Het klinkt als de plot voor een nieuw boek van Dan Brown. Op 2 februari 1650 zou de katholieke kerk een aanslag hebben gepleegd op ons moderne denken. René Descartes, de vader van de hedendaagse filosofie, zou op die dag zijn vergiftigd door een Franse kapelaan. Althans, dat schrijft Theodor Ebert in zijn boek, Der rätselhafte Tod des René Descartes. Via het Franse Books Magazine en de Britse krant The Guardian bereikte het nieuws ook de Nederlandse media. Onder meer Filosofie Magazine, Katholiek Nederland en Natuur Wetenschap & Techniek namen het bericht over. Maar net als bij de boeken van Dan Brown, zijn er ook bij dit boek wel enkele kanttekeningen te plaatsen.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.


Eerst maar even de officiële lezing. De Zweedse koningin Christina was zo geïnteresseerd in het werk van Descartes, dat zij hem in 1649 uitnodigde om haar leraar te worden. De kou en het strikte schema van Christina waren niet bepaald bevorderlijk voor de gezondheid van de filosoof. Hij liep een longontsteking op en overleed op 11 februari 1650 op 53 jarige leeftijd. Ook toen waren er al twijfels over de doodsoorzaak, zegt Erik-Jan Bos, onderzoeker in het Zeno instituut van de Universiteit van Utrecht: “Al in 1650 werd er gespeculeerd dat Descartes vermoord werd door jaloerse wetenschappers.”

Vergiftigde hostie
Ebert, hoogleraar filosofie aan de universiteit van Erlangen, concludeert na uitgebreid onderzoek dat Descartes vermoord is door de Franse aalmoezenier Jacques Viogué. Deze zou hem op 2 februari 1650 tijdens de Maria Lichtmis een in arsenicum gedoopte hostie hebben gegeven. Mogelijk zou hij op 8 februari een tweede vergiftigde hostie hebben gegeven om het karwei af te maken.

Ebert baseert zich onder meer op een brief waarin Descartes’ arts, Jan van Wullen, beschrijft dat zijn patiënt leed aan diarree, uitslag en misselijkheid. Verder deed iets in de urine van de filosoof hem vermoeden dat Descartes geen lang leven meer beschoren was. Ebert concludeert dat dit niets anders kan betekenen dan dat er bloed in de urine zat. “Dit zijn niet de symptomen van een longontsteking,” schrijft Ebert. Verder zou Descartes om een braakmiddel hebben gevraagd, wat volgens Ebert betekent dat de filosoof zelf ook vermoedde dat hij werd vergiftigd.

Volgens Ebert was Viogué bang dat Descartes de bekering tot de Katholieke kerk van koningin Christina in de weg zou staan. Bovendien zouden zijn ideeën niet te verenigen zijn met de katholieke leer van transsubstantie. Na de dood van de filosoof pleitte Viogué ervoor om diens werk te verbieden. Volgens Ebert wist hij daardoor de verspreiding van de leer van Descartes in het Katholieke Europa flink te vertragen.

Knoflook
Het is een mooi en spannend verhaal. Maar is het ook waar? Wijzen de symptomen die Descartes had inderdaad naar vergiftiging met arsenicum? Donald Uges, forensisch toxicoloog aan de Universiteit ven Groningen, heeft zijn twijfels. Arsenicum is giftig doordat het interacties aan gaat met andere metalen in het lichaam. Het verstoort de elektrische signalen in de zenuwen en voornamelijk het hart. Volgens Uges leidt langere blootstelling tot oedeem, gangreen en hypertensie en soms ook stuipen.

Bloed in de urine en diarree kunnen wijzen op een acute arsenicum vergiftiging maar dan wel in combinatie met braken en sterke stuipen. Van die laatste twee blijkt niets uit de bronnen over de dood van Descartes. Integendeel: de filosoof vroeg zijn arts zelf om een braakmiddel. De symptomen van Descartes lijken dus niet perse te wijzen op vergiftiging met arsenicum.

Volgens Uges is arsenicum een zeer giftig middel, maar “er past niet genoeg op een of twee hosties om iemand er acuut mee te vergiftigen”. Je hebt volgens hem tussen de 70 en 200 milligram arsenicum trioxide – de meest giftige variant van arsenicum – nodig voor een dodelijke dosis. Dit komt neer op het volume van een tot vier druppels water. “Dit is behoorlijk veel om onopgemerkt in een hostie te verstoppen, zeker wanneer je weet dat arsenicum sterk naar knoflook ruikt en smaakt”. Het is dus niet aannemelijk dat Descartes overleden is na het innemen van een of twee hosties.

Smoking gun
Ook Descartes-kenner Bos is niet overtuigd door de motieven die Ebert noemt: “Descartes zou de bekering van de koningin in de weg hebben gestaan. Descartes was echter van plan spoedig Zweden te verlaten. Bovenal vond de koningin hem eigenlijk een blaaskaak.” Veel effect op de verspreiding van de ideeën van Descartes heeft de eventuele vergiftiging ook niet gehad: “De onstuitbare opmars daarvan zette al in voor zijn dood.” Kenners van Descartes houden volgens Bos vast aan longontsteking als officiële doodsoorzaak. “Ebert heeft alle gegevens nog eens helder en duidelijk op een rijtje gezet en ook nieuw interessant materiaal gevonden. Maar een smoking gun blijft achterwege”.

Waarom lezen we deze kritische kanttekeningen niet terug in de berichten? Books Magazine bracht het verhaal als een interview met de schrijver. Maar andere media vatten het interview samen en maakten er een bericht van. Net als The Guardian plaatsten de Nederlandse media, met uitzondering van NRC Handelsblad, het op de nieuwspagina. In een interview weet de lezer dat de beweringen die gedaan worden van de geïnterviewde zijn. Op een nieuwspagina verwacht de lezer een objectief verhaal. Het is aan de journalist om de lezer meerdere kanten van het verhaal te laten horen als die er zijn.

Filosofie Magazine laat weten dat het de mankracht niet heeft om dit soort grappige berichtjes echt te controleren. Voor Katholiek Nederland geldt hetzelfde, ondanks het feit dat de verdachte een katholieke aalmoezenier was. “Een grappig bericht moet je niet doodchecken” grapt een redacteur: “Als Descartes vermoord is door een Katholieke aalmoezenier, vinden wij dat leuk.”

Imposante dood
Enkel Natuur Wetenschap & Techniek aarzelden bij het plaatsen van het bericht. Bij hoofdredacteur Maarten Keulemans ging een belletje rinkelen vanwege het “grote mensen sterven een imposante dood” gehalte. Na raadpleging van The Elements of Murder concludeerde ook Keulemans dat het wel vreemd was dat Descartes om een braakmiddel had gevraagd, terwijl braken bij een arsenicum vergiftiging bepaald geen probleem zou moeten zijn. Maar omdat de pagina nou eenmaal vol moest, besloot hij uiteindelijk het stuk in afgezwakte vorm toch te plaatsen.

Ofschoon geen van de betrokken journalisten grove journalistieke fouten heeft begaan, is het toch jammer dat journalisten niet meer tijd nemen om overgenomen berichten te verifiëren. En als er echt geen tijd is om het stuk te nuanceren, zet het dan waar het thuis hoort, bij de boekrecensies.