Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Bewering

In verzorgingstehuizen werken veel zorgmedewerkers – ook tijdens de zorg voor coronapatiënten – nog steeds met mondneusmaskers uit de supermarkt.

Oordeel

Onwaar

Bron van bewering

Tijdens het 22e coronadebat in de Tweede Kamer op 5 januari 2021 zei Femke Merel van Kooten-Arissen:

“In de verzorgingshuizen wordt nog veel gewerkt met mondneusmaskers die niet veilig zijn bij het werken met bewezen covid-patiënten, dus gewoon die blauwe, die we in grootverpakkingen bij de supermarkt kunnen kopen.”

Vervolgens verscheen een tweet van haar nieuwe politieke partij Splinter.

Bron: twitter.com

In de tweede termijn van het debat vertelt Van Kooten-Arissen over de aanleiding voor haar bewering.

“Ik was vorige week op raambezoek bij een verzorgingstehuis. Ik vroeg door het raam heen: ‘Waarom hebben jullie die blauwe maskertjes, die we allemaal bij het Kruidvat en bij de supermarkt kunnen kopen, op bij bewezen covidpatiënten, en niet die speciale, goede maskers, die PPF2-maskers met het ventiel, die helemaal sluiten?’”

Van Kooten-Arissen vroeg aan minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS): ‘’Waarom is dat zo? Waarom werken nog steeds zorgmedewerkers in verzorgingstehuizen met dat soort maskers?’’ Minister de Jonge antwoordde dit niet te weten. Hij zei dat er voldoende voorraad beschikbaar is voor alle verzorgingstehuizen. Als er problemen zijn met de richtlijn moeten deze gemeld worden bij de inspectie en daar zijn volgens hem geen gevallen bekend.

Van Kooten-Arissen antwoordde dat ze na het debat de naam van het verzorgingstehuis door zou geven aan het ministerie van VWS. Tim Bennebroek, persvoorlichter van het ministerie van VWS, liet weten dat van Kooten-Arissen de naam van het verzorgingstehuis inmiddels heeft doorgegeven. Het ministerie van VWS heeft contact gehad met het verzorgingstehuis en dat liet weten dat er gewerkt wordt volgens de richtlijnen van het RIVM.

Waarom klopt deze bewering niet?

Van Kooten Arissen had het tijdens het Kamerdebat over ‘blauwe maskertjes, die we allemaal bij het Kruidvat en de supermarkt kunnen kopen’, en over ‘speciale, goede maskers, die PPF2-maskers’. Om vast te kunnen stellen of het klopt wat ze zegt bekijken we hieronder welke maskers er zijn en welke in verzorgingstehuizen gebruikt (moeten) worden.

Welke soorten mondneusmaskers zijn er?

Het RIVM maakt onderscheid in drie soorten mondneusmaskers:

  • Niet-medische mondneusmaskers: mondneusmaskers zonder keurmerk die niet zijn bedoeld om jezelf te beschermen, maar om de ander te beschermen. Deze mondneusmaskers zijn in grootverpakkingen te koop in de supermarkt.

Daarnaast zijn er twee soorten medische mondneusmaskers:

  • Chirurgische mondneusmaskers: mondneusmaskers voor zorgmedewerkers die de patiënt beschermen tegen micro-organismen die van de zorgmedewerkers af kunnen komen. Meestal wordt het type IIR gebruikt. Chirurgische mondneusmaskers IIR zijn minder effectief dan de FFP-mondneusmaskers, aangezien deze minder strak zit aangesloten aan het gezicht. De verpakking van het mondneusmasker geeft aan dat het om een medisch mondneusmasker gaat met een CE-markering. Deze maskers worden niet standaard in de supermarkten verkocht.
  • FFP-mondneusmaskers: niet PFF-mondneusmaskers, zoals van Kooten-Arissen ze noemde, maar FFP-mondneusmaskers beschermen de gebruiker tegen het inademen van allerlei schadelijke stoffen, waaronder virussen. Meestal wordt het type FFP2 gebruikt dat 94% van de schadelijke stoffen filtert bij het inademen. De maskers kunnen een ventiel bevatten, zoals Van Kooten-Arissen beschreef. De maskers hebben een FFP opschrift en een CE-markering en zijn niet standaard in de supermarkt verkrijgbaar.

Wanneer moeten zorgmedewerkers welk masker dragen?

Momenteel zijn zorgmedewerkers in een verzorgingstehuis volgens de richtlijn van het RIVM verplicht om tijdens hun dienst continu een medisch mondneusmasker te dragen wanneer in de regio het risiconiveau ‘zorgelijk’ of ‘ernstig’ is. Momenteel geldt in heel Nederland het risiconiveau ’zeer ernstig’.

Volgens het RIVM zijn zorgmedewerkers alleen verplicht om een FFP2-mondneusmasker te dragen bij ‘hoogrisico handelingen’. Dit zijn handelingen waarbij grote hoeveelheden aerosolen ontstaan, bijvoorbeeld bij het uitzuigen van de luchtwegen en handmatige beademing voor intubatie.

In alle andere gevallen volstaat volgens de richtlijn een chirurgisch mondneusmasker IIR. Tijdens het verplegen of verzorgen van een individuele coronapatiënt volstaat volgens de richtlijn het dragen van een chirurgisch mondneusmasker IIR.

Beschikbaarheid hulpmiddelen

Zorginstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de inkoop van beschermingsmiddelen, zoals mondneusmaskers. Wanneer zij hier niet in slagen kunnen ze een beroep doen op het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH).

Op deze website is te zien wat de gemiddelde vraag van zorginstellingen is per medisch hulpmiddel. Daarnaast zijn de voorraden en bestellingen te zien. De huidige stand van zaken dateert van 11 januari en laat zien dat er ruim voldoende hulpmiddelen beschikbaar zijn.

Signalen uit de branche

Om erachter te komen of in verzorgingstehuizen zorgmedewerkers nog steeds veel werken met mondneusmaskers die te koop zijn bij supermarkten en Kruidvat-filialen, is navraag gedaan bij enkele grote organisaties in de verzorgingstehuizenbranche.

Woordvoerder van branchevereniging ActiZ, Olfert Koning, geeft aan geen signalen te hebben dat zorgorganisaties niet kunnen werken volgens de richtlijnen van het RIVM. Er is bij hen geen schaarste bekend aan beschermingsmiddelen.

Michel van Erp, woordvoerder van beroepsorganisatie NU’91, vertelt dat het probleem dat Van Kooten-Arissen schetst, echt een probleem was van de eerste golf en nu absoluut niet aan de orde is. NU’91 richtte in de eerste golf een speciaal meldpunt op waar zorgmedewerkers zich kunnen melden wanneer ze geen goede bescherming hebben of zich onveilig voelen. In oktober kwamen hier zo’n 125 meldingen binnen. In de tweede golf zijn slechts enkele meldingen binnengekomen over een tekort aan beschermingsmiddelen, die meteen werden opgelost. NU’91 kan de uitspraak van Van Kooten-Arissen op basis van hun meldingen niet bevestigen.

Secretaris van belangenorganisatie kleine en kleinschalige thuis- en woonzorgorganisaties SPOT, Alex Reinders, schreef in een e-mail dat zij geen signalen hebben om de uitspraak van Van Kooten-Arissen te kunnen bevestigen. Reinders legt uit dat de chirurgische mondneusmaskers IIR er nagenoeg identiek uitzien als de maskers die in de supermarkt worden verkocht. De chirurgische mondneusmaskers IIR zijn niet altijd voorzien van een typeaanduiding, wat in de praktijk voor verwarring kan zorgen.

In de eerste golf was sprake van schaarste en daarom werden sommige zorgaanbieders gedwongen om mondneusmaskers elders aan te schaffen om toch nog enige bescherming te kunnen bieden. Reinders legt uit dat het mogelijk is dat sommige zorgaanbieders eerder ingekochte partijen mondneusmaskers die niet voldoen aan de IIR-eis nog steeds gebruiken, maar dat is lastig na te gaan. SPOT heeft hierover in elk geval geen meldingen van zorgmedewerkers ontvangen.

Na contact met branchevereniging verpleegzorgingstehuizen ZorgThuisNL, Branchevereniging Kleinschalige Zorg en beroepsvereniging V&VN blijkt dat ook zij geen meldingen of signalen hebben ontvangen dat de zorgmedewerkers in verzorgingstehuizen mondneusmaskers uit de supermarkt gebruiken.

Ook bij de Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd zijn op dit moment geen aanwijzingen dat in de verzorgingstehuizen nog veel gewerkt wordt met supermarktmondneusmaskers, aldus woordvoerder Frank Wassenaar. In december kregen ze dertien meldingen binnen over persoonlijke beschermingsmiddelen, waaronder ook vragen over het dragen van chirurgische mondneusmaskers IIR en het dragen van FFP2-mondneusmaskers, maar het gaat niet om een massaal probleem.

Kritiek op RIVM-richtlijn

André van der Vlugt, woordvoerder van de vakbond CNV Zorg en Welzijn vertelt dat zij geen signalen hebben ontvangen dat er nog met mondneusmaskers uit de supermarkt wordt gewerkt in de verzorgingstehuizen. Er komen wel dagelijks meldingen binnen van zorgmedewerkers die zich met het chirurgisch mondneusmasker niet genoeg beschermd voelen en daarom graag FFP2-maskers willen dragen. Deze aanhoudende meldingen en de nog besmettelijkere ‘Britse’ variant van het virus, zijn aanleiding voor de CNV om een stap verder te zetten en een oproep te doen om de huidige richtlijn aan te passen. Volgens hen zou het gebruik van een FFP2-masker bij (risico op) werken met besmette patiënten standaard moeten worden.

Zaterdag 16 januari verscheen een artikel van Follow The Money waarin experts en zorgmedewerkers uitgebreid kritiek uiten op de huidige RIVM-richtlijn. Volgens het artikel is Nederland veel te zuinig met het gebruik van FFP2-mondneusmaskers, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Duitsland, waar de maskers in december zelfs gratis werden uitgedeeld aan alle 60-plussers.

Ook Van Kooten-Arissen uitte kritiek op de huidige richtlijn van het RIVM tijdens het Tweede Kamerdebat op woensdag 13 januari. Minister van Medische Zorg en Sport, Tamara van Ark, zei uiteindelijk toe om het Outbreak Management Team (OMT) te vragen om vanuit de nieuwste inzichten naar deze kwestie te kijken.

Conclusie

De bewering van Van Kooten-Arissen dat in verzorgingstehuizen – ook bij bewezen covid-patiënten – nog veel wordt gewerkt met onveilige mondneusmaskers uit de supermarkt is onwaar. De richtlijn van het RIVM eist betere bescherming dan de mondneusmaskers uit de supermarkt en er zijn geen aanwijzingen dat die richtlijn niet wordt gevolgd.

Placeholder-female-2x

Sanne Hoeks

Masterstudent Journalistiek en Nieuwe Media (2020/2021)

Profiel-pagina