‘Paddestoelexplosie in Nederland’: de herfst was nog niet eens begonnen toen de media goed nieuws brachten over de paddenstoelenstand in ons land. De afgelopen veertien jaar zouden er maar liefst zeven soorten per maand zijn bijgekomen.  Nieuwscheckers ontdekte dat de paddenstoel toch iets anders in de steel steekt: om van een explosie te spreken, moeten we de cijfers van de afgelopen jaren kunnen vergelijken met oudere gegevens. En die zijn er niet.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

De Telegraaf meldde al op 26 augustus een explosie van paddenstoelen. De NOS volgde op 8  september. Waar de NOS het heeft over een totaal van 4.000 soorten, zijn het er in De Telegraaf zelfs 5.000.  Het AD kopte op 9 september: ‘Explosie van paddenstoelen in nat en warm Nederland’ (niet online) en telde 4.000 soorten. Trouw heeft het op 11 oktober ook over een paddenstoelenexplosie, turft ‘ruim 4800’  soorten,  en verwijst naar Marijke van Dam van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Veldbiologie.  NOS en Telegraaf beroepen zich op een andere bron: de paddenstoelenkenners van de Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV).  Al bij ons eerste telefoontje blijkt dat er van een echte vereniging niet echt te spreken valt. Volgens Jacques Gelderblom van het secretariaat heeft de NMV geen kantoor en is het meer een groep individuen.  Misschien ligt daar een oorzaak van de verschillende cijfers: De Telegraaf sprak NMV-bestuurslid Menno Boomsluiter, de NOS laat de identiteit van de zegsman in het midden.

“In Nederland zijn we de grens van de 5.000 soorten al gepasseerd”, vertelt Boomsluiter ons. Hij verwijst naar de Verspreidingsatlas waar dit expliciet staat vermeld: “Van de ruim 5000 soorten in Nederland komt een flink aantal het hele jaar voor, bijv. op bomen en op dood hout.” Maar Boomsluiter benadrukt:  “Het is ontzettend lastig om precies vast te stellen hoeveel paddenstoelen er zijn. Dit is namelijk afhankelijk van wat je allemaal onder een paddenstoel verstaat. Daarnaast zijn de meeste soorten paddenstoelen ontzettend klein en onopvallend.” Het Grootsporig Vriendenschijfje bijvoorbeeld, een soort die voor Nederland nieuw is, groeit aan de onderkant van rottend hout en heeft een doorsnede van nog geen  millimeter.

Geen explosie
De zeven nieuwe soorten paddenstoelen die er de afgelopen veertien jaar per maand bij zijn gekomen, berusten op een berekening van Boomsluiter zelf. Oud nieuws overigens, want Boomsluiter zette het al in februari op zijn blog. Het ANP maakte er een bericht van, dat onder meer door de Volkskrant werd overgenomen. Maar Boomsluiter wil zelf niet van een soortenexplosie spreken: “We hebben alleen gegevens van de afgelopen veertien jaar, van de jaren daarvoor is niets bekend. De laatste jaren wordt er gewoon veel meer onderzoek gedaan, waardoor er ook meer soorten worden ontdekt. Wellicht is er wel sprake van een daling, dat weten we dus niet.”

Wat wel uitbundig groeide in 2010, was het aantal afzonderlijke paddenstoelen. Paddenstoelen gedijen uitstekend door de combinatie van hevige regenval en hoge temperaturen: er waren die jaar dus veel paddenstoelen te zien, maar niet veel paddenstoelensoorten.

De Rode Lijst
Niet alleen met het aantal paddenstoelensoorten, ook met het aantal bedreigde soorten is iets mis. De NOS: “Toch zijn mycologen niet tevreden, want nog steeds staan zo’n tweederde van de paddenstoelen op de rode lijst met bedreigde soorten.” Boomsluiter vertelt ons echter dat hij tevredener is over de ontwikkelingen dan het NOS-bericht meent. Er staan namelijk in verhouding minder bedreigde paddenstoelen op de Rode Lijst dan vier jaar terug. De misvatting kan zijn ontstaan doordat de NOS verwijst naar ‘de laatste lijst’, de Rode Lijst 2004, een opsomming van alle bedreigde soorten paddenstoelen. Maar na een vluchtige blik op de website van de NVM blijkt een recentere versie, de Rode Lijst 2008, eenvoudig te downloaden. Hierin staat: “De Rode Lijst is gebaseerd op een analyse van ruim 1,8 miljoen verspreidingsgegevens in het databestand van de Nederlandse Mycologische Vereniging. Alle 4732 in Nederland waargenomen soorten zijn daarbij beoordeeld. Van deze soorten zijn 2624 soorten voldoende bekend om voor de Rode Lijst in beschouwing te worden genomen. De overige 2108 soorten zijn niet ‘inheems’ volgens de LNV criteria of er zijn onvoldoende betrouwbare gegevens voorhanden om tot een beoordeling van de Rode-Lijststatus te komen (bijvoorbeeld wegens hun kleine formaat, onopvallende groeiwijze of omdat ze recent zijn onderscheiden zodat oudere gegevens ontbreken).”

Van de 2.624 soorten die onder de loep zijn genomen, zijn uiteindelijke 1.619 soorten als bedreigd op de Rode Lijst 2008 terecht gekomen. Dit betekent dat 62% van de inheemse, betrouwbaar waargenomen soorten bedreigd is. “Maar in vergelijking met de Rode Lijst 2004 gaat het beter met de paddenstoelen”, aldus Boomsluiter.

Waar zit nu de fout?
Waarschijnlijk zijn de fouten ontstaan door verwarring van het aantal soorten en het aantal exemplaren. De paddenstoelenkenners van de NMV hebben niet beweerd dat er dit jaar een explosie in soorten is, maar in het aantal exemplaren. Het verschil in aantal soorten, 4.732 op de Rode Lijst en ruim 5.000 volgens Boomsluiter, kan schuilen in het feit dat de Rode Lijst uit 2008 dateert: intussen zijn er al weer meer soorten gespot.

Afzender onbekend
Geen explosie van nieuwe soorten paddenstoelen, geen 4.000 maar minimaal 4.732 soorten in totaal, en de verkeerde Rode Lijst: tijd om de schrijver van het NOS-bericht om een reactie te vragen. Volgens online eindredacteur Lambert Teuwissen van de NOS is het stuk geschreven door correspondent en verslaggever Rienk Kamer. Kamer vertelt ons dat hij wel de foto’s bij het bericht geleverd heeft en een radio-item over paddenstoelen heeft gemaakt, maar het schrijven van het artikel door tijdsgebrek aan een andere redacteur in Hilversum heeft overgelaten. Hij verwijst ons terug naar de NOS, maar die kunnen ons helaas niet verder helpen.