Toekomstige bejaarde denkt niet aan aftakeling schrijft wetenschapsjournalist Joep Engels op 15 september in Trouw. Het artikel is gebaseerd op een onderzoek over de ‘nieuwe ouderen’ van zorgondernemersorganisatie ActiZ en adviesbureau Bureauvijftig. Het onderzoeksrapport en de samenvatting ervan spreken elkaar echter tegen. Tevens kloppen cijfers niet met de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Bovendien heeft ActiZ er belang bij dat de ‘nieuwe ouderen’ als een aparte groep in de samenleving worden gezien.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

“Engels heeft de goede conclusies uit het onderzoek getrokken, ik ben tevreden”, liet Arjan in ‘t Veld, directeur van Bureauvijftig, Nieuwscheckers weten. Op het eerste gezicht lijkt het inderdaad dat Engels de juiste conclusies heeft getrokken. Op basis van de online beschikbare samenvatting en de infographic valt er niets op het artikel aan te merken. Nieuwscheckers vermoedt echter dat dit komt doordat het artikel alleen gebaseerd is op deze twee documenten. Alles wat Engels schrijft is hier namelijk in terug te vinden, met uitzondering van de laatste alinea. Na getouwtrek met de betrokken organisaties mocht Nieuwscheckers uiteindelijk het onderzoeksrapport inzien.

In de afsluitende alinea beweert Engels dat driekwart van de 50-plussers alleen woont. Dit staat op één bladzijde van het onderzoeksrapport: het referentiekader, een onderdeel van de inleiding. Volgens cijfers van het CBS was dit op  1 januari 2013 slechts een kwart. Bovendien staan in de bijlage van het onderzoeksrapport wel de gegevens die met het CBS overeenkomen vermeld. Op de vraag ‘Wat is uw gezinssituatie?’ antwoordde maar 27 procent van de deelnemers dat ze alleen wonen. Deze fout versterkt het vermoeden dat Engels zich heeft gebaseerd op de bladzijden die het onderzoek samenvatten. Nieuwscheckers nam het onderzoeksrapport daarom onder de loep.

Marketingterm?
Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de ActiZ-campagne ‘Het Nieuwe Ouder Worden‘. De benoeming ‘nieuwe ouderen’ roept vragen op. Hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam Dirk Sikkel doet onderzoek naar ouderen en vergrijzing. Hij denkt dat ‘nieuwe ouderen’ een marketingterm is. “Het wordt gebruikt om interessant te doen en aandacht te trekken.” Als er al gebruik van die term gemaakt kan worden, gaat het volgens Sikkel om mensen van de babyboom. Zij zijn op dit moment dus 50 tot 67 jaar. “Om ze allemaal op dezelfde manier te behandelen is vreemd. Er gebeurt nogal wat na je vijftigste.”

In een filmpje over de ActiZ-campagne wordt gesteld dat ouderen tegenwoordig een steeds actievere rol in de samenleving willen spelen. Ze zijn mondiger, weten wat goed voor ze is en willen daar naar kunnen handelen. “ActiZ is blij met de opkomst van de nieuwe ouderen. De vergrijzing maakt dat we ouderenzorg simpelweg niet meer kunnen veroorloven. ActiZ wil het nieuwe ouder worden daarom ook flink stimuleren”, zegt de verteller in het promotiefilmpje. De zorgondernemersorganisatie heeft er dus belang bij dat de ‘nieuwe ouderen’ als een aparte groep in de samenleving worden gezien.

Ruim 3100 ouderen zijn voor dit ‘Grote Nieuwe Ouder Worden Onderzoek’ ondervraagd. De website van ActiZ vermeldt dat het onderzoek gericht is op de groep die tussen nu en de komende twintig jaar als zorgklant instroomt. Maar het onderzoek lijkt representatief voor alle 50-plussers, er zijn zelfs mensen boven de tachtig ondervraagd. Slechts 2 procent van de deelnemers van het onderzoek noemde zich een ‘nieuwe oudere’, de meerderheid (23 procent) koos voor de aanspreekvorm ‘50-plusser’.

Schrikbeeld
“Veroudering, aftakeling en de dood zijn nog ver weg”, schrijft Joep Engels in Trouw. Uit zijn artikel blijkt dat 50-plussers niet graag aan ouder worden denken en “er maar het beste van maken”. De ondervraagden lijken dit echter tegen te spreken. Op de vraag “Vindt u het leuk om ouder te worden?” antwoordden ongeveer evenveel mensen eens als oneens. De helft was neutraal. Een meerderheid (66 procent) kon het ouder worden zelfs makkelijk accepteren. Ouder worden op zich blijkt dus niet zo’n groot probleem.

De journalist van Trouw schrijft in zijn artikel ook dat 50-plussers liever niet in een zorginstelling belanden. “Een verhuizing naar een zorginstelling is het grote schrikbeeld.” Dit blijkt niet uit het onderzoek. Slechts 19 procent van de ondervraagden noemt dit als grote angst. Voor meer dan de helft van hen is mentale achteruitgang het ergste van ouder worden. Bovendien is maar 37 procent niet bereid om naar een zorginstelling te verhuizen als de gezondheid achteruit gaat. Een groot deel heeft hier geen mening over. Als wonen in een zorginstelling onvermijdelijk is, zegt nog maar 18 procent niet bereid te zijn om te verhuizen.

Dun onderzoek
Over de conclusie dat ouderen zich niet met de toekomst bezighouden, verschillen deskundigen van mening. Volgens socioloog René Schalk, hoogleraar aan Tilburg University, blijkt uit meerdere onderzoeken dat deze bevinding klopt. Hij verwijst onder meer naar een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Dit is een organisatie die verbonden is aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Sikkel vindt het vreemd dat Trouw een nieuwsartikel over het onderwerp publiceerde: “Het is al tientallen jaren bekend dat ouderen zich niet druk maken om hun toekomst.” Jan Baars, deskundige op het gebied van de ‘nieuwe ouderen’ en hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek, heeft echter kritiek: “Ik ben niet bij het onderzoek betrokken geweest, maar ik vind het een rare conclusie. Veel mensen maken zich wel zorgen, soms zelfs te veel.”

Dat Engels in zijn artikel kritischer over het onderzoek kon en moest zijn, is duidelijk. “De redactie van Trouw is maar klein. Een aantal jaar geleden is de wetenschapsredactie onderdeel geworden van de nieuwsdienst”, verklaart de wetenschapsjournalist die normaal over bètawetenschappen schrijft. Ouderenzorg is niet zijn onderwerp. Bovendien blijkt tijdgebrek ook een grote factor. De journalist had een uur de tijd. In die tijd achterhaalde hij het rapport, nam hij 50 bladzijden van het onderzoek door en schreef hij het nieuwsbericht. Engels geeft toe dat hij niet trots op het artikel is. “Het was erg lastig om er een duidelijk nieuwsbericht van te maken met één boodschap. Ik vond het zelf nogal een dun onderzoek en was na 100 woorden eigenlijk wel klaar.”