“IVF vergroot de kans op een jongetje”, zo was op 29 september te lezen op bbc.co.uk. In Nederland verscheen dit bericht onder meer op gezondheidsnet.nl, NU.nl en Scientias.nl. De berichten zijn gebaseerd op Australisch onderzoek naar de invloed van verschillende vormen van IVF op het geslacht van het kind. Op de conclusies van dit onderzoek valt wel wat af te dingen. Waarom gebeurt dat niet in de Nederlandse berichten?

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

De Australische onderzoekers concluderen dat IVF een belangrijke invloed heeft op de kans op een jongetje. In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen IVF met één eicel en meerdere spermacellen (SET) en een methode waarbij slechts één ei- en spermacel gebruikt worden (ICSI). Daarnaast is er gekeken naar het stadium waarin het embryo zich bevond op het moment van terugplaatsing in de baarmoeder. Een embryo in een ‘vroeg’ stadium (cleavage stage) bestaat uit een klompje cellen dat twee tot drie dagen na de bevruchting is ontstaan. Een embryo in een ‘laat’ stadium (blastocyste) is vijf tot zes dagen oud en is al verder ontwikkeld. Het bestaat uit twee onderdelen, namelijk een hol balletje van cellen en een klompje cellen dat zich binnen dit balletje bevindt.

De onderzoekers vonden grote verschillen in de kans op een jongetje bij de verschillende IVF methodes. Zo is volgens het Australisch rapport bij ICSI in een ‘laat’ stadium de kans op een jongetje 48,7%, bij IVF in het algemeen 53% en bij voor IVF in een ‘vroeg’ stadium 56,1%. Aangezien de gemiddelde kans op een jongetje ligt op 51%, ligt de conclusie voor de hand dat IVF de kans op een jongetje beïnvloedt.

Slecht voorbeeld
“Een storm in een glas water”, noemt Jan Kremer, gynaecoloog in Nijmegen, de aandacht voor de Australische studie. “Er is heel veel onderzoek gedaan naar dit onderwerp. Andere studies laten geen verschillen zien, behalve voor ICSI, maar die verschillen zijn minder groot dan de auteurs beweren.” Daarnaast vindt Kremer dat dit onderzoek slecht in het nieuws gekomen is, omdat de verschillen alleen te zien zijn in bepaalde groepen en niet als je het bekijkt over de hele wereld. “Een voorbeeld hoe wetenschapscommunicatie niet moet werken.”

De nuance die Kremer zou willen zien is in het artikel van de BBC wel terug te vinden. De BBC voert als deskundige de vruchtbaarheidsspecialist Allen Pacey van de Universiteit van Sheffield op. Ook hij is niet overtuigd van de invloed die IVF zou hebben op het geslacht: “Voor zover ik weet is er geen bewijs voor de invloed van IVF op het geslacht op nationaal niveau, alhoewel het wel mogelijk is dat de natuur grote variaties vertoont”.

In de genoemde Nederlandse artikelen – alle drie gebaseerd op het bericht van de BBC – is deze nuance nog maar deels terug te vinden. Het artikel op Scientias.nl noemt wel de natuurlijke variatie, maar concludeert toch dat het Australisch onderzoek bewijst dat ingrijpen van de mens het geslacht van een kind beïnvloedt. Het artikel op NU.nl is letterlijk overgenomen van gezondheidsnet.nl en besteedt geen aandacht aan andere studies of de meningen van experts.

Hobbits en atheïsten
Waarom hebben de Nederlandse journalisten het bericht niet gecontroleerd? Vooral van Scientias.nl had dat mogen verwacht. De auteurs van deze website noemen zich wetenschapsjournalist. Ze richten zich op wetenschap en technologie en hebben de ambitie om het Nederlandse equivalent te maken van Physorg en Science Daily. Je zou verwachten dat Scientias.nl wetenschappelijk nieuws kritischer en professioneler brengt dan algemene nieuwssites.

Buiten het artikel over IVF bracht Scientias.nl op 29 september binnen vier uur nog negen andere artikelen, variërend van Vaccin tegen malaria in 2015 beschikbaar en Hobbit is geen nieuwe soort tot Atheïsten zijn het best geïnformeerd over religie. De hoeveelheid artikelen per dag in combinatie met het beperkt aantal journalisten doet vermoeden dat er weinig tijd is om artikelen te checken.

Offers
“Waarheid is voor ons het belangrijkst”, zegt Tim Kraaijvanger, een van de beheerders van Scientias.nl. “Maar aangezien we een populairwetenschappelijke website zijn, proberen wij de berichten ook op te peperen. Zodat ze niet alleen waar zijn, maar ook interessant.” Om ervoor te zorgen dat mensen reageren op de nieuwsberichten, wordt de nuance soms weggelaten. “Zelf neem ik uitspraken als ‘vaccin tegen malaria in 2015’ altijd met een korreltje zout. Het is leuk dat een wetenschapper zoiets zegt, maar meestal gaan ontwikkelingen veel trager. Natuurlijk vermeld ik dat niet in het berichten, want dat maakt de berichtgeving persoonlijker.”

De medewerkers van Scientias.nl hebben volgens Kraaijvanger ook te kampen met tijdgebrek: “Het is niet handig om voor ieder nieuwsbericht een Nederlandse expert op te snorren. Wij willen dit best doen – graag zelfs – maar om eerlijk te zijn is daar geen tijd voor. We zijn met een erg kleine redactie. We worden, in tegenstelling tot andere Nederlandse media, niet gesubsidieerd en moeten wel een succesvolle site dragen. Dat vraagt om offers”.