Let op: Deze factcheck is uitgevoerd op basis van de beschikbare informatie op de datum van publicatie. Lees hier over onze werkwijze.
Bewering
De hoeveelheid microplastics in het menselijk brein is gelijk aan het gewicht van een plastic lepel
Oordeel
Ongenuanceerd
Bron van de bewering
Begin februari brachten verschillende media het bericht dat onze hersenen meer microplastics bevatten dan gedacht. Aanleiding was een publicatie in Nature Medicine van een onderzoek naar de aanwezigheid van microplastics in verschillende menselijke organen. Onder andere NOS en Volkskrant schrijven over het onderzoek, in het Algemeen Dagblad komt hoofdonderzoeker Matthew Campen aan het woord.
‘Mensen die in 2024 overleden hadden aanzienlijk meer van deze kleine plasticdeeltjes in hun hersenweefsel dan mensen in eerdere jaren, namelijk een hoeveelheid die ‘gelijkstaat aan een hele plastic lepel’, aldus hoofdonderzoeker Matthew Campen van de Universiteit van New Mexico. “Vergeleken met autopsiehersenmonsters uit 2016 is dat ongeveer 50 procent hoger”, zei Campen. “Dat zou betekenen dat onze hersenen vandaag de dag voor 99,5 procent uit hersenen bestaan en de rest uit plastic.”’
Verschillende citaten van Campen in de media zijn afkomstig uit een persbericht van de Universiteit van New Mexico. Daarin wordt niets gezegd over een plastic lepel. Die vergelijking maakt Campen onder meer in gesprek met CNN en in een mailinterview met de Volkskrant. In beide gevallen voegt Campen eraan toe dat de exacte cijfers nog onzeker zijn: de massa microplastic wordt mogelijk onder- of overschat.
Onderzoek naar microplastics leverde al vaker spectaculaire krantenkoppen. Zo zouden mensen wekelijks een creditcard aan microplastic consumeren, maar dat is niet zo, laat deze factcheck zien.
Waarom is dit ongenuanceerd?
Volgens de meest gehanteerde definitie zijn microplastics kunststof deeltjes kleiner dan 5 millimeter. Deeltjes kleiner dan 1 micrometer (ofwel 0,001 millimeter) vormen een aparte categorie: nanoplastics. Microplastics zijn overal, laat onderzoek de laatste jaren zien: in de vrije natuur, in huisstof, lucht, voedsel, drinkwater en ook in ons lichaam.
Micro- en nanoplastics ontstaan door slijtage van kunststof voorwerpen en kleding, zoals fleece en nylon. Ook plastic zwerfafval kan verweren en verkruimelen tot microplastics. Tot slot worden microplastics soms toegevoegd aan cosmetica en persoonlijke verzorgingsproducten. Er zijn veel verschillende soorten plastic in gebruik (PET, polyethyleen, polypropyleen) en dus circuleren er ook diverse microplastics.
Omdat micro- en nanoplastics op veel plekken voorkomen, krijgen mensen ze binnen via lucht en voedsel. Inmiddels zijn deze plastic deeltjes aangetoond in onder andere de lever, bloed, placenta en moedermelk. Over de gevolgen van die blootstelling aan plastic deeltjes is nog veel onduidelijk.
Microplastics meten
Omdat microplastics zo ontzettend klein en divers zijn, is het meten ervan een flinke uitdaging. De laatste jaren zijn er laboratoriumtechnieken ontwikkeld die iets kunnen vertellen over aantallen, chemische samenstelling en de vorm van microplastics. Er is ook een meetmethode die het totale gewicht aan microplastic in bloed of weefsel kan bepalen.
Voor die meting worden de microplastic deeltjes uit het orgaan of weefsel gehaald door alle cellen kapot te maken met chemicaliën en enzymen. Vervolgens wordt het resterende microplastic verhit tot zo’n 600 graden waardoor het plastic uiteenvalt en verdampt: de vluchtige stoffen die bij deze ‘pyrolyse’ ontstaan worden van elkaar gescheiden en gedetecteerd met GC-MS. Zulke analyses leveren een beeld van soorten en de hoeveelheden microplastic in een orgaan of een buisje bloed.
Dat is precies wat de onderzoeksgroep van Matthew Campen heeft gedaan. Ze namen een halve gram hersenweefsel dat drie dagen werd behandeld met kaliloog (KOH). De hersencellen gaan daardoor kapot en er blijft een vloeistof over waarin microplastics aanwezig zijn. Vloeistof en microplastics worden van elkaar gescheiden, waarna de plastic deeltjes met de pyrolyse-methode worden gemeten.
Van microgram naar lepel
De onderzoekers schatten op basis van hun metingen aan het brein van 20 overleden personen dat er per gram hersenweefsel 4917 microgram microplastic aanwezig is. Als je die hoeveelheid vermenigvuldigt met de gemiddelde massa van de menselijke hersenen (4917 x 1300 gram), dan kom je uit op 6.392.100 microgram plastic ofwel 6,4 gram en dat is ongeveer het gewicht van een plastic lepel.
Vooral het supermarkttassenkunststof polyethyleen scoort erg hoog in de metingen en dat roept een aantal vragen op, zegt Marja Lamoree, hoogleraar analytische chemie voor milieu en gezondheid aan de VU. “De kwantificering van polyethyleen is een beetje tricky, daarvan zeggen analisten en postdocs in mijn lab dat de onderzoekers de hoeveelheid in de hersenen te hoog inschatten. Waarmee ik niet wil zeggen dat dit een slechte paper is, ik denk alleen dat de methode niet zo sterk is.”
Verstorend vet
De groep van Lamoree doet onderzoek naar nieuwe methoden voor detectie van microplastics in onder meer bloed. Omdat hersenweefsel relatief vettig is, kunnen restanten vet rond de microplastics de metingen hoger laten uitvallen, zegt Lamoree. “Als je vetten verhit met de pyrolyse-methode ontstaan vluchtige stoffen die ook worden gevormd bij de verhitting van polyethyleen. Daarom moet je van tevoren vetten er helemaal uit halen of je moet een scherp onderscheid maken tussen het meetsignaal van vet en polyethyleen. En dat hebben ze in mijn ogen niet goed genoeg gedaan.”
Lamoree heeft in een email haar ideeën over verbetering van de meetmethoden gedeeld met een van de onderzoekers uit de groep van Campen. “Ik vind zelf dat ze toch interessante resultaten hebben laten zien. Ze zien duidelijk een flinke toename van microplastics in hersenen van mensen die in 2016 en 2024 zijn overleden. En ze signaleren grotere hoeveelheden microplastic in hersenen van Alzheimerpatiënten. Ik zie het onderzoek daarom als een stap voorwaarts, waar nog wel het een of ander aan te verbeteren valt.”
Conclusie
De massa microscopisch kleine plasticdeeltjes die je in een brein kunt aantreffen zou opgeteld zes gram zijn, ofwel het gewicht van een plastic lepel. Die hoeveelheid is wellicht een overschatting, omdat de methode waarmee microplastics worden gemeten gevoelig is voor verstoring, maar dat doet niets af aan de ongewenste aanwezigheid van plastic vervuiling in het menselijk lichaam.