Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Oplichters verleiden je ertoe om in een telefoongesprek ‘ja’ te zeggen en nemen dat op om te gebruiken als vervalste aankoopbevestiging.
Oordeel
Deels onwaar
Bron van de bewering
Verschillende klikpulpsites hebben een waarschuwing verspreid over telefoonoplichters. Dit begon op 22 februari met trendingnieuws.com: zij meenden dat de politie waarschuwt voor oplichters die je opbellen en het telefoongesprek opnemen.
De beller stelt zich voor en zou vervolgens vragen: “Kunt u mij horen?” Wanneer je antwoordt met ‘ja’, zou het gesprek worden beëindigd. Het ja-antwoord zou opgenomen zijn, en worden gebruikt als ‘bevestiging’ voor de aankoop van spullen of diensten.
Het bericht is een dag later overgenomen door LiveKijken.nl. Nu, inmiddels een half jaar later, wordt de waarschuwing opnieuw verspreid door VolgendeVideo.nl.
Wat klopt er niet en wat wel?
Het blijkt hier niet om een waarschuwing van de politie te gaan. Navraag bij politiewoordvoerders maakte duidelijk dat de methode daar niet bekend is. Ook zijn er geen politiewaarschuwingen terug te vinden over de truc.
Ondanks deze onjuistheid en de dubieuze oorsprong van het bericht, blijkt de waarschuwing toch enige grond te hebben.
Telefoonfraude in Nederland
Tjerk Notten van de Fraudehelpdesk kent klachten van mensen die nietsvermoedend een telefoongesprek voerden en voor onverwachte kosten kwamen te staan. Daarbij gaat het echter veelal om zakelijke gedupeerden, niet om particulieren. Ook is een bandopname van een ‘ja’ niet rechtsgeldig.
Dit neemt niet weg dat oplichters onterecht kosten in rekening kunnen brengen. Zij zouden gedupeerden bijvoorbeeld kunnen intimideren door zich te beroepen op een bewerkte geluidsopname. Tjerk Notten benadrukt het verschil tussen wetgeving en praktijk: hoewel dergelijke malafide praktijken tegen de wet zijn, kan het gebeuren dat mensen hiermee lastig worden gevallen en verweer moeten voeren.
Risico voor particulieren
Om erachter te komen hoe reël het gevaar voor consumenten en bedrijven is, namen wij contact op met ICT-jurist Arnoud Engelfriet, die blogde over de bruikbaarheid van gespreksopnamen als bewijs. Engelfriet: “Consumenten worden beschermd tegen acquisitiefraude. Die kunnen zich altijd beroepen op het feit dat zij nooit een schriftelijk contract hebben ondertekend.” Volgens Engelfriet komt acquisitiefraude onder consumenten dan ook zelden voor.
Risico voor bedrijven
Het ligt anders bij bedrijven: de schriftelijke overeenkomst is bij hen niet noodzakelijk om tot aanvaarding van een aanbod te komen. Engelfriet: “Bedrijven kunnen wel degelijk jaren vastzitten aan een contract vanwege een te snel gegeven ‘ja’ aan de telefoon.” Volgens de jurist is het verstandig voor bedrijven om het woord ‘ja’ te vermijden bij acquisitiegesprekken. Nóg beter is om de gesprekken op te nemen om het bedrijf te beschermen tegen manipulatie.
Rechtszaken
Een blik in de database uitspraken van Rechtspraak.nl illustreert dat het aandragen van een geluidsopname als bewijs vaak voorkomt. In deze zaak uit 2009 werd de vordering afgewezen door de rechter omdat er in het gesprek tussen de partijen geen duidelijke overeenkomst was gesloten “van bepaalde inhoud en voor een bepaalde duur per een concrete ingangsdatum”.
In deze zaak van september 2017 besloot de rechter wel dat de geluidsopname geldend was. De uitspraak: de overeenkomst tussen de partijen is gesloten omdat deze niet onder dwang tot stand is gekomen.
Volgens jurist Arnoud Engelfriet moet de rechter het bewijs op waarde schatten. Daardoor kan het voorkomen dat een bedrijf wel degelijk een formele overeenkomst heeft gesloten. Wanneer een bedrijf ingaat op een aanbod met “ja, dat lijkt me wel wat”, wordt dat gezien als een aanvaarding van het aanbod.
Tjerk Notten van de Fraudehelpdesk kan ons een zakelijk voorbeeld geven waarin een telefoongesprek gebruikt werd om kosten in rekening te brengen: een acquisitiebureau bracht onterecht kosten in rekening bij een ondernemer. In een telefoongesprek werden alle bedrijfsgegevens doorgenomen, die door de ondernemer bevestigd werden. De ondernemer in kwestie stond reeds geregistreerd bij een ander acquisitiebureau, en werd in dit gesprek misleid omdat het bureau zich op een slimme manier voordeed als een andere partij. Het malafide bureau bracht uiteindelijk kosten in rekening, die de ondernemer weigerde te betalen. Het kwam tot een rechtszaak: hierbij werd ook de opname van het telefoongesprek gebruikt als ‘bewijs’. De rechter kwam echter tot de uitspraak dat er gesjoemeld was in het telefoongesprek, en wees de opname af.
Conclusie
Het is duidelijk geworden dat door middel van listige telefoongesprekken mensen misleid kunnen worden. Bedrijven worden hier vooral door geraakt, en ondanks hun verzet leidt het soms tot een vordering. De waarschuwingen komen echter niet van de politie, en het blijft het onbekend op welke schaal dergelijke methodes particulieren raken. De verhalen bevatten onjuistheden, maar, zoals de commotie en het verzet van bedrijven aantonen: volledige flauwekul is het niet.