Hoeveel invloed heeft een kleine politieke partij? Toen de 50Plus-partij twee zetels verwierf, wees lijsttrekker Henk Krol in de media op de Partij voor de Dieren. Ook twee zetels, maar met groot effect: alle partijen zijn diervriendelijker geworden. Maar dit klopt niet: de andere partijen hebben hun standpunten over dierenwelzijn sinds 2006 nauwelijks aangepast, blijkt uit onderzoek van Nieuwscheckers.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Bij de verkiezingen van afgelopen september haalde de 50Plus-partij twee zetels. De partij, die opkomt voor ouderenbelangen, deed voor het eerst mee met de strijd om een plek in het parlement. Lijststrekker Henk Krol maakte na de winst een vergelijking met de Partij voor de Dieren. “Je ziet wat er gebeurd is bij de PvdD. Die zitten ook maar met twee zetels in de Kamer, maar alle partijen zijn diervriendelijker geworden”, zo zei hij in het NOS-journaal.

Op de agenda

Maar klopt deze bewering wel? Zijn de politieke partijen inderdaad diervriendelijker? Nee, zegt de Leidse politicoloog Simon Otjes. Hij doet onderzoek naar het effect van nieuwe partijen op het bestaande stelsel. “De verkiezingsprogramma’s zijn niet veranderd door de komst van de dierenpartij in 2006. Ook zie je dat een nieuwe partij pas succes heeft wanneer de onderwerpen waar zij voor pleit nog niet op de agenda staan. Dierenwelzijn stond al op de agenda.”

Dierproeven en animal cops

Een vergelijking tussen partijprogramma’s van 2006 en 2010 bevestigt dit beeld: er is vrijwel geen toename in de aandacht voor dierenonderwerpen. Alle partijen hadden hier in 2006 al standpunten over en voerden die na vier jaar opnieuw op. Zo was D66 in 2006 al tegen het doen van dierproeven. In 2010 waren de standpunten op dit gebied onveranderd. Hetzelfde geldt voor de PVV. In 2006 waren ze voorstander van het invoeren van ‘animal cops’ en een noodnummer voor dierenmishandeling. Vier jaar later stond dit nog steeds op hun programma.

“Bij GroenLinks zijn er in het partijprogramma van 2010 wel meer standpunten over dierenwelzijn bijgekomen. Dat kan aan de aanwezigheid van de PvdD liggen, maar je moet oppassen met het zien van causale verbanden”, zegt Paul Lucardie, onderzoeker bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de Universiteit Groningen.

Stemgedrag bij moties

Een kleine partij kan ook invloed uitoefenen door moties in te dienen. De PvdD doet dit regelmatig. Op de website Dier & Politiek (een initiatief van de PvdD) wordt het stemgedrag bij diervriendelijke moties in de Kamer bijgehouden. In de periode 2006-2010 zijn er meer diervriendelijke moties aangenomen dan in de regeringsperiode erna. Maar er is, bij het grootste deel van de partijen, een achteruitgang te zien in het diervriendelijke stemgedrag.

De bewering van Henk Krol, die niet bereikbaar voor commentaar was, dat alle partijen diervriendelijker zijn geworden sinds 2006, klopt dus niet.