Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Een koe in Nederland produceert vandaag bijna de helft meer melk dan twintig jaar geleden.
Oordeel
Onwaar
Bron van de bewering
Op 1 december 2021 is in de Tweede Kamer, onder leiding van voorzitter Martin Bosma, de begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2022 besproken. Mevrouw Vestering van de Partij voor de Dieren voerde het woord over landbouw en natuur en sprak het volgende uit:
“Een koe in Nederland is zo doorgefokt dat zij vandaag bijna de helft meer melk produceert dan twintig jaar geleden.”
Deze uitspraak onderbouwt ze met een statistiek, namelijk dat een koe in haar leven “inmiddels een bizarre 34.000 liter melk” geeft.
Waarom is dit onwaar?
Lizzy van Coeverden, publieksvoorlichter van de Partij voor de Dieren, licht toe dat de uitspraak tot stand is gekomen door een publicatie van Nieuwe Oogst, waarin beschreven staat dat in 2021 een koe in haar leven gemiddeld 35.624 kilo melk produceert tot zij naar de slacht wordt afgevoerd. In 2010 ging het nog om gemiddeld 30.000 kilo en in 2000 om 24.000 kilo. Dat blijkt uit cijfers van Coöperatie Rundveeverbetering (CRV). “Dit betekent dat een koe in 2021 11.580 kilo meer melk gaf dan in 2000. Ten opzichte van de 24.000 in 2000 is dat bijna de helft meer,” aldus Van Coeverden.
Levensproductie
De levensproductie van de Nederlandse melkkoeien is inderdaad gestegen naar een recordhoogte. In 2021 produceerde een koe in haar hele leven 35.264 liter melk, zo publiceert Coöperatie Rundveeverbetering (CRV) op de pagina ‘Bedrijven en koeien in cijfers’. In dezelfde statistieken is te zien dat in 2001, twintig jaar geleden, een koe in haar hele leven 24.980 liter melk produceerde.
Henk Bovenhuis, hoogleraar Animal Breeding and Genetics aan Wageningen University & Research, geeft meer duiding aan de statistieken. Met behulp van de cijfers in tabel 1 valt de toename van de levensproductie als volgt te berekenen:
35.264 – 24980 = 10284 kg melk /24980 = + 41.2 %
De levensproductie van een koe is dus in twintig jaar met 41.2 procent toegenomen. Op basis van deze berekening zou de toename inderdaad ‘bijna de helft’ zijn, zoals mevrouw Vestering beweert.
Het is echter belangrijk om bovengenoemde cijfers op de juiste manier te interpreteren. Het gegeven dat de levensproductie van een koe in 2021 35.264 liter was, is afkomstig uit tabel 1, ‘Levensproductie van de Nederlandse stamboekkoeien, per jaar van afvoer’.
Deze tabel betreft dus de levensproductie van de 245.965 koeien die, in dit geval, in het jaar 2021 zijn afgevoerd (waarschijnlijk voor de slacht). Volgens het CBS telde Nederland in 2021 1.57 miljoen melkkoeien. Het aantal in de tabel bestaat dus niet uit alle productieve koeien, maar het bevat slechts een selecte groep. Dit betekent logischerwijs dat enkel de levensproductie van deze afgevoerde koeien bekend is. Ook is in deze tabel te zien dat de koeien die in 2021 zijn afgevoerd 2180 dagen oud zijn. Koeien die in 2001 werden afgevoerd waren 1983 dagen oud. Met behulp van deze cijfers is te berekenen hoeveel de leeftijd van een koe is gestegen in 2021, namelijk:
2180 – 1983= 197 dagen/1983= + 9.9%
Dit betekent dat een koe in 2021 gemiddeld een half jaar ouder was dan in 2001 voordat ze werd afgevoerd. De hogere leeftijd leidt ertoe dat het aantal melkdagen met 24 % procent is toegenomen. De hogere levensproductie is dus voor een deel het gevolg van het feit dat de koeien ouder worden.
Melkproductie per lactatie
De melkproductie per lactatie geeft een duidelijkere weergave van de hoeveelheid geproduceerde melk, omdat hierin alle melkproducerende koeien zijn opgenomen en niet enkel de koeien die worden afgevoerd. Wanneer een koe gekalfd heeft, begint ze melk te geven. Dit heet de lactatieperiode en duurt gemiddeld 350 dagen, zoals te zien is in Tabel 2. Deze tabel is afkomstig uit de jaarstatistieken uit 2020 van CRV en beschrijft de gemiddelde melkproductie per lactatie, ofwel de periode in een jaar dat een koe melk geeft. De jaarstatistieken van 2021 zijn op moment van schrijven nog niet gepubliceerd.
Uit de cijfers in de tabel valt op te maken dat de gemiddelde productie per lactatie in 2020 10.290 kg melk was en in 2000 8.418 kg melk. Dit is een toename van (10290 – 8418= 1872. Dat is 1872/8418 = ) 22.2 %. De jaarlijkse melkproductie is sinds 2000 toegenomen met ongeveer een vijfde, in plaats van ‘bijna de helft’.
Conclusie
De berekeningen laten zien dat Vestering’s conclusie over de gebruikte tabel van ‘Levensproductie van de Nederlandse stamboekkoeien, per jaar van afvoer’ enige nuance nodig heeft. In plaats van vijftig procent is de melkproductie de afgelopen twintig jaar met ongeveer een vijfde toegenomen. Deze toename wordt onder andere veroorzaakt doordat koeien gemiddeld een half jaar langer melk produceren.