‘Lange tenen, snelle renners’ luidt de kop in de Bionieuws (nieuwsblad voor biologen) op 14 november. Het blad was niet het enige dat het nieuws bracht. Verschillende andere media vertelden ons dat sprinters gemiddeld langere tenen hebben dan niet-sprinters. Ook berichtten ze dat de hielbotten van de sprinters korter waren. Hierdoor is de afstand tussen de achillespees en de as van het enkelgewricht (momentarm) 25 % kleiner dan bij niet-sprinters. Zo trekt de kuitspier langzamer samen en is de afzetkracht groter. Dit klinkt als een leuk nieuwtje, maar is het wel waar?

Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.

Als we het wetenschappelijke artikel uit The Journal of Experimental Biology lezen, valt één ding gelijk op. Er zijn totaal maar 24 proefpersonen gebruikt, waarvan 12 sprinters en 12 niet-sprinters. De sprinters waren overigens niet van een heel hoog niveau. Met hun beste tijden zouden ze niet voldoen aan de limiet voor een internationaal kampioenschap. Valt er eigenlijk wel iets te concluderen als er maar zo weinig proefpersonen zijn gebruikt?

Volgens Tom de Jong, statistiekdocent aan de Universiteit Leiden, kunnen er met zo weinig proefpersonen wel conclusies getrokken worden. “De verschillen zijn zo groot dat je ze ook met een kleine sample aan kunt tonen. Ik heb echter ook kritiek op de methode, want de niet-sprinters zijn gemiddeld 6 jaar ouder dan de sprinters. Dit is een significant verschil. Het is dus goed mogelijk dat de verschillen aan de leeftijd liggen en niets met wel-niet sprinten te maken hebben.”

Er kunnen dus vraagtekens gezet worden bij de resultaten van het onderzoek. Waarom is het bericht dan toch verschenen in een blad bedoeld voor een wetenschappelijk publiek? Worden zelfs daar de wetenschappelijke artikelen niet goed gelezen? Jeroen Scharro van de Bionieuws vertelt dat de korte berichten altijd net voor de deadline worden gemaakt. “Het zijn de laatste stukjes die geschreven worden. Er is op dat moment geen tijd om het hele artikel door te lezen en er is zeker geen tijd om de hele statistiek na te gaan. Daarom wordt vaak het abstract gelezen en de rest van het artikel vluchtig.”

Al met al kan er niet met zekerheid gezegd worden dat sprinters langere tenen en een korter hielbot hebben. Zelfs een vakblad als Bionieuws checkt dus niet alles.