De veertig dagen voor Pasen zijn vanouds de tijd om te vasten, maar wie doet dat nog anno 2011?  Verrassend genoeg bleek uit recent onderzoek dat vasten opleeft, vooral onder jongeren. Het aantal Nederlanders dat vast, is in een paar jaar tijd zelfs verdubbeld, aldus de Vastenaktie.  Nieuwscheckers constateerde geknoei met definities, steekproeven en statistieken.

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

De berichtgeving is gebaseerd op twee onderzoeken: een recente peiling van de Vastenaktie, uitgevoerd door Maurice de Hond, en een onderzoek uit 2007 van Kerk in Actie, uitgevoerd door GFK Panel Services Benelux. Uit het jongste onderzoek blijkt dat tien procent van de Nederlanders vast, terwijl dit in 2007 nog maar vijf procent was. Een verdubbeling, aldus het persbericht van de Vastenaktie. Maar zijn deze twee onderzoeken wel met elkaar te vergelijken?

Sober eten

Voor het onderzoek van Kerk in Actie uit 2007 vroeg GFK telefonisch aan 1.326 respondenten of zij vastten. Vijf procent zei ja, wat overeenkomt met 66 mensen. Vervolgens is aan deze mensen gevraagd hoe zij vasten. Opvallend hierbij is dat “niet eten en drinken” niet bij de keuzemogelijkheden stond.  Vijftig procent zei dat zij vasten door sober te eten. Het gaat hier dus om de helft van die 66 personen, niet, zoals onder andere het Nederlands Dagblad schrijft, om vijftig procent van de gehele populatie. De NOS meldt wel dat het om deelpercentages gaat, maar beweert weer ten onrechte dat 32 procent van de vastende Nederlanders geen religie heeft. Dit percentage komt wel voor in het onderzoek, maar verwijst naar de gehele groep respondenten. We weten dus niet hoeveel van 66 mensen die daadwerkelijk gingen vasten geen religie hadden.

Onbewust vasten

Het recente onderzoek van de Vastenaktie zit anders in elkaar. Maurice de Hond ondervroeg hiervoor ruim tweeduizend respondenten (het precieze aantal was ook met een telefoontje naar de Vastenaktie niet te achterhalen). Het doel van het onderzoek was om mensen te vragen wat ze vinden van vasten en wat ze eraan doen. Jos de Voogd, persvoorlichter van de Vastenaktie, licht toe: ‘Onze doelgroep bestaat uit katholieke en rand-katholieke mensen. Op ons verzoek zijn er onder de respondenten meer katholieke mensen geschaard.’ Toch ligt het aandeel van katholieken in dit onderzoek, 21 procent, nog steeds lager dan het landelijk gemiddelde van 29 procent (CBS 2009). De steekproef bestond uiteindelijk voor de helft (ongeveer duizend mensen) uit een representatieve groep Nederlanders en voor de andere helft uit katholieke en religieuze mensen. Vervolgens zijn ‘de antwoorden steeds teruggerekend naar de Nederlandse bevolking/reguliere respondent’, aldus het onderzoeksrapport.

Hoe komt de Vastenaktie nu precies aan die tien procent vastende mensen? Vasten zij echt? Het persbericht van de Vastenaktie spreekt vaag van tien procent die zich “bezighoudt” met vasten. In de resultaten geeft slechts vier procent (ongeveer 80 mensen) van de respondenten aan in de vastenperiode voor Pasen 2011 te gaan vasten. Zes procent (ongeveer 120 mensen) geeft aan  “iets anders” of “iets speciaals” te gaan doen in die periode. Deze mensen hebben echter met zoveel woorden beweerd dat zij niet gaan vasten. De vraag luidde namelijk: ‘Op 9 maart begint de Vastentijd, bent u dan van plan te gaan vasten?’ De antwoordkeuzes waren: ‘Ja/ Nee, ik ga niet vasten, maar doe in die periode toch wel dingen anders/ een aantal speciale dingen/Nee/Nu niet, maar een andere periode later dit jaar wel/Weet  niet/Geen antwoord.’

Wie antwoordde ‘Nee, ik ga niet vasten, maar doe in die periode toch wel dingen anders’,  kreeg een open vraag over de aard van dat “speciale”.  En die zijn opgeteld bij de mensen die wel zeiden dat ze gingen vasten. De Voogd: ‘Omdat de meeste antwoorden op vasten leken, hebben we hen (6 procent) samengevoegd met de mensen die ja antwoordden (4 procent).’ Als er dus al iets blijkt uit dit onderzoek, is het eerder dat het percentage vastende mensen gedaald is van vijf procent in 2007 naar vier procent in 2011, dan dat het is gestegen van vijf naar tien.

Vrome wens

Wij zijn niet de enigen die de Vastenaktie wezen op de kromme vergelijking. De Voogd vermeldt zelf dat ook Maurice de Hond heeft gezegd dat deze vergelijking lastig was. Journalisten waren, volgens De Voogd, ook terughoudend om de resultaten te presenteren. Een veel overgenomen artikel in Metro, geschreven door Pam van der Veen, vermeldt deze stijging dan ook niet. Als we haar vragen naar haar keuzes voor het artikel zegt ze: ‘Ik heb contact met de Vastenaktie opgenomen en naar de onderzoeksresultaten gekeken. Omdat ik enkel de Vastenaktie heb gecontacteerd, weet ik niets van eerdere onderzoeken. Ik heb de stijging van 5 naar 10 procent echter niet vermeld, omdat ik deze nogal kort door de bocht vond. Ik heb enkel dingen uit het onderzoek overgenomen die, naar mijn mening, duidelijk waar waren.’

Kortom: dat vasten populairder wordt, is vooral een vrome wens van de Vastenaktie. Nieuwsmedia hebben het persbericht met opgeklopte cijfers terecht grotendeels genegeerd.