Psychopaten herkennen wordt een stuk makkelijker: zij hebben een afwijking in hun hersenen waardoor ze het verschil tussen bijvoorbeeld koffie, sinaasappels en leer amper kunnen ruiken. Dit ontdekten Australische onderzoekers die 79 jonge niet-criminele psychopaten een reuktest lieten doen. Althans, dat is wat onder andere de Volkskrant, Trouw en het AD berichtten op basis van een nieuwsbericht van het ANP. Nieuwscheckers ontdekte dat die 79 ‘psychopaten’ gewone studenten waren, die misschien een verstopte neus hadden.
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Het onderzoek, door Mehmet K. Mahmut en Richard J. Stevenson van de Australische Macquarie University, is gepubliceerd in het vakblad Chemosensory Perception. Heeft het ANP het nieuws opgeklopt? De schrijver van het bericht, ANP-redacteur Kees Bos, heeft het onderzoek zelf niet gelezen: “We hebben het vertaald van een ander persbureau. We controleren eigenlijk nooit, daar hebben we geen tijd voor.” Daarom besloot Nieuwscheckers om die controle te doen.
Steekproef
Het ANP heeft de 79 ‘psychopaten’ waarschijnlijk overgenomen van persbureau AFP; in artikelen die rechtstreeks zijn gebaseerd op een persbericht van het vakblad (bijvoorbeeld dit) ontbreekt de verwarring. Kennelijk heeft de AFP-redacteur niet begrepen wat een ‘community sample’ is: een steekproef uit de algemene populatie, in tegenstelling tot een ‘klinische steekproef’, dat wil zeggen uit mensen die onder behandeling zijn of vastzitten. En zo werden gewone studenten die vragenlijsten invulden voor extra studiepunten ‘psychopaths [who] lived in the community’.
Maar er is nog meer mis met het nieuws. Zo wijzen de onderzoekers erop dat ze niet goed hebben gekeken of de kandidaten neusinfecties hadden en zijn er onderzoeken die juist tegenovergestelde resultaten hebben. Ook de vragenlijsten zijn misschien niet de beste.
Zelftest en snuifstokjes
De studenten moesten de ‘Self-Report Psychopathy scale IV’ invullen om erachter te komen hoeveel psychopathische trekjes ze vertonen. Deze zelftest bestaat uit vragen als ‘Ik probeer mensen bewust te vleien om ze aan mijn kant te krijgen’ en ‘Mensen zeggen soms dat ik van steen ben’. Op het eerste gezicht lijkt het makkelijk om zulke resultaten te beïnvloeden. Iemand die een beetje manipulatief is, kan de sociaal gewenste antwoorden invullen. Het kan ook dat een student zijn docenten wil plezieren of ergeren door extreme antwoorden in te vullen. In het rapport verklaren de onderzoekers zelf dat ze in eerste instantie 82 proefpersonen hadden. Een viel af omdat hij een strafblad had, twee anderen telden niet mee omdat ze zulke afwijkende resultaten hadden. Daarmee zou alle ruis verdwenen zijn.
Maar in hoeverre is de test betrouwbaar? “De test waarvoor de onderzoekers kozen is relatief nieuw”, legt drs. Inti Brazil uit, cognitief psycholoog van het Donders Instituut in Nijmegen. Hij is als onderzoeker verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de Pompe-stichting, een TBS-kliniek. Hij onderzocht onder andere de rol van foutenverwerking in het brein van psychopaten. “Er zijn verschillende soorten instrumenten om ‘psychopathische trekjes’ te meten. Deze test is niet een van de mainstream instrumenten. Het is een keuze om deze te gebruiken, in plaats van testen die al meer dan 25 jaar bestaan. Er is geen Nederlandse versie van en het is niet zeker of deze test over tien jaar nog hetzelfde doet of op dezelfde wijze meet.”
Nadat de proefpersonen de test hadden ingevuld, moesten ze aan een aantal stokjes ruiken en telkens kiezen uit vier geuren. De onderzoekers concludeerden dat er een duidelijk verband te zien was: de personen die meer psychopathische trekjes hadden, hadden de geuren vaker fout geïdentificeerd.
Wie is psychopaat?
Hoeveel van die 79 studenten zijn nou eigenlijk gelabeld als psychopaat? In het onderzoek staat dat nergens aangegeven. “Die grens is er ook niet”, zegt Brazil. “In dit onderzoek is de schaal, de ‘range’, nu tussen de 80 en de 210, maar als je dit onderzoek uitvoert op een andere universiteit met een andere groep studenten kan die ‘range’ heel anders zijn. Het zou kunnen dat de persoon die in dit onderzoek de meeste psychopathische trekjes heeft, daar in de middenmoot zou vallen.” (Zie ook deze nieuwscheck over psychopathietests.)
De onderzoekers kozen ervoor om 79 ‘gezonde’ mensen te nemen en ze te beoordelen op psychopathische trekjes. Ze schrijven dat ze dit doen omdat het moeilijk is om aan een grote groep psychopaten te komen, maar ook omdat velen daarvan een crimineel verleden hebben. En die hebben weer meer kans dat ze verwondingen in het gezicht hebben en drugs gebruiken, wat hun reukvermogen zou kunnen aantasten. “Ze maakten het zich makkelijker door proefpersonen uit de ‘gezonde populatie’ te nemen”, vervolgt Brazil. “Het zijn alleen geen echte psychopaten. De ‘trekjes’ waarop getest wordt, vind je zowel bij zieke als gezonde mensen die geen criminele dingen doen. Iedereen heeft ze. Een echte psychopaat is heel anders en dat maakt het onderscheid moeilijk. Psychopathische trekjes zijn normale trekjes die pas psychopathisch worden als ze heel hoog zijn. Het komt bij iedereen voor.”
Bijdrage aan de wetenschap
Zowel in het artikel op onder andere de website van de Volkskrant als in het onderzoek zelf staat dat de ‘ontdekking’ kan helpen om beter vast te stellen ‘wie een psychopaat is’. Brazil: “Die conclusie is enorm kort door de bocht. Het klopt wel dat het orbito-frontale complex in het brein van psychopaten niet goed werkt. Dat werkt ook zo bij geuren. Daarbij is het een ideaal scenario. Het liefst wil je dat er een test komt waarbij je kan concluderen dat iemand een psychopaat is als hij vier van de tien geuren fout heeft, maar dat kan niet. Je kan niet persoonlijk beoordelen hoe iemand geuren ervaart. Het is een subjectieve beleving. Misschien hebben ze over tien jaar een coole geurtest die het wel doet, maar dat lijkt me erg onwaarschijnlijk.”
Prullenbak
Inti Brazil wil het onderzoek toch niet helemaal naar de prullenbak verwijzen. “Er waren eerst twee onderzoeken. Eentje die het verband tussen psychopaten en een verminderd reukvermogen aantoonde en een ander die het weerlegde. Nu staat het dus 2-1 voor het verband”, zegt hij. Toch zijn er voldoende redenen om te concluderen dat het onderzoek flink wat haken en ogen heeft. De studenten konden verkouden zijn, of sociaal gewenste antwoorden invullen. “Dat psychopaten een opmerkelijk slecht reukvermogen hebben, is te kort door de bocht”, concludeert Brazil. “Er zit dus wel een kleine kern van waarheid in, maar toch. Aandacht voor onderzoek in de media is altijd goed, maar het wordt hier dus wat spannender weergegeven dan het eigenlijk is.”