Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Blootstelling aan plastic verhoogt de kans op autisme
Oordeel
Ongenuanceerd
Bron van bewering
“Onderzoekers waarschuwen: plastic kan kinderen levenslang ziek maken”, schrijft Welingelichte Kringen. Aanleiding is een review in Lancet Child & Adolescent Health, dat een overzicht geeft van de gezondheidsrisico’s van chemicaliën die uit plastics kunnen vrijkomen, zoals weekmakers en vlamvertragers.
“Deze stoffen gooien je hormonen in de war en veroorzaken ontstekingen in je lichaam”, schrijft Welingelichte Kringen. “De effecten zijn breed: zoals gezegd kunnen ze leiden tot gezondheidsproblemen later. Het plastic raakt echter ook de hersenen. Vroege blootstelling aan plastic kan zorgen voor een lager IQ en verhoogt de kans op aandoeningen zoals autisme en ADHD.”
Waarom is dit ongenuanceerd?
Van voedselverpakkingen, via kleding en speelgoed tot vloerbedekking en meubels: we zijn omringd door uiteenlopende soorten kunststof of plastics. Die plastics leveren gebruiksgemak en comfort, maar ze zijn ook een bron van milieuvervuiling en gezondheidsrisico’s. De laatste jaren is er veel aandacht voor de gevaren van microplastics, maar er spelen nog andere risico’s.
Bijvoorbeeld met Bisfenol A en Bisfenol S uit hardplastic flessen, of weekmakers (ftalaten) die kunststof juist flexibel en buigzaam maken. Tot slot bevatten veel kunststoffen vlamvertragers, die ervoor zorgen dat bij brand het vuur veel minder snel om zich heen grijpt. Het overgrote deel van deze chemische ingrediënten blijft in het plastic zitten, maar toch komen er kleine hoeveelheden vrij, onder meer bij verhitting van kunststof voedselverpakkingen in de magnetron.
Iedereen wordt zo blootgesteld aan uiteenlopende kunststofchemicaliën. De Lancet-review analyseert tientallen studies die keken naar de gevolgen daarvan tijdens de zwangerschap voor vroeggeboortes, geboortegewicht, hersenontwikkeling, verlaagde vruchtbaarheid en de kans op suikerziekte. De review besteedt minder aandacht aan de effecten van blootstelling bij jonge kinderen en pubers.
Vroeggeboortes en hersenontwikkeling
Veel onderzoeken die in de review worden genoemd, meten het gehalte aan plastic-chemicaliën in bloed en urine van de moeder tijdens de zwangerschap en kijken vervolgens of hogere concentraties gelinkt zijn aan bijvoorbeeld vroeggeboortes, geboortegewicht en kans op ziektes als deze kinderen opgroeien. Vooral bij ftalaten is er duidelijk bewijs voor negatieve effecten. In de Verenigde Staten zijn naar schatting jaarlijks tussen de 24.000 en 120.000 vroeggeboortes toe te schrijven aan blootstelling aan ftalaten.
Vergelijkbare studies hebben gekeken naar neurologische effecten van zogenaamde gebromeerde vlamvertragers. Gebromeerde vlamvertragers zijn hormoonverstoorders: ze lijken op schildklierhormonen en ontregelen zo de hersenontwikkeling van de foetus, wat zich kan vertalen in een lager IQ en volgens een aantal oudere studies in een verhoogde kans op autisme en ADHD.
Gebromeerde vlamvertragers zijn inmiddels verboden en vervangen door nieuwere organofosfaatvlamvertragers, maar ook daarvan zijn aanwijzingen dat die de hormoonhuishouding en hersenontwikkeling verstoren. Tot slot leveren weekmakers risico’s. Een onderzoek met Nederlandse moeders en kinderen ziet een verband tussen blootstelling aan weekmakers (ftalaten), en vermindering van de grijze hersenmassa en een lager IQ.
ADHD, autisme en IQ
Verstoring van de hersengroei en cognitieve ontwikkeling kan zich op veel manieren uiten. In vergelijking met het effect op geboortegewicht, leveren de studies naar cognitieve effecten volgens de auteurs van de review ‘minder consistente’ resultaten. Dat de resultaten hier een gemengd beeld opleveren, heeft ook te maken met biologie. De hersenen zijn complex en tijdens de zwangerschap kan de ontwikkeling door uiteenlopende zaken worden verstoord. Bovendien spelen andere zaken mee: erfelijkheid speelt bij autisme een doorslaggevende rol.
Een recente systematische review illustreert dat: de auteurs zien geen verband tussen blootstelling aan hormoonverstorende stoffen zoals ftalaten en autistische kenmerken bij kinderen. De onderzoekers waarschuwen dat de wetenschap hier wellicht tekortschiet, doordat veel studies te klein zijn en niet goed van opzet. Er is vooral behoefte aan beter onderzoek om steviger conclusies te trekken.
Conclusie
Ongeboren kinderen worden via de moeder blootgesteld aan plastic-chemicaliën, en dat kan negatieve gevolgen hebben voor onder meer het geboortegewicht en cognitieve ontwikkeling. Hoewel er aanwijzingen zijn voor negatieve effecten op de hersenen tijdens en na de zwangerschap, is de link met autisme nog onduidelijk. Niet alle plastics en plastic-chemicaliën brengen dezelfde risico’s met zich mee. De bewering dat “blootstelling aan plastic de kans op autisme verhoogt” gooit alle kunststof op een hoop en is daardoor te breed en ongenuanceerd.