“Wijn is goed voor je brein”, kopten websites zoals Esquire en Libelle: regelmatig een glas wijn drinken zou de kans verminderen op ziektes zoals Alzheimer en Parkinson. Het nieuws is gebaseerd op onderzoek van de Amerikaanse neuropsycholoog Sarah J. Banks. Nieuwscheck: wijn is niet zomaar goed voor je brein.
Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Sarah J. Banks (Cleveland Clinic Lou Ruvo Center for Brain Health, Las Vegas) onderzocht de hersenstructuren van dertien sommeliers en dertien niet-sommeliers. Bij de wijnkenners was het gedeelte van de hersenen waarin zich het langetermijngeheugen bevindt opvallend groter. Hoe langer hun ervaring, hoe groter het hersengebied. Daarnaast was het hersengedeelte dat zintuiglijke prikkels opslaat ook dikker en actiever bij de sommeliers tijdens wijn-ruiktaken. Deze verschillen suggereren dat gespecialiseerde training bepaalde hersengebieden verbetert die als eerste beïnvloed worden door ziektes zoals Alzheimer en Parkinson.
Nederlandse media zoals Esquire en Libelle, maar ook buitenlandse media zoals de New York Post schreven over het onderzoek van Banks. Veel strandden helaas bij de conclusies. Het blijft moeilijk om een wetenschappelijk onderzoek goed over te brengen in de media volgens Sanne Boesveld, voedingswetenschapster aan Wageningen University en reviewer van Banks’ onderzoek: “Onderzoek is vaak specifiek en er komt geen eenduidig beeld uit, dit maakt het moeilijk te vertalen naar een mediagenieke boodschap voor het brede publiek.”
Hersenen: dikker is niet beter
Hoewel diverse media concluderen dat wijn drinken goed voor je is, gaat het onderzoek van Banks juist over wijn ruiken. “Mensen die regelmatig een glas wijn drinken, hebben minder snel last van ziektes zoals Alzheimer of Parkinson”, schrijft Libelle. Esquire doet er nog een schepje bovenop: hoe meer je ruikt en drinkt, hoe gezonder het voor je is. Dus: “Daar drinken we er dus maar een op. Of twee.” Toch slaan ze hiermee de plank volledig mis. “Dit is ontzettend kort door de bocht en misleidend”, aldus Boesveld.
Veel media hechten ook zonder enige context een positieve waarde aan dikkere hersendelen. De New York Post schrijft bijvoorbeeld: “Though we don’t know for sure, there is a possibility that when it comes to the brain, thicker is better.” Alleen, dikker is niet per se beter. “Je hebt twee groepen kinderen: één groep speelt geen piano en de andere groep wel. Wordt er na een jaar een volumetoename bij de pianisten gevonden? Dan is deze volumetoename in dat opzicht een gunstig effect”, vertelt hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder (VU). “Maar je ziet ook studies waarbij mensen met een hersenaandoening een groter volume laten zien, omdat zij veel meer moeite moeten doen om überhaupt iets voor elkaar te krijgen. Dan is een toename van volume juist ongunstig.”
Geen bescherming tegen Alzheimer
Diverse nieuwssites stellen verder dat goed wijn kunnen ruiken de gezondheid op lange termijn verbetert. De New York Post: ”[Banks] notes that the findings could suggest that living like a sommelier and paying close attention to how things taste could improve your health in the long run.” Maar dit zijn overhaaste conclusies. Scherder: “Of dat het je beschermt tegen de ziekte van Alzheimer, is een grote uitkomst. Als iemand dat beweert, dan moet je zeggen: ‘Waar baseert u het op?’” Uit alleen dit onderzoek kan niet worden afgeleid dat wijn ruiken Alzheimer tegen zou gaan. “Dat zou je met epidemiologische studies kunnen nagaan”, stelt Boesveld voor.
Daarnaast zijn er grote verschillen in hersenen van mensen en kun je niet zomaar concluderen dat ruiken aan wijn voor iedereen hetzelfde effect heeft. “Je kunt niet iedereen over één kam scheren. Het brein kent een variatie van veertig procent”, vertelt Scherder. Verder hangt de structuur van je brein ook af van genen, erfelijke factoren en je omgeving.
Onduidelijke oorzaak-gevolgrelatie
Tot slot trekken veel media een onterechte oorzaak-gevolgconclusie uit het onderzoek. “Het onderzoek van Banks is een cross-sectioneel onderzoek”, benadrukt Boesveld. Het zou zomaar kunnen dat mensen met een groter volume van deze hersenstructuren makkelijker sommelier kunnen worden, in plaats van andersom. Dit zou betekenen dat hoeveel wij ook aan wijn zouden ruiken, het niet per se betekent dat dit ook enig effect heeft op onze gezondheid.
Volgens Scherder kun je alleen een juiste oorzaak-gevolgconclusie trekken zodra je weet of er een correlatie is tussen het actieve gebruik van de reukzin en de dikkere hersendelen van de sommeliers. “Je zegt: deze man is geen sommelier en nou wordt hij sommelier. Vervolgens volgen we hem twintig jaar en dan zien we dat het hersengebied in volume is toegenomen. Dan pas kun je stellen: het een wordt veroorzaakt door het ander.”
Conclusie
Kortom, in de hoop een mediagenieke boodschap aan een breed publiek te leveren, hebben verschillende media de verkeerde conclusies getrokken over het onderzoek van Banks. Het gaat niet om wijn drinken, dikkere hersendelen zijn niet per se beter en wijn ruiken staat niet gelijk aan een automatische bescherming tegen Alzheimer voor iedereen. Bovendien is er geen duidelijke oorzaak-gevolgconclusie uit de studie af te leiden. Wijn is niet per se goed of slecht voor het brein, daar is meer onderzoek voor nodig. In de tussentijd drinken we maar een wijntje, zonder al te veel te concluderen.
Foto: Scott Hadfield (Flickr, CC BY-NC-SA 2.0)