Door de strenge winter heeft de helft van het aantal ijsvogels het loodje gelegd, concludeert de stichting SOVON Vogelonderzoek in een persbericht op basis van de ‘midwintertellingen’ van 2008 en 2009. Belangrijk nieuws voor iedereen die de vogels aan het hart gaat, want ‘het duurt weer een aantal jaar voor de populatie zich herstelt.’ Verschillende media brengen het dan ook als nieuws. Voor biologen is het minder opzienbarend.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Niet iedereen is onder de indruk van het nieuws. Wetenschapsjournalist Bart Braun van het Leidse universiteitsblad Mare:“Het was een volkomen normale winter, en het is volkomen normaal dat ’s winters de helft van de ijsvogels doodgaat. Als ze er echt niet tegen konden waren ze uitgestorven.” En inderdaad, zelfs SOVON zegt in het persbericht dat de ijsvogelstand ‘sterke schommelingen’ vertoont. Toch wordt het nieuws.

Gesneden koek

Waarom is om te beginnen het persbericht uitgebracht? Harvey van Diek van SOVON vertelt dat de afname van het aantal ijsvogels voor de kenners inderdaad niet heel verrassend is. “Maar voor de Nederlandse bevolking is het dat wel.” Dus: een persbericht de deur uit met daarin ook de uitleg hoe het kan dat de helft van de ijsvogels de winter niet heeft overleefd: “Ze zijn bijna geheel afhankelijk van vis, is het water bevroren dan hebben ze een probleem.”

Kees Moeliker, conservator van het Natuurhistorisch Museum Rotterdam, beaamt dat: “Het is inderdaad nieuws voor de gewone man, beroepshalve is het gesneden koek.” Ondanks het feit dat het geen opzienbarend nieuws is voor biologen, vindt hij het goed dat het bericht over ijsvogels in de media kwam: “Het ging jarenlang goed door de milde winters, het is goed om te weten dat het nu weer slecht gaat.”

Attentiewaarde

Bart Braun heeft dus een punt als hij zegt dat er wetenschappelijk gezien geen sprake is van nieuws, maar het wetenschappelijke aspect lijkt ook niet de invalshoek te zijn van de media die het nieuws brengen. Zij wijzen net als Van Diek en Moeliker op de interesse van het publiek. Peter Lagerweij, die het bericht over de ijsvogels schreef in het AD, legt uit: “Zoiets heeft attentiewaarde. De mensen vonden het interessant nieuws, het bericht wordt goed gelezen.”

Jannes Goedbloed van de NOS begrijpt Bart Braun wel: “De ijsvogelstand is erg hoog door enkele zachte winters en doordat er een strengere winter op volgt, sterven veel ijsvogels. In principe is dat het herstellen van de natuurlijke balans.” Maar ook hij wijst met nadruk op het publieksaspect: “Vanuit het oogpunt van de bioloog is het bericht over de ijsvogels misschien irrelevant, voor veel anderen is het nieuws en interessant om te lezen.”

Al met al lijkt ‘attentiewaarde’ het toverwoord. Zowel biologen als journalisten geven aan dat de sterfte onder ijsvogels geen wetenschappelijk nieuws is, maar dat de lezer het wél graag wil weten. Daar valt wat voor te zeggen, want na al die milde winters kan het geen kwaad eens te horen wat er gebeurt in een normale winter.

Placeholder-female-2x

Thijs Kuipers

Student Master Journalistiek en Nieuwe Media (2008-2009)

Profiel-pagina