Bewering
Israël steelt tijdens de oorlog in Gaza organen uit Palestijnse lijken.
Oordeel
Ongefundeerd.
Bron van de bewering
Sinds 7 oktober, de aanslag van Hamas en de oorlog in Gaza, worden op social media berichten gedeeld met de bewering dat Israël organen zou stelen uit Palestijnse lijken. Zo deelde model Gigi Hadid (bijna 80 miljoen volgers) een video op Instagram van maker Umme Murtaza die vertelt dat Israëliërs jarenlang organen van dode Palestijnen hebben gebruikt zonder hun toestemming.
Daarnaast trekt een bericht van de organisatie Euro-Med Human Rights Monitor uit november veel aandacht. Het wordt door TikTokkers aangehaald en in verschillende nieuwsberichten herhaald. In het bericht uit de organisatie zorgen dat Israëliërs mogelijk organen zouden stelen van Palestijnen die in Gaza zijn gedood en roepen ze op tot onafhankelijk onderzoek. Hoewel in het bericht staat dat er nog geen goed bewijs is voor de claim, wordt de suggestie van orgaandiefstal wel sterk gewekt. Naar aanleiding van dit bericht maakte onder andere mediabedrijf AJplus (van Al Jazeera) meerdere video’s over de claim. Een Franstalige video wordt op X meer dan duizend keer gedeeld en een Engelstalige video wordt op YouTube en TikTok honderdduizenden keren bekeken.
Op 26 december meldden onder meer Cestmocro en de NOS dat volgens de Gazaanse autoriteiten Israël de organen van tachtig lijken had gestolen. Twee dagen later werd het bericht door de NOS teruggetrokken.
Waarom dit ongefundeerd is
Hoewel de bewering dat Israël de organen van Palestijnen ‘steelt’ of verwijdert en gebruikt zonder toestemming, al jaren gemaakt wordt, is er tot op heden geen goed bewijs dat dit waar is. De verhalen bestaan grotendeels uit speculatie of worden ondersteund door anonieme bronnen en ongeverifieerde verklaringen, zonder harde bewijzen of onafhankelijk forensisch onderzoek.
Het specifieke verhaal van Euro-Med Human Rights Monitor over mogelijke orgaandiefstal bestaat uit een aantal elementen. Dat er lichamen van dode Palestijnen door Israël zijn meegenomen en later weer teruggegeven, klopt. Zo werden in december 80 lichamen van dode Palestijnen teruggebracht door Israël naar Gaza. Ze zouden zijn meegenomen om te controleren wie de doden waren en te verifiëren dat er geen lichamen van Israëlische gijzelaars tussen zaten. Ook heeft Israël toegegeven dat het leger op begraafplaatsen zoekt om te controleren of er mogelijk dode Israëlische gijzelaars liggen. Het tweede deel van het verhaal, de speculatie over orgaandiefstal, is gebaseerd op anonieme artsen die na een snelle controle van enkele vrijgegeven lichamen bewijzen zouden hebben gevonden van ontbrekende organen zoals missende hoornvliezen, levers, nieren en harten. In het bericht erkent Euro-Med dat de beschuldiging speculatief is en niet bewezen kan worden met forensisch bewijs.
Hoewel er nog geen onafhankelijk onderzoek is gedaan naar deze claim, zoals de organisatie vraagt, is het medisch gezien hoogst onwaarschijnlijk, zo niet onmogelijk, dat organen van dode Palestijnen tijdens de oorlog in Gaza uit lichamen gestolen zijn voor transplantatie. Inwendige organen kunnen alleen getransplanteerd worden als de donor in een ziekenhuis sterft. Vitale organen – zoals het hart, de longen, de nieren en de lever – zijn slechts korte tijd levensvatbaar zodra er geen zuurstof meer door het lichaam stroomt. Bij lichamen die uit graven zijn gehaald, is orgaantransplantatie niet meer mogelijk. Donatie van huid, hoornvliezen en botten zou bij de lichamen die uit ziekenhuizen gehaald zouden zijn, technisch gezien misschien mogelijk zijn, maar ook hier ontbreekt elk bewijs voor de claims.
Waar komt dit verhaal vandaan?
Hoe is het verhaal ontstaan dat Israël organen steelt van Palestijnen, ondanks het gebrek aan bewijs? Dit hardnekkige gerucht blijkt al decennialang rond te gaan. Zo schrijft de communistische krant De Waarheid in 1988 het verhaal op van een Palestijnse man (Wafa Mohd) die vertelt: “Meer dan eens zijn uit de bezette gebieden lijken gestolen en overgebracht naar een ziekenhuis in Tel Aviv om de organen te gebruiken voor transplantaties. De lichamen werden daarna verborgen.” Een jaar later (1989) is in het Nieuwsblad van het Noorden te vinden dat een vertegenwoordiger van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) vertelt “dat organen van gewonde Palestijnen zijn gestolen voor transplantatie bij Israëliërs.”
Deze vroege verhalen berustten voornamelijk op anekdotisch bewijs zonder concrete onderbouwing. Een significante wending kwam er in 2001, toen Israëlische onderzoeksjournalisten een verhaal publiceerden over de wantoestanden in het Abu Kabir Instituut voor Forensische Geneeskunde van 1988 tot 2000. Daar zouden, in strijd met de Israëlische wet, organen, huid en hoornvliezen van lichamen zijn gebruikt en zelfs verkocht aan andere onderzoeksinstituten, zonder toestemming van de nabestaanden.
In 2009 was er opnieuw aandacht voor deze onthullingen, toen een interview uit 2000 met Dr. Yehuda Hiss, de toenmalige directeur van het Abu Kabir Forensisch Instituut, werd gepubliceerd. Hierin vertelde hij dat in de jaren ’90 pathologen bij dit instituut huid, hoornvliezen, botten en hartkleppen hadden verwijderd uit lichamen van zowel Israëliërs, Israëlische soldaten, Palestijnen en immigranten, vaak zonder toestemming van de nabestaanden. Deze praktijken waren dus niet beperkt tot Palestijnen en Palestijnse lichamen, maar betroffen ook Israëliërs en Israëlische soldaten, en waren onderdeel van bredere misstanden.
De bekendmaking van de opname met Hiss volgde op een controversieel artikel van Donald Boström in de Zweedse krant Aftonbladet, waarin hij speculeerde dat het Israëlische leger mogelijk organen had gehaald uit de lichamen van Palestijnen die onder Israëlisch toezicht waren dood gegaan. Dit baseerde hij op de getuigenissen van nabestaanden die lichamen met missende organen terug zouden hebben gekregen. Hier is nooit meer bewijs voor geleverd. Israël erkende na de onthulling door dr. Yehuda Hiss de wantoestanden in het Abu Kabir instituut, maar stelde dat deze eind jaren ’90 waren gestopt. Dr. Yehuda Hiss werd in 2012 uit zijn functie gezet.
Behalve de verhalen over wanpraktijken in het Abu Kabir instituut, draagt de omgang van zowel Israël als Hamas met de lichamen van overledenen mogelijk ook bij aan de voedingsbodem voor deze geruchten. De Israëlische mensenrechtenorganisatie B’tselem heeft herhaaldelijk bericht over het Israëlische beleid om lichamen van Palestijnse doden niet terug te geven aan hun families of ze vast te houden als onderhandelingsmiddel. Hamas houdt ook lichamen van Israëlische gijzelaars vast met soortgelijke motieven, aldus oud-onderhandelaar Gershon Baskin.
Conclusie
Er is geen goed bewijs voor de beschuldiging dat Israël tijdens de oorlog in Gaza organen rooft van Palestijnen. Vanuit medisch perspectief lijkt dit ook zeer onwaarschijnlijk, zo niet onuitvoerbaar. Verwijzingen naar reportages over misstanden waarbij organen zonder toestemming werden verwijderd uit lichamen bij een Israëlisch medisch instituut, vermelden daar niet bij dat die lichamen ook van Israëliërs waren en niet alleen van Palestijnen. Daarbij vonden deze incidenten plaats in de jaren ’90, en is er geen bewijs van recente wantoestanden. De claim dat Israël organen steelt van Palestijnen is dus ongefundeerd.