatete cijfers, wederom gebaseerd op microdata van het CBS. De factsheet beslaat deze keer de periode van 2013 tot 2020.
In de nieuwe factsheet wordt wel een andere definitie gehanteerd van wat de agrarische sector behelst. Deze definitie is gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling van het CBS, een categorisering van economische activiteiten, waarbinnen de agrarische sector categorie A is. In de factsheet van Stichting 113 Zelfmoordpreventie en LTO wordt die definitie als volgt toegelicht:
“Wanneer we spreken over ‘agrariërs’, doelen we op alle personen die in het kalenderjaar van overlijden als werknemer of directeur-grootaandeelhouder (DGA) werkzaam waren in een bedrijf met een SBI-code in de categorie A (landbouw, veeteelt, bosbouw en visserij) plus alle zelfstandig ondernemers met een SBI-code in deze categorie.”
Risicofactoren
Deze definitie levert andere zelfdodingsstatistieken. Zo blijkt dat er in 2013 12,6 per 100.000 agrariërs door zelfdoding zijn overleden, tegenover de 12,5 per 100.000 uit de oude factsheet. En waar de oude factsheet 17,4 zelfdodingen per 100.000 signaleert in 2016, is dat in de nieuwe factsheet veel lager: 11,0 per 100.000. De voornaamste stijging in de nieuwe factsheet is te zien in 2020. In 2020 overleden 30 agrariërs aan zelfdoding, ofwel 15,9 per 100.000. De veeteelt nam daarvan een flink deel (43%) voor zijn rekening, gevolgd door de landbouw (37%).
De agrarische sector staat gemeten over 2013-2020 in de top drie van sectoren met een “relatief hoog risico op zelfdoding”. Alleen de sectoren van de winning van delfstoffen, energie en water zijn hoger. De bouw staat op de gedeelde tweede plek met de agrarische sector.
De factsheet beschrijft ook risicofactoren die tot zelfdoding kunnen leiden, waarbij nadrukkelijk wordt genoemd dat suïcidale gedachten altijd ontstaan “vanuit een wisselwerking tussen tal van omgevingsfactoren en individuele kenmerken.”
Uit een onderzoek “onder zestien boeren, voornamelijk melkveehouders, uit de regio IJsselland” komt naar voren dat boeren “psychosociale problemen ontwikkelen en stress ondervinden door de hoge druk van veranderende wet- en regelgeving, afhankelijkheid van banken en grote bedrijven, schaalvergroting, kleine winstmarges en de vele eisen die aan hun bedrijfsvoering worden gesteld. Daarnaast hebben ze last van de beeldvorming in de media en onder burgers.” Andere redenen die worden genoemd zijn geografische en sociale isolatie en onvoorspelbare gebeurtenissen, zoals uitbraken van veeziektes.
Conclusie
De onderzoeken van Stichting 113 Zelfmoordpreventie en LTO uit 2019 en 2022 laten beiden zien dat er inderdaad een stijging is in het aantal zelfdodingen onder boeren, hoewel de precieze aantallen verschillen vanwege verschillende definities van de agrarische sector. Daarnaast komt uit het meest recente onderzoek naar voren dat veranderende wet- en regelgeving, geldzorgen, en het imago van de agrarische sector een rol lijken te spelen bij het ontstaan van suïcidale gedachten.