Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Mensen die veel kaas eten zijn dunner dan mensen die dit niet doen.
Oordeel
Onwaar
Bron van de bewering?
Volgens snacknieuwssite Gatsby zijn kaasliefhebbers slanker dan mensen die niet van kaas houden. Dat bleek uit een onderzoek van de ‘University of Dublin’ en er is dus geen reden om niet “lekker ongegeneerd Euroshopper-brie te eten”.
Ook Cosmopolitan ziet daarom geen reden om “je pizza of tosti niet met héél veel gesmolten kaas te bakken”. In het buitenland voorzag The Tab een artikel over het onderzoek van de geinige onderkop “Well I’ll brie damned” en volgens de Independent is het kaasbericht hét nieuws waar iedereen op heeft gewacht.
Waarom klopt dit niet?
Bron van het nieuws is een Ierse studie uit Nutrition & Diabetes (2017) over het verband tussen zuivelconsumptie en (stofwisselings)gezondheid. Hiervoor bestudeerden de Ieren de voedselinnames van 1500 willekeurig gekozen mensen, allen deelnemers aan de ‘National Adult Nutrition Survey’ (afgenomen tussen 2008 en 2010).
Voor alle deelnemers werd bepaald welk deel van hun totale energie-inname uit zuivel kwam – ja, uit kaas, maar dus ook uit melk, yoghurt, boter en room. Op basis daarvan werden ze in drie categorieën van zuivelinname gedeeld: hoog, medium en laag. En wat bleek? Degenen met de hoogste zuivelinname hadden gemiddeld een lager BMI, een lager vetpercentage, een kleinere tailleomtrek en een hogere insulinegevoeligheid. Als iemand minder gevoelig is voor insuline, blijft het bloedsuikerniveau te hoog. Dit heeft schadelijke gevolgen voor het lichaam. Wanneer er nauwelijks tot geen reactie op insuline meer is, dan is er sprake van diabetes type II. Dus: hoe hoger de insulinegevoeligheid, hoe beter. dan de personen met een lage zuivelinname. Daarnaast hadden ze een lagere bloeddruk en een kleinere ‘waist-to-hipratio’. Met ‘waist-to-hipratio’ wordt de verhouding tussen de omtrek van de taille ten opzichte van de omtrek van de heupen bedoeld. Een hoge waarde duidt op een, in verhouding, grote taille. Als de taille groot is, betekent dit dat er sprake is van een hoog percentage van het ongezonde viscerale – orgaan – vet. Een kleinere ratio is dus gezonder.. Gunstige uitkomsten voor zuivelliefhebbers dus, maar let op: dit is het soort studie dat wel verbanden kan aantonen, maar niet kan bewijzen dat het een het ander veroorzaakt.
En: dit ging over zuivel in het algemeen. Toen de onderzoekers de resultaten voor verschillende zuivelproducten afzonderlijk bestudeerden, bleek dat het er voor kaas somberder uitzag. Er werd namelijk bij geen enkele marker voor stofwisselingsgezondheid een verschil gevonden tussen mensen die veel of weinig kaas aten, behalve in het C-peptidegehalte, dat hoger was bij grootgebruikers van kaas. Omdat C-peptide een maat is voor insulinegevoeligheid, suggereerde dit resultaat dat kaasconsumptie de insulinegevoeligheid kan verbeteren. Maar er werden dus geen verschillen gevonden in BMI, vetpercentage, tailleomtrek, et cetera.
Conclusie
Mensen die veel zuivel nuttigen, zijn, volgens dit onderzoek, slanker dan degenen die dat niet doen. Het onderzoek bewijst niet dat je van zuivel slanker wordt. En al helemaal niet dat je slanker wordt van kaas. Kaas eten hangt wel samen met een betere insulinegevoeligheid, maar dat doet een zuivelrijk dieet ook. Er zijn dus geen gezondheidsredenen om specifiek extra kaas te eten. De stelling dat kaasliefhebbers slanker zijn dan kaashaters, is ONWAAR.
Bronnen
- Feeney, E. L., O’Sullivan, A., Nugent, A. P., McNulty, B., Walton, J., Flynn, A., & Gibney, E. R. (2017). Patterns of dairy food intake, body composition and markers of metabolic health in Ireland: results from the National Adult Nutrition Survey. Nutr Diabetes, 7(2), e243. doi:10.1038/nutd.2016.54