Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
Reizen met de trein is in Europa gemiddeld twee keer zo duur als vliegen.
Oordeel
Onwaar.
Bron van de bewering
Op 20 juli 2023 publiceerde Greenpeace een rapport getiteld Ticket Prices of Planes vs. Trains — A Europe-wide Analysis. De belangrijkste conclusie is dat reizen met de trein twee keer zo duur is als vliegen.
Het rapport haalde het nieuws in vrijwel alle Nederlandstalige media. Zie bijvoorbeeld de berichten van de NOS, Trouw of De Standaard. In andere Europese landen was er eveneens uitgebreid aandacht voor de conclusies van Greenpeace. Diezelfde dag wijdde zelfs het Amerikaanse CNN een bericht aan de bevindingen. Het rapport wordt nog regelmatig aangehaald, bijvoorbeeld in dit recente artikel van NRC (7 juni 2024).
Waarom is dit onwaar?
De rekenmethode deugt niet. De onderzoekers drukten de treinkosten uit als percentage van de vliegkosten. Gemiddeld kwamen ze uit op 200%. Conclusie: reizen met de trein kost gemiddeld het dubbele.
Nu draaien we het om. We drukken de vliegkosten uit als percentage van de treinkosten. Vliegen zou gemiddeld de helft goedkoper moeten zijn, dus we verwachten 50%. Helaas, de uitkomst van die aanpak is dan maar liefst 118%!
Vliegen lijkt dus gemiddeld de helft goedkoper, maar is tegelijkertijd ook 18% duurder. Hoe zit dat?
De methode-Greenpeace
De onderzoekers selecteerden 112 relatief korte (hoogstens 1500 km) routes door heel Europa. Extreem korte vliegtrajecten die vrijwel alleen gebruikt worden om over te stappen zoals Boedapest-Wenen werden niet meegeteld. De gekozen routes beslaan heel Europa en lopen vooral tussen grote en belangrijke steden. Om de steekproef representatiever te maken, koos men uit zowel belangrijke zakelijke bestemmingen als typische vakantieoorden.
Er werd ook rekening gehouden met de boekingstermijn. Ver van tevoren reserveren is vaak goedkoper. Daarom onderscheidt het rapport drie termijnen: de korte (een week vooruit), middellange (een maand vooruit) en de lange termijn (vier maanden vooruit).
Soms zijn de verschillen van dag tot dag groot. Dit heeft dan meestal te maken met weekenden die duurder zijn dan doordeweekse dagen. Om dit probleem op te lossen werden er per termijn drie verschillende dagen gecheckt.
Een voorbeeld
Voor iedere dag en ieder traject vergeleken de onderzoekers het goedkoopste treinticket met het goedkoopste vliegticket. Stel bijvoorbeeld dat op traject A een vliegticket 100 euro kost, terwijl je voor een treinticket 150 euro kwijt bent. De trein is dus anderhalf keer zo duur. Greenpeace drukt dit uit met het percentage 150%, omdat je als treinreiziger 150% van de vliegkosten betaalt. Als op een ander traject B vliegen weer 100 euro kost, maar je voor de trein slechts 50 euro betaalt, dan noteert Greenpeace 50%. Als treinreiziger reis je nu immers voor 50% van de vliegticketprijs. Deze gegevens zetten we in een tabel.
Greenpeace zou nu concluderen dat er gemiddeld géén prijsverschil is tussen de trein en het vliegtuig. Immers, 150 en 50 zijn samen gemiddeld 100. Gemiddeld zijn de trein en het vliegtuig dus even duur.
Nu nemen we hetzelfde voorbeeld, maar draaien we de vraag om. Hoeveel duurder is vliegen ten opzichte van de trein? Met precies dezelfde gegevens als hiervoor krijg je dan de volgende tabel:
We zien dat 200 en 66,6 middelen tot 133,3, en daarmee niet tot 100 zoals je zou verwachten. Vliegen is dus met de methode-Greenpeace niet alleen gemiddeld even duur, maar tegelijkertijd een derde duurder dan reizen met de trein.
Zo zie je in het klein hoe het mogelijk is dat vliegen gemiddeld 50% goedkoper én tegelijkertijd 18% duurder lijkt dan de trein. De aanpak van Greenpeace is daardoor totaal ongeschikt om mee te rekenen.
Rekenfout
Het onderzoek bevat tevens een rekenfout. Het rekenwerk is gedaan met Excel, waarbij per ongeluk veel meer cellen zijn geselecteerd dan bedoeld. Hierdoor komt het gemiddelde in de categorie “mid-term bookings” te hoog uit op 246%. De werkelijke waarde is met 227% bijna 20 procentpunt lager. Voor het algehele gemiddelde heeft deze fout geen gevolgen, omdat dat cijfer apart werd berekend.
Voor de duidelijkheid, deze extra percentages zijn net zo nietszeggend als de gewraakte 200%. Als je de volgorde weer verwisselt lijkt het alsof de trein respectievelijk 22%, 4% en 18% goedkoper is.
Het ene traject is het andere niet
In het rapport wordt ieder traject en ieder tijdstip even zwaar meegeteld.Toch zullen er tussen Londen en Parijs waarschijnlijk veel meer reizen geboekt worden dan op een traject als Helsinki-Oulu.
Het is ook niet duidelijk hoeveel invloed een reserveringstermijn heeft. Het zou bijvoorbeeld goed kunnen dat zakelijke reizigers de reis van Amsterdam naar Berlijn regelmatig op het laatste moment boeken, terwijl vakantiegangers uit Luxemburg hun trip naar Barcelona al maanden van tevoren plannen.
Kale prijzen
Als laatste merken we op dat alleen de kale ticketprijzen meegenomen worden. Dat maakt voor de trein meestal niet zoveel uit, maar voor het vliegen wel. Omdat Greenpeace altijd de goedkoopste prijzen vergelijkt, vinden we vooral opties van budgetmaatschappijen terug. Dat betekent vaak dat je niet of nauwelijks bagage mag meenemen. Doe je dat wel, dan kost dat fors meer.
Een voorbeeld is het traject Edinburgh-London. De kale ticketprijs kan op een gunstig moment zomaar £15 zijn. Dan mag je echter alleen een klein rugzakje mee dat onder je stoel moet passen. Voor een kleine handkoffer betaal je zomaar £35 extra. En om van het vliegveld Londen-Stansted naar het centrum te komen ben je met de goedkoopste optie ook minstens £20 kwijt. Zo kom je op een totaal van £70, terwijl de trein inclusief bagage slechts £45 pond kost.
De trein kan dus in de praktijk goedkoper zijn, terwijl Greenpeace 300% noteert voor het relatieve verschil tussen £15 en £45. Dit voorbeeld is gebaseerd op het verhaal van treinexpert Mark Smith in Trouw.
Alternatieve methode
Een andere optie is om gewoon de gemiddelde prijzen in absolute zin met elkaar te vergelijken. Als je dezelfde data als Greenpeace gebruikt, vind je voor de korte termijn dat vliegtickets gemiddeld zo’n €125 kosten tegenover €145 voor de trein. Gemiddeld betaal je dus ongeveer €20 meer voor de trein. Op middellange termijn is het verschil iets groter: ongeveer €80 om €120. Voor de lange termijn zijn er relatief weinig data, maar op basis van wat er is lijkt het ongeveer €65 versus €85 te zijn. Met wat meer bagage dan een rugzak zou de trein gemiddeld dus zomaar goedkoper kunnen zijn.
Reactie Greenpeace
In een reactie schrijft Greenpeace dat deze alternatieve methode wel is overwogen, maar dat uiteindelijk is gekozen voor het gebruiken van percentages. Dit had te maken met dure nachttreinen die grote uitschieters veroorzaakten.
Greenpeace reageert inhoudelijk niet op de kritiek, maar blijft bij het standpunt dat het wel degelijk zinvol is om het gemiddelde van percentages te berekenen. Ze zeggen erbij dat er meerdere externe onderzoekers na publicatie naar de methodologie van het rapport hebben gekeken. Als voorbeeld noemen ze de Zweedse toerismedeskundige Stefan Gössling. Deze groep experts heeft volgens Greenpeace geen wiskundige fouten kunnen ontdekken.
Conclusie
De trein is gemiddeld niet twee keer zo duur als het vliegtuig. Op basis van de beschikbare data ligt de kale prijs van een treinticket gemiddeld genomen een paar tientjes hoger dan het vliegticket. Of reizen met de trein daarmee echt duurder is dan reizen met het vliegtuig is niet te zeggen. Het Greenpeace-rapport gaat er waarschijnlijk ten onrechte van uit dat ieder traject op ieder gemeten tijdstip ongeveer even vaak geboekt wordt. Bovendien worden overige kosten zoals bagage en vervoer naar het vliegveld niet meegerekend.