‘Zorgende ouders maken kind blijer als volwassene dan controlerende ouders,’ kopt Nu.nl op 4 september 2015. Een strenge opvoeding zorgt voor minder gelukkige volwassenen, aldus het bericht. De schade zou gelijk staan aan de impact van een sterfgeval in de naaste omgeving. Kunnen ouders de strenge opvoedtechnieken beter aan de wilgen hangen? Uit onderzoek van Nieuwscheckers.nl blijkt dat dat niet nodig is.
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Nu.nl is niet het enige nieuwsmedium dat aandacht heeft besteed aan dit onderwerp. Ook AD.nl, RTL Nieuws en Ouders van Nu schreven over ongelukkige kinderen ten gevolge van een strenge opvoeding. In al deze berichten wordt verwezen naar een artikel van The Telegraph.
Waar is het op gebaseerd?
De claim dat kinderen met minder strenge ouders een gelukkiger leven leiden, komt van Dr Mai Stafford (University College London). In een persbericht over haar onderzoek stelt zij dat kinderen die hun ouders tijdens hun jeugd als ‘psychologically controlling’ hebben ervaren, op latere leeftijd een verminderde mentale gezondheid hebben.
Deze conclusie is gebaseerd op een onderdeel van een onderzoek waarvoor 5.362 mensen vanaf hun geboorte in 1946 zijn gevolgd. Van deze groep worden er nog altijd 2.800 in de gaten gehouden. Aan de hand van een vragenlijst is de participanten in dit onderdeel gevraagd hoe zij zich de opvoedstijl van hun ouders van voor hun zestiende levensjaar herinneren. Dit is vergeleken met hun mentale gezondheid, die ook via zelfrapportage is gemeten.
Bemoeien ouders zich met psyche of gedrag?
Het bericht van Nu.nl is gebaseerd op het artikel van The Telegraph. Bij de vertaling is de inhoud van Staffords claim aanzienlijk veranderd. Zo heeft Nu.nl het over ‘controlerende ouders’, wat de indruk wekt dat ouders bijvoorbeeld controleren wat hun kind doet en waar het is. In Staffords onderzoek gaat het echter over de mate waarin ouders controle uitoefenen over de psyche of het gedrag van hun kind. ‘Overheersende’ of ‘beheersende’ ouder zou daarom een betere vertaling zijn.
Stafford maakt onderscheid tussen twee vormen van beheersing: ‘psychological control’ en ‘behavioural control’. Ouders zijn ‘psychologically controlling’ wanneer zij de privacy van hun kind afnemen of hun kind verbieden om eigen beslissingen te maken. Hierdoor blijft het kind afhankelijk van zijn ouders. Onder ‘behavioural control’ valt bijvoorbeeld het kind niet altijd zijn zin geven door hem eens te verbieden om naar vrienden te gaan.
Dit onderscheid leidt tot de tweede fout in het artikel: de verschillende vormen van beheersing worden door elkaar gebruikt. Zo staat in het artikel van Nu.nl:
Wanneer ouders hun kinderen verbieden naar vrienden te gaan, of zich op een andere manier met het privéleven van het kind bemoeien, kan dat schadelijke gevolgen hebben.
Deze fout is cruciaal, omdat uit Staffords onderzoek blijkt dat ‘psychological control’ wel van invloed is op de geestelijke gezondheid van het kind en ‘behavioural control’ niet. Deze fout wordt in vrijwel alle berichten rondom dit onderzoek gemaakt.
Reactie NU.nl
Hoe kan het dat dit soort fouten in de berichtgeving sluipen? Michiel Baars, stagiair bij Nu.nl en auteur van het artikel, heeft daar een simpele verklaring voor. Hij stelt dat er enige haast geboden is bij het schrijven van een nieuwsbericht, omdat “je bij Nu.nl nou eenmaal niet de halve dag krijgt om één artikel voor de ‘Lifestyle’-sectie te schrijven”. Baars geeft dan ook aan ongeveer een half uur aan het artikel te hebben gewerkt, waarbij hij het origineel onderzoek globaal doorlas en het artikel van The Telegraph als basis gebruikte. Achteraf gezien, zegt hij, had hij er meer tijd voor moeten nemen.
Doordat er maar een dunne lijn zit tussen ‘psychological control’ en ‘behavioural control’, heeft hij het verschil niet opgemerkt, aldus Baars. Verder verklaart Baars dat er bij het gebruik van wetenschappelijke termen rekening gehouden moet worden met de doelgroep: “Er zijn woorden die je dan anders moet kiezen, terwijl je zelf misschien een mooier woord wilt gebruiken. Je moet het redelijk simpel houden.”
Het onderzoek versus het persbericht
Daarmee is de kous nog niet af, want ook het originele onderzoek en persbericht roepen vragen op. Zo stelt het persbericht dat de impact van een ‘controlling parent’ even groot is als het verliezen van een vriend of naast familielid. Volgens Marinus van IJzendoorn, hoogleraar gezinspedagogiek aan de Universiteit Leiden, is het vreemd dat deze conclusie getrokken wordt: “Het lijkt mij een onderschatting van het effect dat een sterfgeval in de naaste omgeving kan hebben.”
Verder is het opmerkelijk dat juist het onderwerp ‘controlling parents’ breed wordt uitgemeten in het persbericht, gezien dit maar één variabele in een groot onderzoek is. Daarbij stelt Van IJzendoorn dat het effect van een overbeschermende ouder “niet heel groot” is. Hij legt uit dat alleen overprotectie door de moeder van invloed is op de mentale gezondheid van het kind. De hoogleraar noemt deze invloed beperkt, omdat het slechts 3% van de verschillen in welbevinden bij kinderen verklaart. Dit betekent dat de rol van een overheersende ouder dus maar bij een klein gedeelte van de respondenten echt invloed heeft gehad op hun geluk in het latere leven.
Ook zet Van IJzendoorn zijn vraagtekens bij de methodologie: “Hoewel het sterk is dat verschillende bevolkingsgroepen zijn meegenomen in het onderzoek, zijn er enkele zwaktes.” Als voorbeeld noemt de hoogleraar dat de enquêtes over hoe de respondenten hun opvoeding hebben ervaren zijn afgenomen toen zij in de veertig waren. De enquêtes die de mentale gezondheid van de participanten meet, zijn twintig jaar later afgenomen. Volgens Van IJzendoorn zou het beter zijn als de enquêtes over de opvoeding ook daadwerkelijk in de kindertijd afgenomen zouden zijn. Hij stelt dat de resultaten nu zijn beïnvloed door hoe de deelnemers hun welzijn als kind achteraf beschouwen.
Dr Mai Stafford was niet bereikbaar voor commentaar.
Conclusie
Zowel bij het artikel van Nu.nl als bij het onderzoek van Stafford zijn dus kanttekeningen te plaatsen. Strenge ouders hoeven zich daarom niet direct zorgen te maken over de mentale gezondheid van hun kind. Een tiener zal misschien een dag chagrijnig zijn wanneer hij niet met vrienden uit mag, maar een ongelukkige volwassene zal hij er niet van worden.