De ANWB startte afgelopen maand met de verkoop van ID-covers: hoesjes die identiteitsfraude tegen zouden gaan. En dat is hard nodig, want identiteitsfraude is “de snelst groeiende vorm van criminaliteit”, zo meldde de organisatie. Verschillende media, waaronder De Telegraaf, namen de bewering over. Deskundigen twijfelen aan die bewering en aan het nut van de covers: “Het is bekend dat dergelijke gegevens gewild zijn bij identiteitsdieven, dus is het überhaupt niet slim van de overheid om deze op de voorkant van identiteitsbewijzen te plaatsen.”
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Met de ID-covers kunnen belangrijke gegevens, zoals het Burgerservicenummer (BSN), op identiteitsbewijzen worden afgedekt. De hoesjes, bij de ANWB te koop voor € 1,00 (voor ID-kaart en rijbewijs) en € 1,50 (voor een paspoort), worden sinds begin september door de gemeente Boxtel al gratis uitgedeeld. Binnenkort zullen andere gemeenten dit voorbeeld volgen. En dat is volgens de berichtgeving zeker geen loze maatregel. Zowel de ANWB als De Telegraaf spreken immers van een flinke toename van identiteitsfraude en stellen zelfs dat het om de “snelst groeiende vorm van criminaliteit” gaat. Dit strookt echter niet met de realiteit.
‘Dark number’
Allereerst onderbouwen de ANWB en De Telegraaf hun uitspraken over de toename van het probleem met een aantal cijfers over de periode 2007-2012, waarvan zij de bron niet vermelden. Het lijkt echter te gaan om gegevens uit het recent geüpdate onderzoek van accountantsbureau PwC, in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken, en de begeleidende Kamerbrief van minister Plasterk. De resultaten van dit onderzoek beslaan dezelfde periode en de aangehaalde percentages komen overeen.
Volgens dit onderzoek neemt identiteitsfraude toe, maar het beweert niet dat het de snelst groeiende vorm van criminaliteit is. Volgens de Tilburgse hoogleraar regulering door technologie Ronald Leenes moet je het PwC-onderzoek bovendien “met een korrel zout nemen”. In de eerste plaats gaat het om een definitieprobleem: “Doorgaans wordt niet de moeite genomen om goed te bepalen wat identiteitsfraude is, dus hoe kan je dan beweren of iets groot of klein of stijgend is?”, aldus Leenes. Daarnaast is er sprake van een dark number: “Dit betekent dat we niet weten wat de daadwerkelijke omvang van het fenomeen is.”
Spookbeeld
Toen Leenes zich in 2005-2006 bezighield met identiteitsfraude, stuitte hij op uit de Verenigde Staten overgewaaide spookverhalen – een land waar de identiteitsfraude een groot probleem is. “Het idee was: dat probleem komt gewoon heel hard onze kant op.” Dat identiteitsfraude de snelst groeiende vorm van criminaliteit is, noemt hij een bewering die maar matig te onderbouwen valt. Verder is Leenes van mening dat er geen sprake is van een duidelijke stijgende lijn, eerder van betrekkelijke stabiliteit. Bepaalde vormen van identiteitsfraude nemen zelfs af, zoals pinpasfraude: “Dat komt doordat de banken aan het overschakelen zijn van magneetstrips naar chips in de pasjes.” Dit wordt bevestigd door een eerder bericht van de Nederlandse Vereniging van Banken, waarin gesteld werd dat de geleden schade van deze vorm van identiteitsfraude (‘skimming’ genoemd) tussen eind 2012 en begin 2013 daalde met maar liefst 45 procent. Wel komt ‘skimming’ meer voor dan ‘phishing’ en ‘pharming’ (waarbij identiteitsgegevens worden gestolen op internet via frauduleuze websites en servers), zo blijkt uit recent gepubliceerde gegevens van het CBS.
Rob van der Staaij, veiligheidsadviseur bij Atos Consulting & Technology Services en docent cybercrime aan de Rijksuniversiteit Groningen, stelt net als Leenes dat er geen sprake is van een explosieve toename. Van der Staaij: “Tegenwoordig kunnen identiteitsgegevens gestolen worden via internet, doordat steeds meer persoonlijke informatie verwerkt wordt via het web. Hierdoor valt er wel een lichte stijging te ontdekken van identiteitsfraude.” Oplossingen hiervoor beschrijft hij verder op zijn website. Daarbij gelooft hij ook niet in de uitspraak dat identiteitsfraude de snelst groeiende vorm van criminaliteit zou zijn: “Wat de ANWB en De Telegraaf beweren is volkomen onzin. De media blazen het probleem juist op door hier veel aandacht aan te besteden.”
Leenes benadrukt verder dat men voorzichtig moet zijn met uitspraken als die van De Telegraaf en de ANWB: “Het hangt er maar vanaf wat voor onderzoek je aanhaalt. Er zijn allerlei partijen binnen het veiligheidsdomein die er belang bij hebben om bepaalde cijfers naar buiten te brengen. Bijvoorbeeld de virusbestrijdingsbedrijven die met een onderzoek komen over een toename van computervirussen. Dat is bewijs van het gehalte wij van WC-eend adviseren WC-eend.”
Nut
Of dergelijke belangenverstrengeling ook het geval is bij de ANWB, blijft vooralsnog de vraag. Maar hoeveel zin heeft de introductie van de hoesjes, als het probleem al niet zo groot is als de ANWB en De Telegraaf doen voorkomen? Leenes: “De ID-covers dienen als middel om mensen bewust te maken van risico’s. Maar het idiote is dat allerlei wetenschappers, inclusief ik zelf, jarenlang hebben gezegd dat er voorzichtig moet worden omgesprongen met gegevens als het Burgerservicenummer. Het is bekend dat dergelijke gegevens gewild zijn bij identiteitsdieven, dus is het überhaupt niet slim van de overheid om deze op de voorkant van identiteitsbewijzen te plaatsen. Dat de gemeenten de pasjes nu gaan aanbieden, is in die zin eigenlijk dweilen met de kraan open.”
De journalist van De Telegraaf, Gijsbert Termaat, wilde niet reageren op onze bevindingen. De persafdeling van de ANWB verwees ons door naar de QIY Foundation, de uitvinder van de ID-cover, die verantwoordelijk was voor de inhoud van het bericht. Dit bedrijf reageerde niet op vragen van Nieuwscheckers.